5
Kanttekeningen bij de kunstkring expositie-Sayers Waar bleven de Redders?
ATTENTIE
BRIEF VAN OMA
Daar zaten we dan, mijn vrouw en ik, om bij
deze tentoonstelling van Charley's werken „mend-
joeal kartjiszoals de andere Tjalie het noemde.
Dachten eerst aan een saaie job, maar de werke
lijkheid leerde anders. Wij spraken tal van perso
nen die Charley meegemaakt hadden, in Parijs,
op Bali, Java, Sumatra of aan de Burma-road, en
daarvan interessante dingen wisten te verteilen.
Ook de note gaie ontbrak niet. Dat was een der
eerste dagen een Amerikaanse, die mij als belo
ning voor enige toelichtingen bij de schilderijen bij
het weggaan een fooi wilde geven, en vroeg „Do
you accept American money?" En op mijn wei
gerend antwoord mij aankeek alsof ze dacht: dutch
fool.
Dan was daar de Engelsman die door vertraging
van de Harwich-boot de Lorelei naar München ge
mist had en door museum-bezoek in Den Haag
zijn tijd trachtte te korten. Hij had de halve we
reld rondgezworven: Egypte, Sudan, India, Brazi
lië had wat geld gestoken in Malakka-
rubber. Naar zijn mening was de politieke ontwa
king van het Oosten tot stand gebracht door en
kelingen die de massa overschatten, die voor zelf
bestuur nog niet rijp is. Noemde de Engelse pro
paganda in die richting „sentimentele gevoelens"
van personen die nog niet verder waren gekomen
dan hun eigen land. De Oosterling was niet op
standig zolang de Europeaan zorgde voor voedsel
en kleding. Hij vond het jammer dat Nederland
Indië zo gauw losgelaten had.
Om op Charley terug te komen, uit Parijs kwam
speciaal voor deze gelegenheid over de schilder
Han Harloff woont 's zomers in Positano
bij Napels die in 1930 Charley's naaste mede
werker was bij de Parijse wandschilderingen. Hij
vertelde o.a. dat Charley, niettegenstaande zijn
succes met zijn Parijse exposities, er niet aan
dacht om zich als schilder in Parijs te vestigen,
omdat hij door sterke banden teruggetrokken werd
naar zijn Land van Herkomst, speciaal Bali.
Een dame had de Parijse wandschilderingen per
soonlijk kunnen bewonderen; van het Franse pu
bliek had zij dikwijls daarvoor het woord „sublime"
gehoord. Op de boot, terugreizend naar Indië,
hoorde zij van de brand, die alles vernield had.
Interessant was ook het verhaal van een dame die
als meisje op Batavia schilderles van Charley had
gekregen; zij prees zijn paedagogisch talent hij
verheugde zich kinderlijk met zijn leerlingen als
die met een tekening of schilderij iets bereikt
hadden; bij al zijn successen bleef Charley een
voudig.
Meerdere bezoekers hadden hem meegemaakt aan
de Burma-road. Zijn physiek was daar goed, en
hij zat vol plannen voor na de bevrijding. Toen
kwam zijn ziekte hersenmalaria die hem al
dadelijk apatisch maakte. Gedeprimeerd moet hij
slechts voor zich uit gestaard hebben. Voelde hij
toen misschien al dat hij het niet halen zou? Een
vriend wist te vertellen dat Charley met enige
kampgenoten werd begraven op een klein vrien
delijk kerkhof, onder een bloeiende bougainville
en flamboyant, dicht bij de drie-pagoden-pas (waar
eeuwen geleden ook Marco Polo langs getrokken
was)
Zo wekte deze expositie naast prettige, ook vele
weemoedige herinneringen op, en niet alleen bij
ons. Zo getuigde de schilder Bonnet (die Charley
jarenlang op Bali meegemaakt heeft) dat hij langs
deze Balische schilderijen liep „met weemoed in
het hart".
Verheugend was de belangstelling die Minister
Klompé toonde voor deze „Indische" schilderijen.
Sprekend over de Indische gerepatrieerden hoor
den we tot onze vreugde en voldoening dat hun
opname in het Nederlandse arbeidsproces alles-
zins bevredigend was.
Teleurstellend was echter het gebrek aan belang-
De voordrachtkunstenares Nel Oosthout zal op
woensdag 9 maart te 8 uur 's avonds, in het Kur-
haus Paviljoen te Scheveningen een voordracht ge
ven van de „De brief" van Somerset Maugham,
waarvan de opbrengst ten goede zal komen aan
de Nationale Actie Steunt Spijtoptanten Indone
sië (NASSI).
JLen 5'o.a. verkrijgbaar bij
TONG TONG, Prins Mauritslaan 36.
stelling voor deze eerste Indische Kunstkring-ex
positie bij directeuren en rectoren van middel
bare scholen in Den Haag, aan wie het bestuur
vrije toegang voor hun leerlingen had aangebo
den. Niet één van hen heeft hierop gereageerd.
Ook de Nederlandse Museum-directeuren lieten
verstek gaan. Maar misschien is alle begin moei
lijk ook voor schoolhoofden en museumdirec
teuren. Laten we hopen op meerdere belangstel
ling van deze zijde in de toekomst.
