WIE IS DE VADER? 10 Een Japanner die wc niet konden bedriegen OPERATIE BUT A zwijn, varken) Gedurende de Japanse krijgsgevangenschap in Siam werd er voortdurend gewerkt aan het herstel en opbouw van de bruggen te Tamarkan. Telkens, zodra het werk klaar scheen, en ons een vrije dag werd beloofd, kwamen de geallieerde vlieg tuigen. Van het daar terplaatse aanwezige lucht afweergeschut trokken ze zich niet zoveel aan, en ofschoon hun opdracht zeer waarschijnlijk luidde, om de bruggen weer te vernielen, had de omge ving het wel het zwaarst te verduren. Oorspronke lijk was ik in het kamp Tamarkan, maar nadat er per ongeluk enkele bommen in het kamp waren terechtgekomen, die bestemd waren voor het lucht afweergeschut, werden we overgebracht naar het kamp Chung-Kai, enkele kilometers hoger op langs de spoorlijn. Volgens de Japanse Kampcommandant waren we grote lafaards, omdat we dit zelf hadden gevraagd, en misschien waren we dit ook! Een „prettige" herinnering aan mijn verjaardag 29 november 1944 te Tamarkan was o.a, ook bij zo'n bombardement, waarbij weer enkele bommetjes in ons kamp vielen. We renden naar de schuilloop- graven en toen ik er in sprong kwam ik precies op het hoofd van mijn Cie.-Cdt., de toenmalige kapt. van B, terecht, die daar met zijn vingers in z'n oren ineengedoken zat. Mij restte niets anders, dan op dat lichaam te blijven zitten totdat het ge vaar voorbij is. In rustiger tijden had ik deze kans nooit gehad. In Chung-Kai hadden we zo nu en dan ook nog tijd voor een cabaretvoorstelling. Het was wel primitief, maar toch een waardevolle afleiding. Zo verscheen er ook eens een goochelaar, die uit één ei verscheidene andere goochelde. Tijdens dit num mer heb ik wel even gewatertand. De volgende morgen gingen we als normaal met ons blikje rijst naar Tamarkan om weer aan de bruggen te wer ken. Tegen 1 uur riep onze bewakingsjap de groeps- cdt., Sgt. B. bij zich en vroeg hem om de gooche laar van de eieren. Deze kreeg van de Jap een eendenei met de mededeling, dat hij er voor moest zorgen, dat wij allemaal minstens 1 ei zouden krijgen. De Jap wilde ons een „big eat" geven, en we zouden dan ook harder kunnen werken. De arme goochelaar probeerde toen de Jap uit te leggen, dat hij dat onmogelijk kon doen. Deze maak te zich natuurlijk kwaad omdat zijn goede bedoe ling niet werd gewaardeerd en Sgt. B. moest er weer bij komen om het een en ander duidelijker uit te leggen, want hij kende misschien tien woor den meer van de Japanse taal. Sgt. B. moest nu zijn ondergeschikte bevelen om dat ei te ver menigvuldigen. Maar hoe die twee de Jap aan het verstand probeerden te brengen, dat er meerdere eieren nodig waren, het hielp niets. De Jap had zelf gezien, dat het kon, en wees op overtuigende wijze naar zijn ogen. Ze moesten hem nu dus niet probe ren te bedriegen. Na een stortvloed van Japanse scheldwoorden kregen zowel de goochelaar als sgt. B. een paar harde klappen en het ei stak hij in zijn zak. we moesten het toen zonder „big eat" doen. C. W. VAN ROOY. Het is nacht. Ergens in de bergen van de Preanger slapen 2000 tawanans in een Japans-werkkamp; sommigen dromen van de langverwachte vrijheid en van Chinese eetfestijnen. In het kamphospitaal fluistert Dokkie Emile Koch met een van de ziekenbroeders: „VERS VLEES TEGEN ELKE PRIJS; KONING OEDEEM GRIJNST EN HEERST IN HET KAMP MET EEN DUBBEL' SNIJDENDE SAMORAI" Onmiddellijke krijgsraad volgt van de hantjou- buta (varkenswaker) met zijn adjudanten. Geen kwartier later „babie-kabaal" in de kraal De volgende dag rapporteerde de hantjou-babi aan de KEPALA-BABI, de grote Joshino, dat de var kens de afgelopen nacht gevochten hebben; dat er vele gewond zijn en dat er twee persé afgemaakt moeten worden. Joshino komt kijken en ziet ver schillende babies met grote verwondingen aan voor- en achterhammen. Hij adviseert: „JO- CHING (Jodium) wakarimas; hai-to dua buta mati kasih. Buta-niku Nipon suidji!" Hantjou-babi buigt en voert de opdracht uit: „Jodium op de wonden, slacht 2 babiesen Dokkie Emile Koch lacht stil voor zich heen! De dapur van het ziekenhuis rookt; soep van de usus-babi en smoor van de afgesneden varkens lappen! Hantjou-babi en assistenten deden goed werk! OPERATIE-BUTA succesvol; herhaling over 4 weken, wanneer de verwondingen geheeld zullen zijn. SANTA. Togashi-san, kapitein van het Keizerlijk leger van Dai Nippon, commandant van een krijgsgevangen kamp, „ergens in de Pacific" ging algemeen door voor een goede Jap. Vlak na de oorlog lieten veel krijgsgevangenen zich in hun kampplunjc fotograferen. Deze hier ..ontsnapte" ervoor uit het hospitaal van Johorc Baru en liet dit kiekje bij een Chinese fotograaf maken in ruil voor zes pakjes Players! De achter grond klopt alleen niet erg met de aankleding van de persoon ervoor. U kent dat wel: alle fotografen vroeger hadden de vreemdste entourages, waar de te fotograferen lieden in bevallige houdingen in werden opgesteld, maar die entourages waren be rekend op weldoorvoede