TOMSON TOMSON Deskundige voorlichting Prima snelle service Sinds 1912 Scheveningen 19 „KERSTFEEST MOET DOORGAAN Tzm. IK EN BENTIET Op een dah ik onmoet Si Bentiet, haat noch rijen ron-ron met fiets van Si Kèhèt. En dan ik haat sitten op de midden van de straat. Kijken. Dese is Kepoe, dih bij langgar en isternooit sado of grobak of oto. En dan Si Bentiet haat rijen ron- ron met ikke in de midden kaja sirkus. Si Bentiet hij swijh, wan rijen-nja mulek, wan dese fiets hij is model Edison met gardan. Uit de Mama-mojang- tijt. Laat maar. als maar heef heluit. Heluit-nja: „Grèèèèk-tieng-krioek grèèèèk-tieng-krioek!" Mooi. En dan Si Bentiet hij praat door met mij. Hij seh: „Jou Oom, wat loseer bij jou, wie Lie?" Ik seh: „Oom Pong". Hij seh: „Ompong?" Ik seh: „Niet. Oooom Pong. Als ehjes sijn naam Alfons". Hij seh: „Kaja filmster hij". Ik seh: „Massa". Hij seh: „Hu-uh. Kaja Ben Turpin". Ik swijh maar stil. Laat maar Oom Pong sijn ooh miring een beetje één stuks, maar hoeie fèn". Si Bentiet hij seh: „Jou tante hoe sijn naam?" Ik seh: „Tante Puck". Hij seh: „Tante Peuk lagi. Als soon naam, je ben de sigaar seh! Ik seh: „Puck. Puck. Puck. Engels naam. Puck Puck. Puck". Hij seh: „Kaja motorboot boeni-nja! En dan ik swijh. Hij seh: „Dese Tante Peuk mooi. Kaja filmster ook". Ik seh: „O ja?" Hij seh: „Hu-uh. Kaja Harol Loit". Ik swijh maar stil. Laatmaar mijn tante gebrild, maar lief. Hij seh: „Haat maar naar Amerika met jou oom en jou tante. Naar Holliwoot. Maken film". Ik seh: „Als ikke, spelen wat, ikke?" Hij seh: „Tarsan-film". Ik seh: „Mijn bouw tjoekoep?!" Hij seh: „Ja, foor Teeka, monjet Si Tarsan". En dan ik heef henoeh. Ik staat op. Ik seh neks. Ik pak sijn kartepil wat hang bij zijn nek en dan trek ik fan ahter tot fóór di tjantol zijn neus door tjangak. En dan Si Bentiet hij brul. En dan ik laat lolos tot di-djaprèt sijn nek: blèèèèèèrü En dan Si Bentiet haat melajang op straat tot di gasak Sech Basalama, wat nog wandel lustigjes op 't straat. En 't hele santeboetiek donder in de slokan: „Gabriak-srèèèèt-BOWK!" En dan lang rollen en koesoet fan mens en fiets en pajoeng en Arabische taal en Nederlandse en gewoon fuile taal. En dan Si Bentiet hij spring druit. En dan Sech Basalama kom tefoorschijn met fiets van Si Kèhèt in linkerhan en pajoeng in rechterhan. Alleen 't fiets is noh mooi. En dan Sech Basala ma hij seh roegie banjak wan dese hij is niet fa- joeng dari ferkamen tetapi faraflu Erofa en daar om hij pak fiets-nja foor aflos. En dan Si Bentiet hij brul: „Selamat fegang! Ini sefeda dari Si Kèhèt!' En dan Sech Basalama laat los fiets-nja als fuur, wan dese Kèhèt hij is Gandam, djago poekoelan- pentjak-koentauw fan Tanah Njonja. En dan Sech Basalama hij ahterfolleh Si Bentiet en ikke tol Gang Halkema. En toen al. T]AL1E ROBINSON. EEN KERSTFEEST 't Begon met wuiven van de kinderen, van ons raam naar dat er tegenover. Iedere avond, als we ze naar bed brachten, zagen we door het zijraam bij de trap oma S. voor haar keukendeur staan en dan begon het wuiven en knikken en lachen. Later toen de seringen in bloei stonden brachten de kinderen haar een bos. Sindsdien riep zij ze wel eens binnen of gooide een snoepje uit het raam. Oma S. was een oud alleenstaand dametje, dat aan de kinderen wat afleiding had verder con tact was er eigenlijk niet. Maar met Kerstmis wilden de kinderen oma S. er bij hebben. Wat doe je in zo n geval? Ik voelde me wat bezwaard. Onze eigen oma uit den Haag was er en ik dacht aan het rijsttafeltje onder el kaar, aan de afwas, de rommel. Oma S. was zo Hollands netjes. De jongste toen nog een baby moest nog naar bed gebracht maar soedah, „Vraag 