SPEKKOEK BAKKEN OUDEJAARSA VOND 6 Het einde van het jaar betekende voor ons de lo geerpartij van Oma en dit hield in het bakken van spekkoek. Niemand in de familie kon zo lekker spekkoek maken als Oma en ze was er dan ook wel een paar dagen zoet mee. Volgens mij moet ze het recept hebben kunnen dromen, maar steevast haalde ze een oud zwart schrift tevoorschijn, waar op een vergeeld etiketje in keurig schoonschrift met krul len „Recepten'' stond geschreven. De hoeveelheden van de verschillende recepten waren aangeduid met kopjes, eetlepels, theelepels, vingerlengtes en snuifjes. Ik heb Oma wel eens gevraagd: „Hoe kan dat nou Oma, mijn vingers zijn veel langer dan die van U, we hebben wel drie soorten kopjes en grote en kleine theelepel tjes Dan kreeg ik wat ongeduldig tot antwoord: „Klra-kira toch kind". Hoewel ik met iets van weemoed terugdenk aan die tijd dat Oma spekkoek voor ons bakte, kan ik toch niet het wat wrevelige en opstandige ge voel vergeten dat ik had, als Oma met de toe- kang telor bezig was. Ze had dertig tot veertig eieren nodig en het duurde meer dan een uur vóór ze uitgezocht en betaald waren. Eerst werd er onbarmhartig getaward, dan moest kokkie komen met een bak water om de eieren in te leggen. Hier tegen protesteerde de eierboer met een vloed van woorden. Hij beweerde dat het niet goed was voor de eieren en wapperde met een kokertje van een oud schoolschrift gemaakt voor Oma's neus. De njonja besar kon hierdoor even goed zien of de telors goed waren of niet. Oma stoorde zich hier niet aan en de eieren wer den stuk voor stuk in het water gelegd. Elk ei dat een rechtstandige positie trachtte in te nemen werd met een kort „dingin" of „boesoek" afgekeurd. Als de toekang telor dan mopperend langs mijn kamer liep en mompelde dat hij bij deze mevrouw alleen maar verlies leed, heb ik hem meer dan eens tersluiks een gobang of stuiver in de handen geduwd. Alle benodigdheden voor de spekkoek moesten worden gedroogd en daarna gestampt, werk van de kokkie daarbij geholpen door de kebon onder op pertoezicht van Oma. O wee, als het 's middags onverwacht ging regenen. Met een snerpend: „.Kokkie, oedjan" vloog Oma naar de bijgebou wen en onder veel ge-eh tjina's van kokkie wer den de tetampa's van het dak afgehaald en in vei ligheid gebracht. Dan brak de dag van het bakken aan. De pan bakarans werden tevoorschijn gehaald, van lidi's werden korte roeden gemaakt om het beslag te kloppen. De kebon moest voor een paar kippe- veren zorgen om iedere laag van het gebak met boter te besmeren. Ik heb hem wel eens triom fantelijk met een paar staartpennen het erf op zien komen kort nadat ik de kip van de buren een benauwd „Kok-kok-kek-kek-kèèèèküü" had ho ren slaken. Naar de herkomst van de veren werd niet gevraagd. Ze waren er en dat was zo als het hoorde. Daarna moest de kebon een nieuw blik Wijsman boter openmaken en begon het afmeten roeren en kloppen. Oma was zo n hele dag bezig met bakken. De pan bakarans stonden op een rijtje op de èmpèr. Oma zat er voor op een dinkklik. Onder haar bereik stonden de kommen met beslag, één don ker beslag met, en één licht beslag zonder kruiden, die laag voor laag werden gebruikt. Verder een bordje met een kwak boter met dé kippeveren, een lidi om in de koek te prikken, een soort knijper, de djapit, van oud bandijzer gemaakt om het vuur onder en boven de pan te regelen en niet te vergeten een kipas. Je moest Oma liever niet storen als ze zo bezig was, want ze had al haar aandacht gericht op de spekkoek. Als de koeken tegen de namiddag klaar waren en de geur ervan het hele huis doortrok moesten we ze komen bewonderen. Het aansnijden en opdienen van de koek mocht ook niet zó maar. Oma slaakte een kreet van af schuw als je een stevige punt afsneed en er lekker van af wilde happen. Nee, twee flinterdunne stukjes werden op een bordje gelegd, dan kon je het pas goed proeven en smolt het op je tong. Hieraan zat ik te denken toen ik een paar dagen geleden op een klapstoeltje voor mijn gasoven zat om een spekkoek te bakken, ik, nog maar de enige in de familie die de traditie in ere houdt. Toch geloof ik dat Oma werkelijk en echt ver driet zou hebben als ze me hiermee bezig zou zien. Eieren worden gehaald op de hoek, geen getawar. Zakelijk, zoveel eieren, zo duur. De kruiden koop je kant en klaar tot poeder gemalen in flesjes. Het mengen van het beslag gaat met een elektrische mixer in een paar minuten. De kippen van de bu ren, ze hébben kippen, zijn veilig, want ik gebruik een kwastje om de