11 NILLMIJ Faune Harenberg Velen van U zullen ongetwijfeld met eenzelfde pro bleem te kampen hebben als de Heer Burer. Het leek ons daarom gewenst zijn brief aan ons, die wij aan de Nillmij doorstuurden, en het antwoord van de Nillmij in TONG-TONG op te nemen. Wie onzer kent niet de N.V. Levensverzekering Mij „Nederlandse Nillmij van 1859"? Deze Mij, waarbij ongetwijfeld velen der 8000 abonnes van TONG-TONG zijn aangesloten viert in dit jaar (of heeft het reeds gedaan?) haar honderd- jarig bestaan. Wij wensen de Nillmij van harte geluk met haar jubileum. Ongetwijfeld heeft de Mij in deze eeuw zeer velen onzer aan zich ver- plicht. En niets zou schrijver dezes aangenamer zijn dit feest mee te vierenMaarwij voe len ons teleurgesteld door het enige jaren geleden door de Nillmij genomen besluit om de in de toe komst nog te doene uitkeringen wegens voor de souvereiniteitsoverdracht (dec. 1949) gesloten ver zekeringen te doen geschieden in Indonesische rupiah's als instede van zoals de verzekerden al gemeen hadden verwacht in guldens (harde Nederlandse guldens van 100 Nederlandse centen). Neen, vriendelijke lezer ik vertel U geen mop. Tida bisa bohong. Ik heb hier voor mij liggen een premievrije verzekeringspolis, daterend van maart 1938 betreffende een uitkering bij mijn overlijden van een niet eens zo groot bedrag, aan een mijner nabestaanden. Toen mij in 1956 werd bericht dat de uitkering zou geschieden in rupiah's (devaluatie) deed de rupia nog 30 cent. En thans? Weet U het Hr. Tjalie? Met uw in no. 7 van de 4de jaargang ontwikkeld denkbeeld van Consolidatie van de geestelijke en materiële waarden, die wij Indo's uit Indonesië naar deze grauwe stranden meebrachten, gaan wij allen, zonder uitzondering accoord. En ik persoon lijk wil met alle kracht die mij gegeven is, mee werken. Ex ungue lonem. ]a, maar in de devalu erende beslissing van de Nillmij als boven om schreven herkennen we niet meer de fiere leeuw van 1859 Consolidatie van de devaluatie? Nee nooit en nimmer. W. BURER Wij zijn U zeer erkentelijk, dat U ons in de gelegen heid stelde een toelichting te geven op het door de heer Burer naar voren gebrachte probleem. Van een devaluerende beslissing van de Nillmij, waarvan de schrijver rept, is geen sprake. Voorop sta, dat Nillmij hier niets te beslissen heeft ge had en trouwens geen enkele polishouder bij een maatschappij-besluit, waardoor zijn aanspraken zouden zijn verkort, zich zou hebben hoeven neer te leggen. De waarde-achteruitgang van de gezon de vooroorlogse Indische munt tot de huidige ru- piah is een gevolg van een reeks van politieke gebeurtenissen, geheel losstaand van welke maat schappij-beslissing ook. Wèl is het na-oorlogse be leid van de Nillmij te Batavia er op gericht geweest voor haar Indische verzekeringen op zo ruim mo gelijke schaal de mogelijkheid van overdracht aan het Nederlandse bedrijf met omzetting in Ned. guldens open te stellen; door de strenge deviezenbe- palingen, reeds door de na-oorlogse Ned. Indische overheid mede gehanteerd om kapitaalvlucht te gen te gaan, was deze transfermogelijkheid in de jaren na 1945 maar in beperkte mate aanwezig. In een ongunstige situatie verkeerden daarbij onge twijfeld de verzekeringen, waarop nooit in Neder land premie was betaald, zoals die, waarover de heer Burer schrijft. In 1951. toen de mogelijkheid van transfer via deviezencertificaten een tijdlang openstond, is de heer Burer op de mogelijkheid attent gemaakt langs deze weg bij een feitelijke koersverhouding van 3 rupiahs; 1 Ned. gulden zijn verzekering als nog in Ned.Crt. om te zetten. Het is achteraf be schouwd wel heel jammer, dat betrokkene van deze toen nog bestaande mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt. Hoogachtend, NILLMIJ In ons vorig nummer plaatsten wij het verslag van een modeshow van „onze" mode-ontwerper Ro bert Mahieu. Het