*y
Het goochelen in de goeie ouwe Indische tijd
WALDI
W
INDONESISCHE WIJSHEID
AAN HET LOKET 1
Het moet zo omstreeks 1910 gebeurd zijn.
En de plaats van handeling: de soos van Tjepoe.
Om acht uur 's avonds zou de voorstelling beginnen, doch reeds ver voor dat uur was er geen plaats
meer vrij. Het was ook wat bijzonders een goochelvoorstelling te zien. voorat van Coen Persijn, leerling
en assistent van de goochelaar Denny. Vooral door zijn hypnose was Coen bekend geraakt en ook nu
verwachte men geweldige staaltjes te zien.
Het doek is nog dicht, doch de olielampen van het
voetlicht zijn reeds ontstoken. Het is vijf minuten
vóór acht.
De gordijnen schuiven uiteen en een lange, magere
man stapt tot voor het voetlicht.
„Dames en heren", zo begint Persijn te spreken,
„het spijt mij dat ik zo ver over tijd met de voor
stelling begin. Wanneer u op uw horloges wilt
kijken, zult u zien dat het thans bijna elf uur is".
Vol ongeloof halen de heren hun uurwerken te
voorschijn, doch werkelijk, de wijzers tonen dat het
enige minuten vóór elven is. Hoe heeft men zich
zo in de tijd kunnen vergissen.
Maar Coen Persijn begint weer te spreken. Hij
verontschuldigt zich voor een vergissing. Het is
niet, zoals men dacht elf uur, doch precies acht
uur. En als om dit te bevestigen, hoort men buiten
de acht slagen op de tong-tong van de gardoe huis
jes, zoals het in die dagen nog gebruikelijk was.
Opnieuw verschijnen de horloges in de hand, het
is acht uur.
Met dit staaltje van massa suggestie zou Coen
Persijn zijn voorstelling in Tjepoe zijn begonnen.
Zo vertelt men het tenminste. Maar als zeker be
kend is het niet, omdat er zo weinig is opgetekend
over die romantische dagen van de Indische
goochelkunst.
En wij zouden er zo graag meer van willen weten.
Omdat de meeste van de grote goochelaars in In-
dië ook in Indië geboren en getogen waren. Toch
hadden zij met grote zorgvuldigheid en vakman
schap hun repertoires en daarmede hun reputa
ties opgebouwd, die vergeleken kunnen worden met
de beste uit Europa en Amerika.
Wie heeft nog de Engelse ballonvaarder Denny
gekend? Hij reisde Indië rond met een ballon cap-
tif. In de Bataviase dierentuin bijvoorbeeld, kon
men in de gondel, die stevig aan de grond ver
ankerd bleef, de lucht ingaan.
Deze Denny had een assistent, die zich later op
het goochelen toelegde, en die zich als goochelaar
eveneens Denny noemde en zo bekend werd.
Denny moet de eerste moderne goochelaar in
Indië geweest zijn. Een opvallende illusie die hij
bracht was de verdwijnende staande lamp. Ook
moet Denny voor het eerst de zwevende dame in
Indië vertoond hebben. "Wie van de lezers weet
hoe de echte naam van Denny luidde?
Ook deze Denny had twee assistenten, die beide
op hun beurt goochelaars werden. Van een van
hen. Coen Persijn, vertelden wij reeds wat. De
andere was Nico Guway.
Guway vond het goochelen niet echt genoeg. Hij
verdiepte zich in de occulte wetenschappen. Deze
liefde voor het ongeziene kreeg hij van moeder s
zijde mee, want haar vader was niemand minder
dan de vermaarde Resident Brilleman, de grote
mysticus, die de „Ster van het Oosten werd ge
noemd. Wie van de lezers heeft van het wonder
lijke voorval gehoord of gelezen, dat plaatsgevon
den moet hebben tijdens een diner ten huize van
de gouverneur Roseboom7 Bij die gelegenheid zat
ook Resident Brilleman aan. Tijdens de maaltijd
zou de resident zijn glas voor een toast hebben
opgeheven en vervolgens de inhoud van het glas
over de japon van de gouverneuse hebben uit
gestort. De aanzittenden, aanvankelijk verontwaar
digd over dit doen van de resident, zagen echter
tot hun grootste verbazing dat de wijn in melati-
bloesem was veranderd.
Nico Guway leerde de geheimen van het ooster
se occultisme van een Said toen hij in Semarang
leerling was op de technische school. In Tjepoe
opende Guway later met Persijn samen een klein
technisch bedrijf. Hij stierf in 1957 in Nederland.
Van recenter datum, en daardoor meer bekend,
is de meester-goochelaar Marvelly, de toneelnaam
van Hermann Johann von Bargen. In de twintiger
jaren bereisde Marvelly (von Bargen spreekt zijn
toneelnaam zélf uit met de klemtoon op MAR)
de Indische archipel met een driemast-tent. Op de
aloon-aloon van de Indische plaatsen sloeg hij die
tent dan op. Velen herinneren zich nog het mooie
Egyptische nummer, waarin hij samen met zijn
vrouw Blanche optrad. Marvelly verwekte vooral
een sensatie met zijn post-hypnotisme. De kranten
in die dagen stonden er vol van.