lagen van mijn koek te bebo teren. De tijd, dat een laag moet bakken, wordt aangegeven door een keukenwekker die ik elke keer op het vereiste aantal minuten zet en ter wijl ik wacht op het gaar worden van die laag rook ik een sigaretje en lees onderhand een blad zij uit het nieuwste detectiveboek. Toch zijn mijn baksels tot nu toe wonderwel gelukt en volgens de hele familie toch ook erg lekker. Zouden mijn kleinkinderen later met een soort van weemoed en vertedering aan mij terugdenken als ze een recept in een machine duwen waar de koek na een half uur kant en klaar uit komt rol len, terwijl ze tegen elkaar zeggen: „Weet je nog wel hoe Oma vloeken kon als ze haar vingers brandde aan de oven en dagen lang met verbrand de vingertoppen en knokkels liep als ze spekkoek had gebakken?" 1KS. Oudejaarsavond het begin en het einde der dingen uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen .hier oliebollen, daar een borrelhier Wim Kan, daar de kerk hier vreugde, daar verbittering ..overal contrasten. Heel het leven door wordt een mens geconfron teerd met tegenstellingen, maar nooit zo sterk als juist op oudejaarsavond. Alleen, nu ziet hij de te genstellingen in de wereld niet, maar hij beleeft, soms onbewust, soms kort en heftig, al de tegen stellingen in zijn eigen leven van het voorbijgegane jaar. Hier in Holland is oudejaarsavond een familie feest bij uitnemendheid. Als de lampen beginnen te branden, glipt, niemand weet van waar, Gezel ligheid het huis binnen, dwaalt door de gangen, loopt trappen op en af, vertoeft in alle kamers en spoort iedereen aan tot het feest te harer ere. En er is gezelligheid: de oliebollen, de geurende koffie, de radio en de televisie, alles helpt mee om van deze avond de beste avond van het jaar te maken. Men lacht, men praat, men eet, men drinkt, men luistert, men kijkt, totdat ineens ieder een zwijgt: over enkele sekonden slaat de klok twaalf. Men toast, men drinkt, men kust, men drukt de hand „Een goed jaar, kerel!" „Al les wat wenselijk is!" .muziek, misschien vuur werk.. „Jij nog een wijntje?" Jij nog een borrel?" Wacht, zal even wat bier bijschen- kenMen praat, men lacht, men drinkt en Gezelligheid maakt langzamerhand aanstalten even geheimzinnig te verdwijnen als ze gekomen is Eerst nu gaan de gedachten van de mensen terug naar wat voorbij is, naar wat achter ons ligt. Herinneringen. Wie zei dat ook weer dat her inneringen het enige paradijs vormen waaruit de mens niet te verjagen is? Is het een paradijs? Er zijn toch altijd slechte herinneringen? Er zijn toch altijd dingen geweest waaraan we liever niet terugdenken, dingen die aantonen hoe klein, hoe bekrompen, hoe hulpeloos, hoe angstig, hoe nie tig we soms waren. Soms? Wie is zo sterk dat hij zich, diep in zijn hart, ook sterk weet? Oudejaarsavond gedachten vliegen terug naar het afgelopen jaar, maar worden even snel terug geroepen naar het heden. De blik vooruit gericht! Richten we niet iedere morgen die blik vooruit? Oudejaarsavond een wens wordt uitgesproken, een hoop gekoesterd, maar wordt dit eigenlijk niet iedere dag gedaan? En toch hoe nuchter men oudejaarsavond ook zou willen bezien, toch schijnt het alsof zelfs de wereld daarbuiten even stil blijft staan bij het afscheidnemen van het oude jaar, alsof ook de aarde, nu meer dan ooit verbonden met de mens heid, in een ondeelbaar ogenblik stil staat, ja zelfs, alsof de Schepper met één allesomvattende liefdesblik de aarde en de mensheid aanschouwt. Dan wentelt de aarde weer verder langs zijn eeu wige kringloop, en de mens, die één ogenblik gestaan heeft tegenover de eeuwigheid en tegen over zijn Schepper, is een beter mens geworden dan hij gisteren was. BERRY SMEENK. Hier is het Zendstation Malabar, op de hellingen van de geweldige vulkaan van die naam in Priangan. Het Zendstation Malabar, dat was ,,De Stem van Holland en weliswaar gingen de radiotelefonische gesprekken hier elke dag door, maar met de jaarwisseling, dan kwam die stem „thuis" in de particu liere telefoontjes met Holland, waar zoveel dierbare familieleden zaten. En hóe gelukkig je ook was, de stem van je vader of je zoon weer te horen, het was tóch maar een paar minuutjes njengenwat je noemt: met ogen vol tranen en een verstikte stem wat malle groeten stamelen of „Selamat Taoen Baroebrullen met een zó stoere stem dat hij idioot oversloeg. Hoe weinig va nons hebben dit zend station (door Ir. de Groot opgezet) ooit gezien en tóch: hoe dierbaar was het ons.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 6