I ARTl DtCORA QUIRINO DA SILVA EXPOSITIE CHARLES SAYERS 7 Indonesische Spreekwoorden DE VISSEN EN DE MENSEN Ten vervolge op ons artikeltje over bovenstaand onderwerp in TT van 15 dezer laten wij hieronder enkele reacties volgen op deze door de Indische Kunstkring Tong-Tong georganiseerde expositie. Uit dc toespraak van Mr H. A. M. T. Kolfschoten, burgemeester van 's-Gravenhage, bij de opening op 7 dezeri Het genoegen, waarmee ik de uitnodiging van het bestuur der Indische Kunstkring „Tong- Tong" om hier vanmiddag de eerste door dit be stuur georganiseerde tentoonstelling te openen, heb aanvaard, berust zowel op het belang van de expositie op zichzelf als op het feit, dat deze mani festatie er zonder twijfel toe zal bijdragen de re patrianten uit Indonesië zich ook hun culturele taak in ons land duidelijk bewust te maken. Dat onze stad tot zetel van de Kunstkring gekozen is, lijkt mij daarbij welhaast vanzelfsprekend. Van oudsher heeft Den Haag vele bindingen gehad met hen, die uit Indonesië naar Nederland met verlof of pensioen terugkeerden en nog steeds is onze stad de trefplaats van de vele Nederlanders, die in Indonesië gewoond en gewerkt hebben. Het lijkt mij dan ook natuurlijk, dat de activiteiten van de Kunstkring „Tong-Tong" een aanvang ne men in de stad, waar de herinneringen aan het verleden vanzelf het levensklimaat vormen, waarin deze activiteiten het meest vruchtbaar gedijen kun nen. Deze herdenkingstentoonstelling, die de Kunst kring „Tong-Tong" aan deze schilder wijdt, is dan ook een daad van artistieke rechtvaardigheid. Het is mijn oprechte wens, dat deze tentoonstel ling niet slechts een verdiende hulde moge bete kenen voor een der beste Indische schilders, maar ook op het belang van zijn werk in bredere kring de aandacht zal vastigen. En niet minder wens ik, dat deze ontmoeting van zoveel in het vaderland teruggekeerden rond de markante figuur van deze schilder, hun onderlinge band in dezelfde dierbare herinnering moge versterken en verdiepen. Enkele persstemmen! Op Bali komt Sayers geheel in de ban van het Oosten en hij leeft zich in de rituele dansen en de plechtigheden bij begrafenissen en doden-riten in. In zijn serieuze en van talent getuigende kunst komt nog de tweeslachtigheid tot uitdrukking van de door Azië en zijn groots verleden gegrepen kun stenaar, die zich nog niet had kunnen losmaken van de westerse uitdrukkingsvormen, die hij bij zijn studies in Amsterdam en Parijs had leren ge bruiken. Een mengeling van naturalisme en stile ring treedt wel zeer duidelijk naar voren in „Ver brandingstoren, Bali", waar een levendige vertel trant en 'n heroische monumentaliteit om de voor rang strijden. (G. Oudshoorn in Haagsch Dagblad) Wat de tentoonstelling zelf betreft, menen we on ze vele oud-Indische lezers met klem te mogen aan raden deze maand eens naar het Panorama Mes dag te gaan om er kennis te nemen van de wer ken, die Sayers in zijn korte leven heeft gemaakt. Zij zullen er weer ontmoeten de brandende zon, de trillende luchten, de brandende kleuren. Zij zullen herkennen en dan erkennen dat Sayers met hun ogen, hun liefde en hun inzicht Indonesië niet alleen gezien, maar ook geschilderd heeft. (De BI. in Het Vaderland) Orang penggaman mati djatuh, orang pendingin mati hanjut. Iemand, die bang is om te vallen, zal door een val omkomen, iemand, die bang is voor de kou, zal door de stroom meegesleurd worden. De betekenis is: Als men een werk doet is het wenselijk het moedig aan te pakken en niet bang te zijn, want de bange zal zijn doel niet bereiken. Het spreekwoord gebruikt men om bange mensen moed in te spreken. Een paar spreekwoorden, waar gevoel voor humor uit blijkt zijn: Ketam menjuruhkan anaknja berdjalan betul. De krab zegt zijn kinderen, dat ze netjes moeten lopen (maar hij kan het zelf niet). Betekenis: Het heeft geen nut om mensen goede raad te geven, als het eigen gedrag niet in overeenstemming is met die goede raad. Weer naar Java teruggekeerd, ontwikkelde hij zich al spoedig tot een groot portretschilder, die vele opdrachten van hoge autoriteiten verwierf. Toch vindt men op de expositie vooral sterk expres sionistische landschappen, felle wajangtaferelen en fraaie volkstypen terwijl men in het laatste zaaltje ook enkele prachtige kinderportretten aan treft. (Het Vrije Volk) is het de Indische Kunstkring „Tong-Tong" gelukt in het Haagse Museum Panorama Mesdag een grote herdenkingstentoonstelling in te richten voor deze werkelijk grote verbeelder van het In dische leven kan deze expositie representatief genoemd worden voor Sayers, representatief voor zijn ontwikkeling en voor zijn veelzijdig