12 Daarom juist een K.NXL.-MONUMENT het eerst a GEDENKBOEK K.N.I.L. Gaskolectra (sedert $1931) Keizersgracht 486 DEGRADATIE 8997 KNIL-Monument Prins Mauritslaan 36 Den Haag „Niet kletse maar poetse!" Gireer ]\U SI N JO „Ik denk dat U nooit genoeg kunt groeien met Uw blad omdat U voortdurend grote groepen tegen U in het harnas jaagt met ondoordachte dingen. Dat KNIL-monument bijvoorbeeld. U weet toch dat op het KNIL een odium rust van kolonialisme?" R. W. Mijnheer, het odium van kolonialisme rust, zo als ik gemerkt heb in de vijf jaren dat ik in Hol land zit, op alles en iedereen uit de Oost. Op de planters rust het (koeliedrijvers), op de handel (uitzuigers), op de industriëlen (uitbuiting van goedkope arbeidskracht), op het B.B. (machts usurpatie), enz. enz. Zelfs zendelingen en missio narissen delen in de algemene oorvijgen-uitdelerij omdat zij het Christendom wilden „opdringen aan gelukkig levende mensen in hun eigen geloof". Alles wat wij aan goeds deden, wordt óf niet ge loofd óf uitgelegd als „een spiering uitgooien om een kabeljauw te vangen". De wijze, waarop de hele Westerse wereld zich sinds jaren kronkelt van zelfvernedering om het „koloniale verleden is gewoon weerzinwekkend. En in onze haast om alles maar terug te geven en geld op de koop toe hebben wij in de laatste tien jaren meer ellende gebracht over millioenen, meer ontwrichting ge bracht in de wereldwelvaart, dan in twintig jaren kan worden goedgemaakt. In zijn „Voyage aux Indes" zegt de historicus en denker André Siegfried dan ook, zijn ervarin gen van het vooroorlogse en het na-oorlogse Oos ten zorgvuldig overdenkend: „Ik geloof niet, dat de houding van nederigheid en verontschuldiging, Van de Vereniging van OUD-ONDEROFFI CIEREN van het K.N.I.L. „MADjOE", ontvingen wij een brief, waarin melding wordt gemaakt van een „Gedenkboek K.N.I.L.". Wij nemen aan. dat dit voor vele van onze abonnees belangrijk nieuws is, leest U maar wat „MADjOE" U daarover te vertellen heeft: In mei I960 hoopt de vereniging van oud-onderof ficieren van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger „MADJOE" haar 50-jarig bestaan te her denken. Het Hoofdbestuur heeft besloten ter gelegenheid van dit jubileum een „Gedenkboek K.N.I.L. het licht te doen zien, in de vorm van een popu lair geschreven geschiedenis van dat leger. Het werk zal 320 blz. groot zijn en een aantal markante illustraties bevatten. Gebonden in ge heel linnen band met goudopdruk op voorplaat en rug, gedrukt op houtvrij papier. Aan Z.K.H. de Prins der Nederlanden zal worden verzocht een inleidend woord te schrijven, terwijl verschillende deskundigen hun medewerking reeds hebben toegezegd. Een speciaal hoofdstuk over het aandeel van de Koninklijke Marine zal door een marine-deskundige worden verzorgd. Het werk zal tegen de volgende prijzen beschikbaar worden gesteld: A. voor leden van „Madjoe" 6.50 B. voor leden van Indische en Nederlandse militaire en burgerlijke belangen-orga- nisaties, Indische en Nederlandse mili taire en burgerlijke pensioenbonden en ambtenaren organisaties 7.50 C. particulieren 9. Een dergelijk boekwerk kost in de boekhandel on geveer 15, Het spreekt echter vanzelf, dat de uitgifte alleen dan mogelijk is, wanneer bovengenoemde or ganisaties hun volle medewerking verlenen. Zij, die zich een exemplaar willen aanschaffen, worden verzocht dit per briefkaart op te geven aan: de sekretaris van het redaktie-comité M. G. J. Hendriks, Boddaertstraat 40, den Haag, onder ver melding van: naam, adres, aantal exemplaren en tot welke groep (A. B. of C) men behoort. die wij dikwijls hebben aangenomen, gerechtvaar digd is". Dit hebben practisch alle teruggekeerde Nederlanders uit Indië vroeger of later ook inge zien (of zelfs lang tevoren gewéten!) en aangedron gen op een stugger, zelfverzekerde houding. En dat is natuurlijk wéér aan de andere kant geïnterpre teerd als een verlangen om er weer „koloniaal op los te hakken". Het zijn altijd de grootste lamme lingen, die het gauwst janken over facisme! Inziend dat wij vroeger of later in een gezon der historisch bewustzijn tóch zullen moeten aankomen bij het oprichten van een eerbewijs aan het verleden, en alle bevolkingsgroepen beschou wend, hebben wij welbewust het KNIL gekozen. Deels om de koe bij de horens te vatten (begin met het moeilijkste), deels omdat INDERDAAD in dit corps het meest geleden is, de grootste of fers gebracht, de meeste eervolle onderscheidingen in het aangezicht van de dood verdiend, en omdat dit in verhouding het meest verguisde, het