't dan maar!" Ik was nog bezig over mijn innerlijke bezwaren heen te stappen, moeizaam, toen de kinderen al weer aan kwamen hollen: „Ze komt om zeven uur!" Om zeven uur Ze kwam, stralend! Met een cake! Natuurlijk was er nog rommel in de kamer. Maar om half acht brandden de kaarsjes en zaten we met twee oma's bij de kerstboom, 't Kerst verhaal werd voorgelezen en we zongen alle liederen, die we kenden en die onze oma zevenvoudig had opgeschreven, zodat ieder ze op een blaadje had. Ook de liedjes die Peter onze oudste, toen hij zes jaar was in Malang van een Ambonnees meisje geleerd had voor het Kerstfeest bij broeder Ong. Ja, broeder Ong, ik zie hem nog met een grote handdoek in de voorgalerij staan om alle Ambon- nese en Indische kindertjes af te drogen, die door de stromende regen aan kwamen hollen en onder de kree doorkropen om de kerstboom te zien. Oma S. had deze liedjes nog nooit gehoord. „Wat heerlijk, dat ik er bij mocht zijn", zei ze toen ze naar huis ging. Wat was ik blij, dat ik over mijn bezwaren was heengestapt! Iets van die wonderlijke wisselwerking van geven en nemen was er die avond toch ge weest En dat is Kerstfeest! A. T. Y. „Kerstfeest moet doorgaan ook zonder mij!!! Dit waren de laatste woorden die Paatje Leyder Havenstroom vóór zijn sterven Kerstmis 1952 in Malang zijn vrouw „Maatje", toevertrouwde Maatje heeft dit begrepen en als een opdracht aangevoeld. Steeds werd het kerstfeest hoe vol van droeve herinnering het ook voor haar was door Maatje gevierd zoals wij dat thuis in ons Jeugdhuis, ge wend zijn. VOLGENDE KERST VRIJ Elk jaar zeiden we met Kerstmis weer: „Vol gende Kerstmis thuis!!" En we geloofden het rotsvast. Elk jaar weer. Elk jaar. Totdat er iemand uit een ander kamp kwam, die het gehoord had van iemand uit een ander kamp: We waren vrij, nee, betoel hoor! In dat andere kamp was een oude dame met een para chute beneden gekomen en die had gezegd: „Mannen! Jullie zijn vrij". „Mannen: „O ja?" Oude dame: „Kennen jullie me dan niet?" Mannen: „Nee, wie bent u dan?" Oude dame: „Ik ben Koningin Beatrix". G. J. HESSE. OMAATJE Rehen, rehen, ruis Wij zitten veilig thuis Dóórmaar rehen ruis Dóórmaar tot doot in chuis! Kerst in Holland is voor mensen uit Indië dood- gewoon een herhaling van Kerst in Indië: de fami- lie-koempoelan bij de kerstboom, een matige dronk, een delicieuze tafel, ongebonden praten ovr de heerlijkheden van toen laat het buiten dan maar sneeuwen! Ook hier in Nederland, in haar gezellig flatje, vinden wij bij Maatje ons thuis! Dat plekje ergens in Nederland, is voor ons een veilige haven een rustpunt na onze vele omzwervingen als zeeman, militair en werker bij een firma die in Duitsland, werk uitvoert. Het hele jaar door zijn wij slechts enkele dagen thuis. Maar tegen Kerstmis zetten we alles op alles om samen thuis te zijn om bij Maatje kerstfeest te vie ren in vrede en harmonie, omringd door onze blonde en bruine zusjes, met Maatje als het mid delpunt die met tact en liefde, het jonge volkje re geert! GER Paatje Leyder Havenstroom een groot kinder vrind was eens met een paar jongens gaan zwem men. Op eens zag hij dat een van de jongens moeilijk heden had en bijna in de diepte verdween! Hij sprong de jongen na en haalde hem er uit. Paatje: „Waarom jij in diepe als jij niet kan zwem men Jongen: „Ken wel swemmen Paatje alleen hou- dingnja vergeten M. Vroeger deed BABOE TJOETJI de was, thans biedt U een enorme keuze uit meer dan 80 VERSCHILLENDE WASMACHINES van 's werelds beste merken. ERRES COMBO Gemakkelijk te bereiken met tram 8 en 11, bus 23 (L), halte Duinstraat

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 19