heid Daar (in de tweede zaal) is het gehele Indische leven in zijn kleurenrijkdom, zijn bewe ging, zij grilligheid en zijn schoonheid herkenbaar Daarom zie ik in Charles Sayers de grote verbeelder van het Indische leven, de man die de Westerse invloeden heeft ondergaan en verwerkt, maar bovenal Oosters bleef in zijn oeuvre, althans in het werk, dat direct betrekking had op Indië En dan tenslotte in de derde zaal is er de schilder van de mens. Sayers heeft gezocht naar het wezen van zijn modellen, hij heeft een Jhr de Jonge in zijn echte Indische nonchalance neergezet, hij heeft de bekoring van zijn eigen vrouw bij een vleugel in een gesoigneerd portret neergelegd.Char les Sayers is op een waardige wijze herdacht en zijn naam zal onverbrekelijk verbonden blijven aan de tijd dat Indonesië nog Indië was. (Nieuwe Haagse Courant) H. B. Onlangs zag ik in een Australisch tijdschrift (onze buitenlandse abonnees houden ons nuttig op de hoogte!) een curieuze foto, opgenomen van de zee bij het Great Barrier Reef vanuit een heli copter. De foto liet een enorme school vissen zien, zorgvuldig beleid en bewaakt door twee haaien. Het was een bepaald soort haai en een bepaald soort vissen (helaas heeft een gast het tijdschrift meegepakt, dus kan ik de namen niet geven) maar zij leefden in een soort symbiose, waarbij de haaien langzaam maar zeker de hele school vissen op vraten. Een horribel idee. En toch, als ik in de trein rijd en uitkijk over de weilanden met hun bonte vee, als ik dan denk aan de cijfers uit het Statistiek jaarboek over de slacht: per jaar een dikke millioen koeien en kal veren over de kling, een kleine 3 millioen varkens (voor binnenlands gebruik!) als ik dus besef dat hier grote scholen dieren via grazige weiden en onder de hoede van honderden veeartsen langzaam maar zeker naar het slachthuis worden geleid. Als ik lees van zo'n schrootschandaal en andere schandalen, fraudes, oplichterijen. Als ik lees van de grote wedijver om atoombom men te maken. dan denk ik: je kan beter zo'n vis zijn, want dan wéét je toch niet beter en straks is alles hap- slok ook ineens voorbij. (een erg vervelend verhaaltje, lezers? Sorry. Maar het is tóch wel nodig om sommige tevreden haard- dromers te wijzen op andere realiteiten dan die ge zellig snorrende haard. Wees waakzaam, waak zaam. En werkzaam!) T. R. Leyla esta decorando um restaurante indonesio, a rua Sao Sebastiao, em Santo Amaro Uit Brazilië ontvingen wij een krantenknipsel van het EST ADO DE MENAS-Domingo, waarin spra ke is van een Indonesisch restaurant, waarvan de wandversieringen verzorgd werden door „Leyla". Dit artikel werd geschreven door de kunstredac teur Quirino da Silva en hij spreekt hierin zijn waardering uit voor het werk van Leyla. Leyla is bezig wandversieringen aan te brengen in een Indonesisch restaurant in de Sint Sebasti- aanstraat te Santa Amaro. De motieven van de versiering zijn scenes uit Indonesië, waarin de zo nen van dat verre land optreden en zich bewegen. Leyla geeft, door op bepaalde plaatsen de lijnen te verfijnen deze scenes bijna het karakter van fili gram: zeer dun en uiterst fijn verstrengelen zij zich om details te preciseren, die eigen zijn aan de kle ding van de Indonesiër. Er zijn ogenblikken waar de kunstenares geheel schijnt op te gaan in de Indonesische gewaden en costuums; de lijnen die geleid worden door emoti onele drift, zullen met elkaar verbonden, ons vertellen van de schoonheid, die alles in dat land verguldt. Er zijn ogenblikken, dat berouw en wroe ging tot het dik aanzetten van deze lijnen dwingen (sic!-Red.). Op die ogenblikken dringt de inhoud zich aan ons op, onderstrepen zij het karakter van de figuren, preciseren zij het type op onnavolgba re wijze en halen zij alle schoonheid die hen ken merkt naar voren. De tekeningen (waarvan de red. van T.T. er maar één kan plaatsen) op deze bladzijde kunnen al een idee geven van alles wat Leyla trachtte te benade ren van deze mensen en dingen uit Indonesië En zo gaat het artikel verder, een en al lof voor deze kunst, die spreekt van de liefde voor het land waar wij vandaan komen. Let wel: in Brazilië spreekt een kunstredacteur loffelijk over Javaanse kunstmotieven. In Neder land, dat veel nauwer en warmer relaties heeft met Indonesische en Indische kunst en waar dus in de pers veel regelmatiger over deze kunst gepubli ceerd moest worden, is amper wat te vinden! Ach, die botheid aan de ene kant en de haast kruiperige gedienstigheden aan de andere kant om „alles wat Indisch is te vergeten", tot welk een culturele verarming leidt dat!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 7