BOLLAND
Dr* H* Neubronner van der Tuuk
RADIO en TV
VERHUIZEN
BEO
STATIONSWEG 143
Telefoon 11.50.86 - Den Haag
Levert U platen van
Cowboy, o.a. Tielman Brothers
Lefty Frizzell
I want to be with you always
Krontjong Oud-Indisch lied nr. 2 door 2 Indische meisjes
en Belloni's Hawaï-orkest
De nieuwste Luxemburg Toppers
o.a. Cliff Richard
Tevens hèt adres voor:
Niemand verhuist zoveel als de Indischman. Dat
merken we dagelijks op de administratie. Ja, dat is
het beroerde hier, je bent in dit pension niet se
nang, dus je verhuist naar een ander. En op deze
gemeubileerde kamer krijg je eten dat tjemplang
is, dus je pakt je boeltje en je verhuist weer naar
daar En dat gaat zo maar door.
We hebben altijd erg met u meegevoeld, en de ad
ministratie begint haar dag altijd met de verhuis
kaarten. Dat is ook nog een heel gedoe hoor. Eerst
de kaart lichten, nieuw adres op de kaart, nieuw
adres op de abonnélijst, pons lichten en terugsturen
naar de ponsenmaker om te laten veranderen. Zo
lang de pons nog niet bij ons terug is, krijgt u de
krant met een getikt adresje.
Dit deden we tot op de dag van verzending van
de krantjes toe, want heel vaak krijgen we adres
veranderingen door als de kranten al geplakt zijn
en klaar liggen om verzonden te worden, en dan
graven we vertwijfeld in de stapels om één bepaald
krantje te vinden en nog gauw gauw van een nieuw
adresje te voorzien. Vaak krijgen we ook kranten
retour van de post, met de bemerking „Vertrokken
zonder nader adres". En dat maakt ons gewoon
wanhopig, want waar is onze abonné nou gebleven?
Zulke abonnees, we hebben er wel een stuk of
twintig, komen in een aparte bak te liggen (hun
abonnementskaarten althans) en die bak is onze
„mysteriebak". Soms komt na weken, maanden
zelfs, een verontwaardigde kreet van zo'n mysterie-
abonné: „Waarom krijg ik geen Tong Tong meer?
Ik heb toch betaald!" En dan blijkt uit het adres
op de enveloppe, dat dat een verdwenen abonné is,
die vergeten heeft zijn nieuw adres op te geven.
Maar ik dwaal af. Waar ik eigenlijk op neer wilde
komen, is dit: de kranten worden niet meer bij
Tong Tong op kantoor geplakt dus we kunnen de
verhuizers geen „last minute service" 'meer geven.
Wilt u daarom alstublieft minstens één week tevo
ren uw adreswijziging doorgeven? Dan kunnen wij
dat nog op tijd doorgegven aan onze expediteur.
Omdat we vroeger van onze eigen beo zo'n plezier
hadden gehad, kon ik het nooit nalaten, als ik
ergens zo n beest ontdekte, er een praatje mee te
maken. Zo ook deze keer. Ik stond voor de kooi,
en beo was schaamteloos aan het flirten. Hij
hipte heen en weer, floot een deuntje en ver
draaide z n kop op een dergelijke manier, dat ik
me genoodzaakt voelde te zeggen:
„Pas toch op Beo, zo meteen verrek je nog je
nek".
Beo keek me peinzend aan en liet toen hard en
doordringen horen: „Krriciéiéng, krrriéiéiéngü!"
Daarna: „Hallo! Hallo!
Ja.
Jaa.
Ja.
Ja. Goed. Dag."
Een geluid als van een hoorn die op de haak
werd gelegd en toen zacht, maar hartgrondig en
nadrukkelijk: „Verrrèk".
IKS.
Dit is niet de eerste maal, dat wij in TONG-TONG
Uw aandacht vragen voor de op 23 februari 1824
op Malakka geboren taalgeleerde Dr. Hermanus
NEUBRONNER VAN DER TUUK. Reeds in
ons Kerstnummer 1958 schreef W. A. Braa-
sem o.m. over deze grote Indoloog: „In de persoon
van Van der Tuuk hebben we niet slechts de grond
vester van de wetenschappelijke beoefening van de
Batakse taal- en letterkunde te zien, doch tevens
de eigenlijke schepper van de gehele Indone
sische Taalwetenschap, het zeker niet minst waar
devolle deel van de culturele erfenis die Neder
land het jonge Indonesië heeft nagelaten.
