DOCHTER VAN B.B.-AMBTENAAR GAST VAN DALAI LAMA 4 Lily Eversdijk Smulders Mevr. L. Eversdijk Smulders zigzagt door hele Wereld Dalai Lama Mevrouw Lily Eversdijk Smulders is pas weer een maand terug van haar laatste reis, als ik haar ga interviewen. Zij begon haar carrière als meester in de rechten, maar is nu ook een „meester" op het gebied van de portretschilderkunst. Dit klinkt misschien wat raadselachtig, daarom zal ik U eerst even vertellen hoe dat zo is gekomen. Geboren in Sidoardjo op Oost-Java, vertrok zij reeds ais kleine baby met haar ouders naar Hol land. waar zij haar opvoeding kreeg. Na het gym nasium (,,ik ben een fanatieke classica") te hebben doorlopen, studeerde zij rechten te Leiden. Welis waar had zich reeds vanaf haar vijfde jaar een buitengewoon tekentalent geopenbaard, maar zij kreeg geen toestemming dit verder te ontwikkelen. Na het beëindigen van haar studie keerde zij op haar 22ste jaar naar haar geboorteland terug en begon haar juridische loopbaan onder „Piet" Gerke op de Generale Thesaurie van het Departe ment van Financiën te Batavia. Hier kwam zij als juriste echter niet volledig tot haar recht. Over plaatsing naar Medan volgde, waar zij als Griffier van strafzaken van de Raad van Justitie werd aan gesteld. In dezelfde functie werkte zij daarna te Soerabaia, tot een nieuwe regeling benaalde, dat voor de functie van Griffier van strafzaken alleen mannelijke juristen in aanmerking kwamen. Toen zij nu noodgedwongen haar juridische werkzaam heden voor een korte periode moest neerleggen, vatte zij in afwachting van een nieuwe baan haar vroegere liefhebberijen het tekenen en schilderen, weer op. Zij begon toen lessen te nemen en dit alles beviel haar zo goed, dat zij op dit moment besloot nu definitief het „artistiek pad" op te gaan. Zij zocht en vond afzondering aan de Zuidkust van Bali, waar zij zich op het klapperland Santrian vestigde, dat gepacht was door het echtpaar Dake. Karei Dakc, écn van de beste Indië-schilders, van wie zij ook les kreeg, was er bezig met de bouw van een huis. waar alleen aan gewerkt werd, wanneer er weer wat geld in huis was, zodat het in de volks mond „die Unvollendete" werd genoemd. Men leefde er onder zeer primitieve omstandigheden: de enige verbinding met de buitenwereld bestond uit één sado, die zijn passagiers in IJ.2 uur tijds naar Den Pasar bracht. Al direct in het begin van haar schilderscarrière is Mevrouw Eversdijk Smulders begonnen met een physionomisch-anthropologische studie. Daartoe reisde zij na haar verblijf op Bali naar Peking, Cambodja, Korea en ontving overal lessen van plaatselijk bekende schilders. Door elke leraar werd haar werk tijdelijk beïnvloed, maar Rembrandt was en is nog steeds haar lievelings schilder. ïn het laatste jaar voor de oorlog bezocht zij Amerika, o.a. San Francisco en Philadelphia. In 1940 keerde zij naar Nederland terug met de bedoeling samen met haar moeder weer naar Indië te reizen, maar het was al te laat. Nederland werd bezet en Mevrouw Eversdijk Smulders wijdde zich aan illegaal werk. De eerste twee jaren van de oorlog woonde zij in Den Haag en kreeg vier maal in de week les van wijlen de „oude" Jan Franken, die zes maanden geleden is gestorven. „Van hem leerde ik eigenlijk pas de goede schilderstechniek," vertelde ze. Wanneer zij door de Gestapo wordt gesignaleerd, verhuist zij naar Amsterdam, maar in het laatste oorlogsjaar wordt zij verraden en gevangen ge nomen. Kort na de oorlog vertrekt zij in het kader van een uitwisselingsprogramma met andere artisten en intellectuelen voor enige tijd naar Noorwegen. Dit wordt de eerste reis van een lange reeks, die zij sinds de oorlog heeft gemaakt. Zo komt zij in 1947 voor het eerst weer buiten Europa, nl. in Noord- Afrika, waar zij het klaarspeelt in een groot aantal harems te worden uitgenodigd, iets dat maar zeer zelden gebeurt. Zij verblijft er langdurig en is zo doende in staat het haremleven te bestuderen. Zij maakt een zestiendaagse tocht op een kameel door de Zuid-Sahara en bezoekt de roversstam van de gesluierde mannen, Touareg genaamd. Zij gaat achtereenvolgens naar Marokko, Egypte en de Soedan. Dan volgt het Midden-Oosten waar zij drie reizen aan besteedt, die de aanleiding vormen voor het boek: „Waar het Oosten begint". (Uitg. Broekman De Meris). Hierna zijn Perzië, in 1956, India en Afghanistan, in 1957, en wederom Afrika, in 1958, aan de beurt. Mevrouw Eversdijk Smulders reist steeds alleen en bekostigt haar reizen ook helemaal zelf. Meest al vertrekt zij in januari en blijft dan 7 maanden onderweg. De rest van het jaar houdt zij lezingen hier in Nederland, zo het geld voor een volgende reis weer bij elkaar verdienend. Vaak ook ver koopt zij haar tekeningen in de landen zelf aan particulieren of musea. Velen benijden haar om haar avontuurlijk en inte ressant leven, maar beseffen niet hoeveel moeilijk heden en