En nu is de expositie weer voorbij de schilde
rijen zijn weer naar de eigenaren of het Tropisch
Instituut. Mijn vrouw en ik voelen een leegte als
of iets dierbaars van ons afgenomen is; wij her
leefden weer veel Indische herinneringen „alsof
het nog pas gistern" was. Is het misschien toch
waar, dat de banden die een mens binden met het
verleden, sterker zijn dan de banden met het he
den?
d. H.
Hoe gaat het in Mauritslaan 36? Met mij boleh
bilang tevreden, is ter niet moe, eten is hoed, ik
kijk op boom, pakeh kleedje van sneeuw, toen
sneeuw weg, boom weer kaal, is ter op tak kleed
je van mos, blad over twee maanden missiën,
want hier in Golland zoo gek, zon altijd pakeh
kemol, hij bang voor mist, mist altijd pajah, regen
weer overwint mist, nu regen pajah, ik zet rose
bril op, nah sliepiet, ik doe lich op, nah ik zie
zon, weg sneeuw, weg mist, weg regen, ik kan
maken mijn Indisch poesakaboek met uitknipsels
van Tong-Tong, nahitoe laven van
OMA.
Zij die op ons brommen dat we te veel achterom
kijken, (We leven immers nu en moeten vooruit!)
zullen na lezing van de brief van Oma, haar en nog
veel andere Oma's voorlopig nog wel wat uitknip
sels gunnen, is het niet?
IDA.
Op de grote rapat Actie Comité Spijtoptanten,
gehouden in de Haagse Dierentuin op maandag
1 februari, j.l., sprak Tjalie Robinson hartver
warmende woorden. Hij zei o.a.: „Wanneer iemand
op het punt staat te verdrinken, vraagt men zich
niet af of de drenkeling blank of bruin is, rijk of
arm, of van welk geloof. Men springt in dat water
en probeert hem te redden."
Vier dagen later kon dat reddingswerk inderdaad
plaatsvinden. En het werd de redders zelfs gemak
kelijk en aangenaam gemaakt. Er was n.l. in de
Dierentuin een z.g. „Oosterse Avond" ten bate van
bovengenoemd doel en toegankelijk voor iedereen.
Een klein comité slaagde er in een avond te orga
niseren, zó gezellig en stijlvol, dat ook de plaatse
lijke pers hier verrukt over was. Er waren schitte
rende costuums en veel firma's schonken mooie
prijzen. Maar honderden redders bleven weg.
Want 3,50, was te duur, zei men. En het was een
vrijdag zei men. En te koud, zei men. En nog veel
meer zei men. Arme drommels! Ik hoop dat jullie
dit daar in Indonesië nooit te weten zullen komen.
MARY B.
Machteloosheid, onzekerheid en onverschilligheid
van onze groep openbaarden zich al vaker dan in
de zaak voor de spijtoptanten alleen. Er wordt
door ons in Nederland schrikbarend weinig ge
daan. Er is erg weinig initiatief en waar initiatef
is, weinig medewerking. Wij weten hoeveel „rede
nen worden aangevoerd voor het uitblijven van
actie, maar al met al: het resultaat blijft zowat
nul. Het spijt ons dit te moeten constateren en er
zijn mensen die ons dit kwalijk nemen. Maar mijn
goede mensen, ook al zwijgen wij erover, anderen
zien het tóch!
Maar gelukkig, Mary B.J, zijn er nog genoeg men
sen die wél wat doen. En ook al is het resultaat
teleurstellend, wees niet ontmoedigd. Zet door. Be
gin steeds opnieuw. Omdat wij ons trainen moeten
voor nóg slechter tijden, die zéker kunnen komen.
Biar lambat aral selamat, ta'lari gunung dikedjar.
Laat het langzaam gaan, als het maar goed gaat;
de berg, die men wil bereiken, loopt niet weg.
Dari pada berputik mata. lebih baik berputih tulang.
Men kan maar beter dood zijn, dan altijd te moeten
huilen.
aar geen KPM ers komen kunnen op de Borneo se rivieren, daar komen wél de littiks, de majangs, de
djoengs, de glatiks, en hoe al die Indonesische prahoes verder ook heten mogen. Ze leggen aan tussen
de op vlotten gebouwde huizen, want in het merendeels moerassige Borneo is vaak geen grond om op
te bouwen. Dus wonen de mensen op de rivier. Je kan daar gezellig zitten vissen uit je raam, en je kunt
blandja aan je raam van passerende verkopers-in-prauwen. Er zijn daar vaak geen straten, dus zijn er
ook geen fietsen (laat staan motorfietsen en auto's). Men beweegt zich daar voort per kaki of per prauw,
iedereen, van tjoetjoek tot mamah-toewa, van heel rijk tot heel arm, roeit en zwemt en vist daar. Hier
tn Europa hebben wij Venetië, en in Nederland hebben wij Amsterdam, het Venetië van het Noorden,
maar zo door en door op en met het water als vele s 'adjes in Borneo, zo leeft toch noch de Venetiaan
noch de Amsterdammer. Wie kan ons er wat van vertellen