VERPLEEGSTER HOLLAND Een Targui (is gesluierde man), neef van Touareg-koning Adelijke Targuia (vrouw van stam der Gesluierde Mannen U allen hebt in de krant kannen lezen dat Hare Majesteit de Koningin de Florence Nightingale medaille op 17 augustus heelt uitgereikt, aan Zus ter Engelberts. die o.a. een tijd lang directrice is geweest van het Tjikini ziekenhuis te Batavia- Djakarta. Een dezer dagen nu, sprak ik een leerlinge van Zr. Engelberts uit die tijd; Zuster Micky Michels, die sinds 1950 werkt in het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Ik laat nu verder Zuster Michels aan het woord die U zal vertellen van haar werk. Tjikini was een prettige tijd. Ik was toen leerling verpleegster en ik heb nooit meer zo'n fijne direc trice gehad als Zuster Engelberts. We moesten wel heel hard werken, harder dan we het hier moeten doen, maar dat vonden we niet erg, we werkten graag voor Zuster Engelberts die ons allen bij naam en zelfs onze bijnamen kende. Alleen op zaal werden we plechtig met Zuster, en dan onze achternaam, aangesproken. De meeste hulp heb ik van mijn directrice gehad in de tijd dat ik in Benkoelen het ziekenhuis, dat daar half verwoest stond, weer op poten moest zetten. Er waren n.l. vrijwilligsters gevraagd voor dit werk en we hadden ons met ons vieren opgegeven. Twee vielen op het laatste moment uit en daar stond ik als derdejaarsleerling, mét mijn vriendin een twee dejaars, voor de taak het ziekenhuis weer bruikbaar te maken. Gelukkig had ik enkele mantriverple- gers meegekregen, die me er ook flink bij hebben geholpen. Als ik met een of andere moeilijkheid zat ging er een noodkreet naar Tjikini en per kerende post kwam er een brief vol goede raadgevingen van Zr. Engel berts. Zes maanden heb ik er gezeten en toen was het zaakje al aardig voor elkaar. Weer op Java aangekomen vatte ik het plan op om naar Nw. Guinea te gaan, maar Zr. Engels- ma, directrice van het Militaire Hospitaal, raadde me aan, eerst naar Holland te gaan om daar mijn kruisje te halen. Binnen een week zat ik op de het Engels in het Thibetaans vertaald had. Zijne Heiligheid, zoals zijn officiële aanspreektitel luidt, liet zich in geen enkel opzicht uit over principële of politieke kwesties. De Dalai Lama is 25 jaar, „maar", zegt Mevrouw E. S., „hij ziet er uit als een jaar of 20. Hij heeft een charmant, vriendelijk en vergeestelijkt gezicht met van pret schitterende ogen. Hij is, zoals alle Thibetanen, zuiver Mon gools". Bij het afscheid gaf hij haar een door hem boot en hier in Holland kwam ik bij het Acade misch Ziekenhuis in Leiden. Wat me wel teleur stelde, was het feit dat ik niet als derdejaars verpleegster kon worden ingeschreven maar terug gesteld werd, daar men hier vond dat de oplei ding in Indonesië niet zo goed kon zijn geweest. Ik heb dan ook vele complimentjes gehad bij mijn z.g. „eerste" injectie en andere werkjes die ik in Indonesië al honderd keer had verricht. Ook hier was het prettig werken en na verloop van tijd heb ik mijn kruisje en mijn ooievaartje ge haald. Ik heb wel het gevoel dat wij Indische meis jes worden gewaardeerd. We zijn misschien wat minder rebels dan de Hollandse meisjes. Een be vel is er om opgevolgd te worden en je probeert niet er onder uit te komen en over het algemeen houden onze meisjes zich hier wel aan. Op rnijn vraag of er verschil werd gemaakt tussen meisjes met een donkere huidskleur en haar blan ke zusters antwoordde Zuster Micky: „Door de doktoren en onze hoofdverpleegsters beslist niet. Een enkele keer kan een patient wel eens onaan genaam zijn." Ook vroeg ik of er nog verschil bestond in de ver pleging van patiënten in Indonesië of hier in Hol land. „Ja, zei Zuster Micky, „dat natuurlijk wel. Een Indonesiër is over het algemeen veel gemakkelijker