Naast zijn grote betekenis als geleerde vormde
Van der Tuuk echter tevens een wel uitermate kleu
rige persoonlijkheid
In een flanelletje zonder mouwen en met een
omgeslagen sarong placht V.d. Tuuk eventueel
bezoekers te ontvangen, die dan steevast en op
welk uur van de dag ook uit een soepterrien wer
den gepresenteerd, waarin hij allerlei restjes van
K»- V'"'
geraspte kaas had verzameld. Zijn directe chef in
Batavia schreef hij ten slotte dienstbrieven in
potlood, waarbij hij, op het ongebruikelijke hier
van geattendeerd, een in inktpotlood geschreven
epistel terugzond na er met zijn natte duim over
te hebben gewreven om aan te tonen, dat het schrift
immers even duurzaam was als dat met inkt!".
Braasem haalt ook aan, wat de filosoof G.B.
Rouffaer (zélf een zonderling), die van der Tuuk
in 1888 op Bali een bezoek bracht, over hem
zegt:
„Tot zijn wonderlijke verschijning aldus Rouf
faer behoren nog zijn grove rauwe stem, en
zijn zonderlinge varkensoogjes. Als geboren uit een
Hollandse vader Mr. Sefridus van der Tuuk (pre
sident van de weeskamer en de Raad van Justitie
te Soerabaia red.), en een uit Malakka afkom-
Het ligt in de bedoeling van de redactie
van TONG TONG om iedere maand een
korte levensschets te geven van hem o[ haar,
die in die maand is geboren en die Indië
groot heeft helpen maken, op welk gebied
dan ook. (Voor de maand februari hebben
wij er maar één kunnen vinden, en wel:
Van der Tuuk.) Hiertoe roepen we de
medewerking op van onze lezers. Wie kan
ons namen en data opgeven, of lectuur waar
uit wij gegevens kunnen putten? De Ency-
clopaedie van Nederlands Indië is in ons
bezit, maar die gaat niet verder dan tot het
begin van deze eeuw, en daarna zijn er nog
zo velen geweest, die goed werk hebben ge
daan en aan wie we graag een artikeltje
zouden wijden.
Helpt U ons?
REDACTIE.
stige creoolse moeder, Louise Neubronner (van wie
zijn „tweede" achternaam; van der Tuuk beweer
de zelf altijd, dat hij van moederszijde van de be
roemde 16e-eeuwse Portugese onderkoning Alfon
so d'Albuquerque afstamde!), had hij zelf iets van
de Creool."
Een korte levensbeschrijving van van der Tuuk
zegt ons eigenlijk niet veel over deze „zonderlinge
figuur":
„Op zijn vijftiende jaar legde hij z'n admissieexa-
men voor de Groninger academie af, waar hij
volgens de wens van zijn vader rechten studeerde.
Deze studie schijnt hem niet zo aangetrokken te
hebben, want hij legde maar één examen af en wel
zijn propadeutisch. Hij had meer interesse voor
talen en na de Europese talen, kwamen de Ooster
se talen aan de beurt.
Van het Nederlands Bijbelgenootschap kreeg hij de
opdracht de Bijbel in het Bataks te vertalen.
Hij was ook de eerste Europeaan die in 1853 het
Tobameer bereikte. Van der Tuuk stierf op 17
augustus 1894 in het Militair Hospitaal te Soe
rabaia."
Kortgeleden echter verscheen het, in onze „BOE-
KENKRABBELS door Hein Buitenweg besproken
boek: „Tussen twee vaderlanden" geschreven door
Rob Nieuwenhuis -dat wij iedereen van harte
kunnen aanbevelen waarin een heel hoofdstuk
aan van der Tuuk is gewijd, dat een bijzonder
goed beeld geeft van deze man, voor wie wij alleen
maar een grote bewondering kunnen hebben.
Harimau mati meninggalkan belang, gadjah mati
meninggalkan gading, (manusi mati meninggalkan
nama)
Als een tijger sterft, laat hij zijn strepen achter,
als een olifant sterft, laat hij zijn slagtanden achter,
(als een mens sterft, laat hij zijn naam achter).
Wordt gezegd van een hoogstaand mens, wiens
daden nog lang na zijn dood worden besproken.
The Black Dynamites