RUIM BAAN VOOR DE RIDDERS
12
8997
De stem door de telefoon heeft een onmisken
baar Indische intonatie. De afspraak is snel ge
maakt. Het is de stem van heer J. C. Baan. Hij
is eigenaar van ,,Baan's Varityper-zetterij aan
het Koningsplein 37 in Den Haag en de trotste be
zitter van een enorme collectie militaire onderschei
dingstekenen en uitrustingsstukken, die al over
al de aandacht heeft getrokken. Een gedeelte van
de duizenden voorwerpen heeft hij voorlopig on
dergebracht in zijn kantoor.
Als ik binnenstap waan ik me in een „rustka
mer", niet van het zo- en zoveelste bataljon infan
terie, maar van een wereldarmée. Het heeft ook
iets van een internationaal legermuseum. Ordete
kens, distinctieven, emblemen, cavaleriesabels en
samoerais, petten, kepi's en helmen hangen in
kleurige rijen langs de wanden. Specifieke em
blemen van heel veel legers bondgenoten en ge
wezen tegenstanders vormen een bonte entourage
voor prachtige ordetekens, slag- en steekwapens.
En midden in het fleurige geheel, smaakvol gear
rangeerd, hele rijen MWO's, expeditiekruisen, krui
sen voor Moed en Trouw met opschriften in Ma
leis en Javaans schrift; het Lombokkruis en de
Kratonmedaille gegoten uit het brons van buit
gemaakte kanonnen. Ik lees de gespen, namen
springen naar voren; Djambi, Atjeh, Lombok, Ce-
ram, Celebes, Bali. Uit nuchter metaal ontrolt zich
een lange historie, de geschiedenis van het KNIL.
Al die voorwerpen zijn met zorg bijeengebracht
door een Indischman, geboren in Benkoelen.
Daar waar de Padriheuvel staat, een gedenkzuil
ter nagedachtenis aan de Padri-oorlog. Daar is
ook het fort „Marlborough", een overblijfsel uit
de Engelse tijd. In het oude fort ravotte hij met
zijn vriendjes. Zou tussen die verweerde muren het
historisch besef bij hem ontwaakt zijn? Hij heeft
het in grote mate. Hij heeft dat ondefinieerbare
gevoel voor het historische detail; hij ziet het warm
kloppend leven achter de koude zinnen van een ge
schiedenisboekje. En hij is bovendien een verza
melaar pur sang. Voortdurend vorst hij in boeken,
oude documenten en rapporten. Vergelijkt, schift,
toetst en langzaam maar zeker vormt zich het
beeld dat hem telkens weer geboeid houdt: die
heel gewone menselijkheid achter historische ge
beurtenissen; de eenvoudige soldaat in zijn dode
lijke vermoeidheid en angst; de mens die in opper
ste plichtsbetrachting boven zichzelf uitgroeit en
tot daden komt, die gehonoreerd worden met de
Militaire Willemsorde. Drie simpele woorden
sieren het ordeteken: Moed, Beleid en Trouw.
Ze zeggen ons eigenlijk zo weinig. Zo weinig. Zo
maar een paar woorden. Alleen de drager weet
wat het hem gekost heeft. Hij alleen èn Jack
Baan! En die neemt dat niet; hij zal niet rusten
vóór de Ridders krijgen waar ze recht op hebben,
dankbaarheid en respect van het hele Nederland
se volk. Het mag niet voorkomen, vindt hij, dat
de MWO voor een of ander wandelkruis wordt
aangezien. Dat een sergeant in gesprek raakt met
een drager van de hoogste onderscheiding in
den lande en in gemoede informeert hoeveel maal
hij de Vierdaagse heeft gelopen.
En zo is het tien jaar geleden begonnen. Naarstig
speurt hij naar gegevens, boekwerken en ordete
kens. Zoveel mogelijk zoekt hij persoonlijk con
tact met Ridders derde en vierde klasse, stelt zich
in verbinding met de Bond van Ridders MWO
(onderofficieren en minderen) en de Vereniging
van Ridders MWO (officieren). Van alle kanten
krijgt hij ze toegestuurd: onderscheidingen en di
ploma's en veel literatuur. Hij bezit nu drie boe
ken waaruit hij alle persoonlijke gegevens en
verrichtingen van alle rond 6000 Ridders kan terug
vinden. Er zijn nog maar een 130 in leven. Deze
drie boeken vormen de basis voor zijn naspeurin
gen. Hij achterhaalt foto's, maakt lichtdrukken
van ridderdiploma's, duikt in heel oude tijdschrif
ten en laat niets achterwege om zoveel mogelijk
materiaal te verzamelen. Tweeduizend foto's en
72 MWO's zijn tot nu toe het resultaat.
Die ridderordes zijn hem door familie van overle
den Ridders afgestaan. Soms zit er een brokje
tragiek in: „Houdt U ze maar. Wij weten er
eigenlijk geen raad mee." Maar de meesten zullen
het eremetaal spontaan en met een gerust hart
hebben afgestaan, omdat ze weten dat ze in goede
handen zijn, handen die ze met eerbied zullen be
handelen.