als patient en geduldiger, misschien wel, omdat hij zich in zo n vreemd ziekenhuis helemaal niet op z'n gemak voelt. Wat me wel sterk heeft verwonderd is dat de Hol landse jongen daar heel wat minder kleinzerig is dan hier. Dit heb ik zelfs kunnen constateren met één en dezelfde persoon. Ik had hem in Tjikini als pa tient waar hij bij een vrij pijnlijke behandeling geen kik gaf. Kort geleden zag ik hem hier weer terug in dit ziekenhuis en hij brulde al voor ik hem een injectie gegeven had: „Je doet me toch geen pijn, Zuster?Héél vreemd. „Misschien worden we hier een beetje te veel ver wend", philosofeerde ik. „Een verwend kind kan gesigneerde foto als compensatie voor het feit, dat zij hem niet mocht uittekenen. Mevrouw Eversdijk Smulders werkt op het ogen blik weer aan een boek, dat ditmaal gewijd zal zijn aan de „heiligen van India en wederom vele van haar prachtige tekeningen zal bevatten. Wij wensen haar veel succes toe met haar interessante werk en hopen, dat zij er nog lang mee zal door gaan- ÉLLEN VAN DORT over het algemeen minder goed tegen een stootje dan een kind dat wat zelfstandiger is." Om nu met de lotgevallen van Zuster Michels ver der te gaan. Ze is nu zuster eerste klas en staat aan het hoofd van een zaal en heeft nu zelf leerlingen op te leiden. Ze vertelde me ook nog dat Zuster Engelberts in het Havenziekenhuis te Rotterdam een tropencursus in het leven heeft geroepen. Het grappige daarvan is wel, dat voor het grootste gedeelte Hollandse meisjes hiervan gebruik maken, die dan uitzwer men naar Afrika of de Belgische Congo. Zelf is Zuster Michels toch ook nog op deze cursus ge weest, want je kunt nooit weten! Toen in 1954 een stel zusters hun kruisje hadden gehaald moest dat op waardige wijze gevierd wor den. Eén van de meisjes had wel eens een Tarian Piring gezien en wist zo'n beetje welke muziek er bij hoorde. Om het feest nu op te luisteren hebben vier meisjes deze dans uitgevoerd voor de staf van het Ziekenhuis en er een geweldig succes mee geoogst. „Ik was zo zenuwachtig" besloot Zuster Michels, „dat mijn handen ijskoud en volkomen verstijfd waren. Gelukkig maar, anders was ik gaan bibberen en had mn bordjes op de grond laten kletteren." I. K. S. VERKOOP VAN OUD GOUD Om toch wat van Uw Rupiahs te redden, hebben velen Uwer uit Indonesië goud meegenomen in de vorm van sieraden als armbanden etc. In tijden van koerang oeang is het wel gemakkelijk als je wat van die bullen hebt want meestal zijn ze van gouden tientjes of Engelse ponden gemaakt, dus van 22 karaat. Maar om ze hier in Holland van de hand te doen moet je wel goed de weg weten. Ik stapte een winkel binnen waar ze oud goud opkopen zoals op het etalageraam stond en bood twee armbanden aan wegende tesamen ongeveer 110 gram. De win kelier kon er niet meer voor geven dan 2,25 per gram. Een tweede zaak bood 3,06 en een derde 2,per gram. Ik liet me niet ontmoedigen en informeerde bij de Factorij naar een betrouwbaar adres van edele metalen. Ze zeiden direct dat ik bij de groothande laren moest zijn, want die kochten op tegen dag- koers. Ze gaven mij twee adressen op en inderdaad waren dat grote en keurige zaken. Na bepaling van gehalte en gewicht van het goud ontving ik per gram 3,82. Dat was dus bijna 90,meer dan de winkelier die het meeste bood, me wilde geven. U bent dus gewaarschuwd als U genoodzaakt bent barang mas te verkopen; melèk mata. OOM HENK IN DE TRAM. In de tram zitten een blijkbaar juist gerepatrieerde moeder met zoontje van een jaar of zes. Zoontje kijkt met grote ogen naar een Scheveningse vissers vrouw in vol ornaat met kapje met gouden knop pen op steeltjes. „Mooi ja?" vraagt Ma. „KajaJcoembang!" zegt zoontje plechtig. (Koem- bang bij of kever).

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 5