ontberingen zij veelal op haar weg vindt. Het was op één van die gedenkwaardige reizen in Afghanistan, dat ik Mevrouw Eversdijk Smulders leerde kennen. Toendertijd was ik werkzaam op het enige Hollandse kantoor, dat de hoofdstad Kabul rijk was. Op een morgen kreeg ik bezoek van een lange, slanke dame. Zij was keurig in het bruin gekleed en droeg een grote tekenmap onder de arm. Tot mijn grote verbazing werd ik in het Hollands door haar aangesproken. Het gebeurde in dL uithoek nu eenmaal niet vaak, dat je een landgenoot tegenkwam. Het bleek, dat Mevrouw Eversdijk Smulders de vorige dag pas was aan gekomen. Zij was per locale bus van Peshawar door de Khyber Pas gereisd. Een afstand van nog geen 300 km., maar over buitengewoon slechte \""gen ^odat de bus er altijd twee dagen over deed. Maar Mevrouw Eversdijk Smulders zag er uit of z'j ::o uit haar huis aan de Vondelstraat in Am sterdam kwam gestapt. En dan te bedenken, dat zij op dat moment al bijna drie maanden onderweg was en al een hele serie door haar vervaardigde fndia-tekeningen in haar map had. Mevrouw Eversdijk Smulders doet bij voorkeur de Wat eigenaardig dat men hier in Holland de integratie voor ons, Nederlanders uit Indiëi maar steeds wil zien als een probleem, terwijl duizenden voorbeelden uit verleden en heden, over de hele wereld, bewijzen hoe gemakkelijk effectief onze mensen uit Indië zich overal aan passen! Het meest karakteristieke voorbeeld vinden wij in Lily Eversdijk Smulders, geboren in Sido ardjo, gereisd hebbend en zelfstandig bestaan in Marocco en Cambodja, in de Himalaya en Parijs, per auto en kameel, per draagstoel en te voet. Geen vrouw in Nederland heeft ooit zoveel branie en ondernemingslust aan den dag gelegd. Als we in onze kring rondkijken en dan naar het integratieprobleem, vragen we ons in gemoede af: zit de stroefheid niet aan de andere kant dingen, die men haar afraadt. Dat klinkt misschien gek en U vindt dat niet erg voor haar pleiten, maar zij heeft een ongelooflijk doorzettingsvermo gen en, wat misschien wel nog belangrijker is, een enorm groot geduld. Zij is daardoor op plaatsen geweest, die vóór haar door geen blanke en zeker door geen blanke vrouw werden bezocht. Zo reisde zij dit jaar nogmaals door India, maar bezocht speciaal de Himalaya's om de Yogaleer en het leven van de Yogis te bestuderen en ontmoette er vele interessante figuren, zoals een 133-jarige hei lige, die haar vertelde, dat hij te voet een wereld reis had gemaakt. Hij was in 1891 in Holland ge weest en was door Koningin Emma in audiëntie ontvangen. Hij wist nog een ontzaggelijke hoeveel heid bijzonderheden en noemde zo n hoeveelheid landen op, dat Mevrouw Eversdijk Smulders hem vroeg hoe lang hij wel over die voetreis had ge daan. „Ach ja, dat ging natuurlijk niet zo vlug, een jaar of 50, was toen het kalmè antwoord! Voorts wist Mevrouw Eversdijk Smulders te ver tellen van de levende godin van Kathmandu (Nepal). Deze godin, die in een tempel woont, is altijd een klein meisje, dat op vijfjarige leeftijd wordt gekozen en dan godin blijft tot haar der tiende jaar. Natuurlijk was het ten strengste ver boden haar te tekenen of te fotograferen, maar Mevrouw Eversdijk Smulders speelde het toch klaar en wel op de volgende manier: deze godin vertoonde zich nl. iedere keer een korte tijd aan het publiek. Zij bevond zich dan op een tweede verdieping aan een raam, terwijl iedereen in aan bidding naar haar opkeek. Mevrouw Eversdijk Smulders veinsde een grote verering en vroeg haar telkens om alsjeblieft nog niet weg te gaan. Zo be studeerde zij haar, waarna zij thuiskomend snel verder werkte aan haar portret, dat zij uit her innering van het mooie negenjarige „godinnetje" schilderde. Nog vele andere interessante belevenissen weet Mevr. E. S. te vertellen, maar het hoogtepunt van haar reis is de ontmoeting met de Dalai Lama, de „God-Koning" van Tibeth. Zij bevindt zich juist dicht bij de Tibethaanse grens, als in Tibeth de onlusten beginnen en de Dalai Lama genood zaakt is te vluchten. Hij staat slechts hoogst zelden een privé onderhoud toe, maar houdt eenmaal in de week een Darshan, d.w.z. een „uitstraling van zijn persoon". Daartoe verschijnt hij op het balkon van zijn huis om zich aan het publiek te vertonen. Bij hoge uitzondering kreeg Mevrouw Eversdijk Smulders toestemming de Dalai Lama te bezoe ken. Hij interesseerde zich bijzonder voor haar tekeningen van heilige mannen van India, maar stond niet toe hem te portretteren, aangezien zij geen Boeddhiste is. Zij werd later echter wel in de gelegenheid gesteld zijn leermeester uit te tekenen, Trichang Rimpoche, de lama, die in Tibeth in rang op hem volgt en ook een „godheid" is. Het onderhoud met de Dalai Lama vond plaats in het Engels met behulp van een tolk, maar vaak begon hij al om iets te lachen nog voor de tolk

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 4