meest tekort gedane corps is in onze historie. Geen groe pering ook had zoveel Indonesische dienaren met zoveel moed en zoveel trouw; het is de enige groe pering in de tropen onder Nederlandse vlag met een Indonesisch lijflied, het „Manisee", dat geen oud gediende horen kan zonder tranen in de ogen te krijgen, zóveel zelfverloochening, zóveel verdriet, maar ook zóveel trots heeft het gehad! Het KNIL-monument is de welbewuste keuze van het beste deel van TONG-TONG's lezerskring, En zoals nog vele decennia lang de triangulatie- punten van de Top. Dienst van het KNIL voor In donesië de tastbare punten zullen zijn van een ge zonde oriëntering, zo hopen wij dat nog vele decen nia lang een KNIL-monument het Nederlandse volk eraan herinneren zal wat Moed, Beleid en Trouw kunnen betekenen achter verre horizonten. T. R. Advertentie Amsterdam, tel. 43772 en 32716, levert U fraöco uit de ruime keuze van goederen, zo als meu belen, woningtextiel, kleding, alle soorten haar den en kachels, stofzuigers, geijsers, wasmachines, koelkasten, radio, televisie, huishoudelijke art. glas- en servieswerk, enz. enz- Prima service, betaling in overleg. Wij lichten U gaarne nader in. Op het 16e Bataljon Infanterie verbleef ook de Compagnieshond, Max genaamd, de lieveling van alle „Jannen". Hij was compleet ingeschreven in het Compies-Register (z.g. Stamboek) en bekleed de de rang van Sergeant-Majoor. Het was een buitengewoon pienter beest, dat een hekel had aan alles wat in sarong liep en uitsluitend de mannen die op de Compie sliepen, te vriend hield. Op parades liep Max mee in een mooie atilla om zijn lijf met de rang-distinctieven van een Sergeant-Majoor. Op 31 augustus 1926, de verjaar dag van H.M. Koningin Wilhelmina, marcheerde de Compie om 4.50 v.m. af, voor een Parade op het Waterlooplein te Weltevreden. Max wederom present in zijn schitterende atilla. Thuisgekomen, hoorden wij dat Max was gedegradeerd tot gemeen soldaat! Wat was er nl. gebeurd? Toen de land voogd, de Officieren en de genodigden op de Tri bune in de houding gingen staan wegens het spelen van het Wilhelmus, had Max, vlak voor de toen malige Gouverneur-Generaal, op de bekende hon denmanier, zijn rechterpoot opgetild en een der pi laren „nat" gemaakt. Dat was een buitengewoon zwaar vergrijp tegen de militaire discipline en krijgs tucht en een diepe minachting voor het Volkslied en de hoogste Autoriteit hier te Lande! Dus zo werd Max gemeen soldaat en werd deze straf aan getekend in zijn register. Enkele maanden later „Wie een blad een grote lezerskring wil bezorgen, móét rekening houden met de opinie van de meer derheid. De meerderheid wil blijkbaar niet dat je de Sinjo uithangt. Laat die houding varen en je vaart er wel bij de K. Het is maar hoe men het bekijkt: „de Sinjo uit hangen" of eenvoudig „Indischman zijn en willen blijven". Hoe men het ook belieft te noemen, het is eigenlijk een typisch Hollandse karakter trek. Want ook dat kleine Hollandje heeft zich door zijn grote buren nooit willen laten annexeren, noch politiek, noch economisch, noch cultureel, en ook: ondanks alle denigrerende getuigenissen (kijk maar eens in het Engels woordenboek achter Dutch!) Veel Indo's weigeren zich weg te laten assimileren, a. omdat dat niet kan, b. omdat wij dat onwaardig vinden, c. omdat wij ons vaderland daarmee géén dienst bewijzen. Als wij dus koppig zeggen „neen" als men ons voortdurend toeroept: „vergeet!", is dat in de grond een Hollandse karaktertrek. Vandaar misschien dat Totoks dankbaarder lezers zijn dan Indo's. En het is karakter dat TONG-TONG nastreeft, niet zo'n verduivelde lauwheid met honderdduizend ape- koolliefhebbers. Want driehonderdduizend men sen, die godbetert een leven lang méér van de we reld gezien en geleerd hebben dan elf millioen sa men, dat alles maar overboord gooien om kwis pelstaartend bij de haard te gaan liggen, zelfs on danks de dagelijkse blik in de spiegel zanikend dat ze niet bruin zijn, alleen maar kwiek klaar staand met zelfbeschuldiging en zelfvernedering, die zijn een steen om de nek van zinkend Holland. Noem mij Sinjo voor mijn part en ik zal die hand schoen opnemen, maar Nederlander zijn en mij te laten annexeren, hoe kéééén! T. R. werd hij door een vrachtauto overreden en werd Max met Militaire Eer begraven. Hij ruste in vrede en vele, oude, besnorde Jannen hadden op dit tijdstip een prop in de keel en betraande, rode ogen, waar zij zich helemaal niet voor schaamden! W. F. VAN WIJK

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 12