was een uitstekende show, die optimistische verwachtingen ten aanzien van een succesvolle toekomst rechtvaardigt. Nochtans zal Robert het niet gemakkelijk hebben, maar als in elk geval in onze groep belangstelling en aanmoe- ding naast critiek aanwezig zijn, dan komt Robert er zéker. Wij zien hem hier met zijn kleine en uit stekende team, v.l.n.r. Vic de la Croix (coiffures), Faune Harenberg (chapeaux), Robert Mahieu (coutures) Welk een curieux driemanschap! Vic werd gebo ren in Kasri, Faune in Bandjarmasin en Robert in Gorontalo, honderden tropische kilometers van elkaar, maar hier toch direct een intuitief artistiek aanvoelend team vormend. Waarom we ze op de trap gefotografeerd hebben? „Because they're coming up, ladies and gentlemen, they're coming up!" Rechts treedt beleefd terzijde Uw redacteur Tjalie Robinson. Links het spinnewiel van Doorn roosje. Ontwaakt na duizend jaren de Indische ar tist uit een droom. Een bijzonder artistieke foto van een bijzonder artistiek ensemble dat zó een plaats zou kunnen krijgen in Harper's of Vogue. Zij werd gemaakt op de modeshow „Estilo Espag- nol" van Robert Mahieu door de amateur-foto- graaf C. E. Hendrik, die alle shows van Robert op de hielen volgt en als fotograaf van costumes en dessins steeds meer ervaring opdoet. Deze foto Mode is ook Kunst en misschien daarom is de haute couture voor vele vrouwen maar een verre droom, waar men overigens aardig „snobbish" over kan praten als men maar een paar namen als Dior, Givenchy en Heims heeft om ermee te pronken, terwijl men het leven gelaten slijt in con fectie „soep"-jurken. Maar er zijn gelukkig ook vele, voor wie de Mode als Kunst een levenskunst is, dus een in het da gelijkse leven aanwezige en ontwikkelbare waarde van charme, stijl, fantasie, distinctie. Voor hen zijn de grote modehuizen slechts richtpunten op een eigen weg die bewust wegvoert van de gela tenheid. Het is een plezier zulke mensen aan het werk te zien, van het eenvoudigste dametje af dat haar eigen stijl ontwikkelt tot de zelfstandige ar tist toe, die durft te creëeren. Tot de laatste be hoort Faune Harenberg, die op het „gevaarlijke' terrein van de hoed (menige vrouw durft nog wel een eigen creatie of opvatting aan van een toilet, maar deinst terug voor de hoed!) opvallend goed werk doet, zoals zijn laatste „Collection de Printemps" weer nadrukkelijk bewees. De kunst van het hoedenmaken is door een ver baasde toeschouwer eens aldus weergegeven: een truc om van een handvol stroo en drie weggeknip te lapjes honderd pop te maken. Maar wie Faune bezig heeft gezien met zijn enorme diversiteit van materialen en nochtans het vermogen om met de bescheidenste keuze daaruit „iets" te maken dat is: de finesse van een vrouwengelaat, het accent van een robe, de artistieke bewustheid van „life to day", die beseft meteen dat het een geniale sprong moet zijn van „truc" naar „Kunst". Faune Haren berg is precies dat. Zonder storend effectbejag, in de geest van het mo derne Parijs en toch met een heel eigen interpre tatie, heeft hij creaties gemaakt, zoals ..Cherise", April Showers", „Zebra a la Rose", Café Flo- rian", „Mais Non", die ver uitgaan boven zulke appreciaties als: schattig of beeldig. Met zulke hoeden komt de draagster in een andere klasse. De show werd gehouden ten huize van Faune, twee tjokvolle huiskamers dames met charme en smaak. Eén mannequin in één costuum: een maillot! Cocktails, een geestige bohemiensfeer. Ja, Faune Harenberg is op de goede weg. is werkelijk een juweeltje. Zo zijn ook de hoed van Faune Harenberg en het costuum van Robert Ma hieu („Ramblas de Barcelona"). Wat in Ro bert Mahieu enorm gewaardeerd wordt is zijn aparte belangstelling voor de oudere dame, die hij op voortreffelijke wijze modern, charmant en met een aparte distinctie weet te kleden.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 11