lieden in nette pakken. Hier is de achtergrond wel heel erg in tegenspraak met de harde realiteit. Broodmager en met niet meer dan een paar vodden aan staat deze ex- krijgsgevangene daar voor een onecht aandoende sterrenhemel. Maar toch had hij niettegenstaande alle ellende zijn gevoel voor humor niet verloren, want hij schrijft ons nu uit Brisbane (Australië) ..Die maan op de achtergrond moest dienen als veer op mijn hoed Ondanks de muurvaste overtuiging van iedere ta- wanan, dat een Jap destijds pas „goed" genoemd kon worden, wanneer hij zich ongeveer twee me ter onder de aardoppervlakte bevond, genoot ka pitein Togashi bij allen, die gedurende kortere of langere tijd in dit P.O.W. kamp verbleven, een bijzonder gunstige reputatie. In alle opzichten toon de hij zich uitermate soepel, ontvankelijk voor rede lijke verzoeken en rechtvaardig. Zo was het iedere Japanse bewaker ten strengste verboden het kamp te betreden, waardoor bij voorbaat alle conflicten wegens niet groeten of te laat in de houding springen e.d. werden voorko men. De handhaving van de orde, veiligheid en zindelijkheid in het kamp werd opgedragen en uiteraard op stipt militaire wijze uitgevoerd door een eigen kamp-politie. Verscheen een hoogst en kele keer de Japanse kampcommandant in gezel schap van de Britse commandant en de tolk voor een algemene inspectie in het kamp, dan was dit nauwelijks merkbaar, want het traditionele „kei- rei"-geroep moest beslist achterwege blijven, aan gezien dit in Europese kampen evenmin de ge woonte was. Ook de corveeën in de onmiddellijke nabijheid van het kamp geschiedden eveneens onder toezicht van eigen corvee-leiders. Dit kawat-verhaal vertelt nu over zo'n corvee- ploeg, bestaande uit een twintigtal Australische Krijgsgevangenen, die belast waren met het on derhoud van de privé-moestuinen van kapitein Togashi. Dit corvee was een vaste ploeg en de Aussies waren door Togashi persoonlijk geselecteerd uit specialisten op het gebied van bemestingen en het kweken van groenten. Geen wonder, dat deze mannen speciale privileges genoten. Meer dan eens moesten zij de kampcommandant van advies dienen inzake groente-ziekten, nieuw te kweken groenten en wat niet al. Een en ander geschiedde in de regel op één van de galerijen van Togashi's verblijf, waar men ook zijn „twaalf-uurtje" nuttigde en zijn mid dagrust genoot. Op zekere dag deed één van de „amoy's" een Chinese bediende aan kapitein Togashi de me dedeling, dat zij tot haar leedwezen genoodzaakt was de dienst op te zeggen, aangezien zij in geze gende toestand verkeerde. De verbazing van de Japanse officier hierover kende geen grenzen, niet zo zeer over de gezegen de toestand van zijn dienstmaagd, hetgeen zijns in ziens volkomen menselijk was, als wel over de vraag, wie de euvele moed gehad zou hebben om deze nog jeugdige, ongehuwde en zeer bekoorlijke dochter van het Hemelse Rijk te verleiden. Het meisje bekende na een korte ondervraging, dat onze Australische corveeërs de hand in deze affaire had gehad. Togashi, hierover uiteraard zeer ontstemd, liet on verwijld de Britse kampcommandant, alsmede de commandant van het Australische contingent en de tolk bij zich ontbieden. In een korte bijeenkomst werd deze ernstige kwestie besproken. Vervolgens moest het voltallige moestuin-corvee aantreden. Welke consequenties zou deze aangelegenheid voor het kamp in het algemeen en voor de Aussies in het bijzonder met zich meebrengen? Welke straf maatregelen had Togashi in petto? Welke gun sten en voorrechten werden er met intrekking be dreigt? Men moest er maar niet aan denken. Door tussenkomst van de tolk maakte hij in felle bewoordingen zijn misnoegen kenbaar over het gebeurde. Hij had zich deerlijk vergist in de Austra lische soldaten, die zich in de oorlog ver van huis zeer moedig hadden gedragen en zich als krijgsge vangenen zeer gedisciplineerd hadden getoond; zij hadden het vertrouwen dat hij hun had geschon ken volkomen beschaamd. Hij besloot met te zeg gen, dat het de morele plicht van de dader, die de moed wist op te brengen het onschuldige meisje te verleiden, was om deze aanstaande moeder tot zijn vrouw te nemen en haar met het kind te onder houden en te verzorgen. Togashi verklaarde, dat op de dader, die volledig bekent, geen enkele straf maatregel zou worden toegepast. Ik doe thans een dringend beroep op de Australische eerlijkheid en sportiviteit en ik verzoek de dader één pas naar voren te doen Het volgend ogenblik trad als één maneen twaalftal Aussies uit het gelid naar voren en brachten Togashi de militaire groet. Eén moment waren op zijn gelaat toorn en verbazing te lezen, doch daarna kon hij een glimlach niet meer onder drukken, beantwoordde de militaire groet, maakte zelf rechtsomkeerd en liet het corvee inrukken. Togashi begreep. Voor het kamp volgden geen sancties. Togashi-san kapitein in dienst van de Tenno-Heika was een zeldzaam goed mens. P.O.W. 13589

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 10