Want Jack Baan heeft grote plannen! Reeds is
het hem gelukt een expositieruimte aan de Drie
Hoekjes van de gemeente te huren. De overkap
ping moet er nog op. Als dat klaar is zal hij de
beschikking hebben over een lange hal van ruim
80 bij 3 meter. Een hele wand ervan zal moeten
dienen, zoals hij het uitdrukt, als een erezuil voor
de Ridders MWO. Daar zullen ze prijken de dui
zenden foto's, gevat in een sierlijk schild met de
namen eronder en alle werkelijk gedragen onder
scheidingen zullen die namen glorieus onderstre
pen. Vele foto's zullen ontbreken, lang niet alle
medailles zullen er hangen. Maar het grote idee
blijft: hoeden af voor Moed, Beleid en Trouw!
En dan zal hij eindelijk zijn doel hebben bereikt;
dan pas zal het kernpunt van zijn hobby ten volle
tot zijn recht komen. Maar hij heeft nog meer
pijlen op zijn boog. Hij wil een boekwerk uitge
ven die alle verslagen bevat van de gevechten en
waarbij de Ridders MWO hun onderscheiding ver
diend hebben. In 1947 was men er al mee begon
nen. De heer De Koning nam het initiatief, weldra
bijgestaan door de Ridders De Wijs en Keur. Het
concept was nagenoeg gereed, maar de uitgifte
strandde op de hoge drukkosten. Welnu, Jack Baan
liet het er natuurlijk niet bij en na veel gezoek
vond hij het manuscript. Hij hoopt het binnen niet
al te lange tijd in druk te geven en het boek in een
goedkope uitvoering te verspreiden als een twee
de tribuut aan de MWO-dragers.
Ja, en dan is er nog dat andere gedeelte van de
verzameling, dat als vanzelf erom heen is ge
groeid. In pakweg een jaar tijds is de collectie
emblemen, distinctieven, blanke wapens en hoofd
deksels in een sneltreintempo uitgedijd tot een om
vang die ontzag afdwingt. Voor het overgrote
deel krijgt hij ze van milde gevers, die belangstel
len in zijn hobby. Ik raak het overzicht zo lang
zamerhand kwijt, maar Jack Baan weet tot op
het kleinste voorwerp wat hij bezit en waar ze
zijn opgeborgen.
Hij heeft een originele medaille, uitgereikt na de
slag bij de Doggersbank in 1781de eerste Neder
landse onderscheiding in de vorm zoals wij die
tegenwoordig kennen. Ik bekijk schitterende or-
KN1L-MONUMENT
Prins Mauritslaan 36
Den Haag
„Hantam kromo"!
GIREER NU
detekens van Portugal, Engeland, Oostenrijk en
Turkije; het IJzeren Kruis en de Légion d'Honneur.
Er is een complete uitrusting van een vechter van
het Franse Vreemdelingenlegioen, epauletten en
medailles tot het regimentsnummer toe. Sabels van
de bereden wapens, wandelsabels van Infanterie
en Marine, samoerais van onderofficieren, vaan
drigs en officieren, en de zo bekende klewang! Ik
tuur door een loopgraafperiskoop, zoals die in
de eerste wereldoorlog werd gebruikt. En over al
les praat hij enthousiast en kundig.
Het is feitelijk nog maar een kleine stap naar
lakstempels met de wapens van ik weet niet hoe
veel vorstenhuizen. En een blikken bord en lepel
uit de kamptijd en een tjawat toelèn wekken dan
helemaal geen verwondering meer!
Als het me een beetje voor de ogen begint te
schemeren, rijden wij naar zijn gezellig home aan
de Regentesselaan. Daar wordt ik (hoe kan het
ook anders) gastvrij ontvangen en ik maak kennis
met zijn vrouw en dochter. Onder de koffie wor
den me weer hele ritsen medailles getoond. Het
is maar een bescheiden gedeelte van wat er totaal
in huis is.
Ontoonbaar geworden medailles maakt hij zelf
weer helemaal zoals ze behoren te zijn. In zijn
liefhebberij doet hij trouwens alles zelf, niemand
anders komt er aan te pas. In afwachting van het
gereedkomen van de tentoonstellingsruimte is
hij nu al aan het sorteren en stelt vast waar alles
het beste opgesteld kan worden.
Vóór het zover is, zal hij binnen afzienbare tijd
voor TONG TONG een beperkte expositie ver
zorgen. Het is de moeite waard!
Tegen de tijd dat ik betoel-betoel poesing begin te
worden, brengt Jack Baan mij met de wagen thuis.
Zo vanzelfsprekend, zo gastvrij, zo door en door
Indisch.
Ach, ja het is maar een hobby, een vorm van vrije
tijdsbesteding. Er zullen hier in Holland en elders
genoeg verzamelaars zijn in dezelfde „branche".
Maar de collectie van Jack Baan is toch meer
dan dat. Ergens is het totaal verschillend. De hele
opzet belichaamt een zeker verzet tegen lauwheid
en onverschilligheid voor niet-alledaagse waarden;
het is een opkomen, dwars tegen alle vooroordelen
in, voor een miskende, vergeten groep mensen. En
in deze vorm is het in de allereerste plaats en
met recht een ridderlijk gebaar!
M. H. J. R.
Dit is maar een klein gedeelte van de verzameling. Waardig, als stille getuigen van voorbeeldige moed,
beleid en trouw, hangen daar de MW's. Kijk! Daar helemaal rechts, het rimboewapen bij uitnemend
heid: de klewang! Dit exemplaar is kleiner, buitenmodel. Maar er is ook nog een rasechte. Als je die in je
hand neemt, voel je weer die subtiele balans, je weet wel van toen froeher! Over vroeger gesproken,
heeft iemand misschien het tweede deel van Zentgraaff's „Atjeh"? Jack Baan houdt zich gaarne aan
bevolen!