Voor ons vertrek uit Indonesië hebben wij von
Bargen nog in zijn huis in Bogor opgezocht. Hij
is, omdat hij uit Singapore geboortig is, Brits
onderdaan en geeft thans in Bogor Engelse lessen.
Een goede zeventiger is von Bargen als steeds een
rijzige, imponerende figuur met sterk sprekende,
helder grijsgroene ogen. Temidden van zijn zelf
geschilderde landschappen hij is een groot
vriend van Dezentjé antieke vasen en doeken,
vertelde hij boeiend over zijn carrière als gooche
laar.
Van deze grote Indische goochelaar weten wij ten
minste iets meer. Wij zouden ook graag wat meer
willen weten van de andere Indische grootmees
ters in de goochelkunst, van Marisini, van de boei-
enkoning van Zuilen, van Coenradi en nog anderen,
waarvan wij de namen niet eens kennen.
Misschien dat U ons iets over die goochelaars kunt
vertellen. Wij zouden dan een min of meer com
pleet beeld kunnen geven over de goochelkunst
en de goochelaars in het vroegere Indië.
Goochelaar, lid I.B.M.
Mati semoet karena manisnja.
Zoetigheid doodt de mier.
Het zijn meestal juist de aangename dingen in het
leven, die 's mensen ondergang veroorzaken.
De loketklerken hadden als regel bij vertrek van
een K.P.M.-boot, het bijzonder druk.
De stortingen voor post- dan wel telegrafische
wissels, vonden plaats in zilveren guldens en rijks
daalders, welke naar het postantoor gepikold wer
den. Wel 80 van de verzonden bedragen be
stond uit genoemde munten. Er bestond een le
vendige handel in levensmiddelen enz. met Soera-
baja, Semarang, Weltevreden en andere belangrij
ke plaatsen en met Singapore in rubber, rottan en
vogelnestjes.
Een der klerken maakte zich boos, omdat iemand
van het publiek hem schijnbaar niet begreep. Her
haaldelijk verzocht hij de Chinese aanbieder van
een aangetekende brief, het adres en de aangegeven
waarde niet slechts in Chinese karakters te schrij
ven, maar ook beide in het Maleis te herhalen.
De verzoeken in het Maleis, doorspekt met enkele
Chinese termen, (de oudste klerk had reeds meer
dan 16 jaren met Chinezen omgegaan.) bleken niet
het gewenste resultaat te kunnen sorteren.
Gelukkig (althans dat dachten wij) bood een Chi
nees uit het publiek ons zijn tussenkomst aan. Hij
moest evenwel zijn goed bedoelde pogen staken
aangezien de ander steeds met zijn hoofd bleef
schudden. Onze lijnmandoer waagde nog een kansje
en riep een passerende Chinese toekang er aan.
Na een korte uitleg, vroeg de mandoer hem zijn
landgenoot aan het loket in het Chinees aan het
verstand te brengen, wat van hem verlangd werd.
Zijn beide petroleumblikken liet hij buiten staan en
betrad, gewapend met zijn bamboe-pikoelan het
loket.
Onze tolk, (verscheidene contractanten van de
B.P.M. bleven na verstrijken van hun contract om
als kebon, kokki of toekang aer verder hun brood
te verdienen) stak met een vloed van onverstaan-
are klanken van wal. De ander keek even op en
knikte, waarna weer een hoofdschudden. En voor
iemand van de omstanders het had kunnen belet
ten, had onze toekang aer, alias tolk de ander een
fikse tik met de pikoelan op zijn schuddend hoofd
getroffen. Vlugger dan wij het van hem verwacht
ten, verwijderde het slachtoffer zich met de brief,
gevolgd door de opgewonden en heftig mopperen
de toekang aer. Het incident veroorzaakte van
zelfsprekend stagnatie in de afdoening van post-
aangelegenheden aan het loket.
Ongeveer een half uur later werd dezelfde brief
door de „Taokeh" persoonlijk aangeboden. Hij
maakte zijn excuses voor de onvolledige adresse
ring van de brief. En met een brede lach, vertelde
hij, dat zijn boedjang, doofstom was. Tableau!
NAP.
Marvelly (zittend met Blanche en zoon) voor hun
grote tent. die hij voor deze gelegenheid had op
geslagen op een der grasvelden van Batavia. Als
je scherp ziet, zie je rechts van de ingang, tegen
het tentzeil een affiche van de Garage Mesman
Schultz. Een fanfare-corps zorgde voor de muzi
kale omlijsting van zijn goochelv oor stelling en. De
assistenten rechts dragen enige exemplaren van de
menagerie die de Marvellies met zich meevoerden.
want von Bargen goochelde niet met konijntjes,
doch liefst met een acht meter lange python, een
krokodil en nog andere leden der tropische fauna,
die men alleen in de kebon binatangs placht tegen
te komen. Zo reisden de Marvellies in de twintiger
jaren langs de Indische steden. Zijn voorstellingen
waren groots opgezette shows, een vakmanschap
tonend, die slechts door weinige kunstenaars ge
heel beheerst werd.