Indisch Restaurant
13
TE KOOP wegens emigratie
(Verlof A)
„Dodemansbroodjes"
BOEKHANDEL PAAG MAN
DODEMANSBROODJES
Louis Couperus: DE STILLE KRACHT
Willem WalravenOP DE GRENS
tijd. De soos was voorzien van ontzaglijke zuilen.
Men zou daartussen wel Shakespeare s Julius Cae
sar hebben kunnen opvoeren, zonder enige noe
menswaardige wijziging in de entourage, zo voor
treffelijk leenden zich de ruimten tussen de pilaren
voor de opstelling van Caesar's dodenbaar."
De Stille Kracht en Op de grens zijn beide boe
ken over het oude Indië, waarvan het mij telkens
weer opnieuw verbaast en verdriet, dat ik ze zo
uiterst zelden aantref in de boekenkasten van wie
toch zo lang in het oude Indië leefden. Couperus
meesterwerk vindt U in geen boekhandel meer, het
met zoveel piëteit verzamelde werk van Willem
Walraven, dat iedere Indische Nederlander zou
moeten bezitten, vond een roemloos einde in de
winkels van slecht verkoopbare boeken. Onbegrij
pelijk.
Bij L. J. Veen's Uitgevers Mij. verschijnt dezer da
gen als pocketboek in de serie Amstelboeken Cou
perus' ,,Van oude mensen, de dingen die voorbij
gaan". Moge ook De Stille Kracht in deze serie
worden herdrukt en Walraven s Op de grens even
eens als pocket-uitgave spoedig weer ondei' de aan
dacht worden gebracht van de duizenden die het
oude Indië liefhadden.
HEIN BUITENWEG
in de binnenstad, Denj Haag.^Bovenwoning,
6 kamers, met inventaris en inboedel. Grote
zolder, grote tuin, 2 telefoons, eigen grond.
Billijke prijs. Brieven onder nr. 1275.
Verkrijgbaar bij t
Fred. Hendriklaan 217 b - Tel. 543.700
Den Haag
JUWELIERS - HORLOGES
Vlamingstraat 5 - Den Haag - Tel. 11.66.77
voorbij ging, in de avond, den rezident te doen
herkennen, die Lange Laan was de Heerenstraat
in Pasoeroean. Is het de sociëteit Concordia, de
„mooie villa met slanke vrij correcte Ionische
pleisterzuilen' die we links op de oude foto in
het straatbeeld zien vooruitsteken? We zouden dat
met zekerheid weten, wanneer we maar konden
lezen wat er stond op het donkere bord boven de
kroonlijst
De oude Heerenstraat bracht me weer even terug
naar Tempo Doeloe, toen het stadsbeeld op Ja
va nog rust ademde. Welk een rust Geen au
to's veegden het stof van het niet-geasfalteerde
wegdek. Alleen, wanneer men er wandelde wer
den de smetteloos wit gekapoerde schoenen er
wat grijzig. In de koele morgen onder de knoesti
ge assembomen en de statige grijze kenaries. In de
avond, als de enkele petroleumlampjes op de hou
ten lantaarnpalen hier en daar wat zwak schemer
licht verspreidden. Het is, wanneer je lang naar
Twee schrijvers over het oude Indië, verfijnd
aristocraat de één, marginal man de ander, in de
ze boekenkrabbel bijeengebracht door een oude
foto:
„De rezident liep langzaam het erf af, en naar de
Lange Laan. Aan die laan, als een avenue van ta-
marinde-boomen en flamboyants, lagen de villa s
der voornaamste notabelen, flauw verlicht, dood
stil, schijnbaar onbewoond, met, in de avondvaag
heid opblankend, de rissen der gekalkte bloempot
ten. De rezident wandelde eerst langs het huis van
den secretaris; dan ter andere zijde een meisjes
school; dan de notaris, een hotel, de post, de pre-
zident van den Landraad. Aan het einde van de
Lange Laan stond de Roomsche kerk, en verder
op, de brug over de Kali, lag het station. Bij
het station was meer verlicht dan de andere huizen
een groote Europeesche toko. De maan, hooger
geklommen, zich helder zilverende bij hare stijging,
bescheen de witte brug, de witte toko, de witte
kerk; dit alles om een vierkant square, meer open,
zonder boomen en met in het midden een spits
monumentje, dat de Stadsklok was.
De rezident liep somber door, met den flinken pas
van een beslisten wandelaar. Hij was rechts van het
square-tje afgeslagen, en liep langs de Hervormde
kerk, recht op een mooie villa toe met slanke,
vrij correcte Ionische pleisterzuilen en hel verlicht
met petroleumlampen in kronen. Het was de so
ciëteit Concordia. Een paar bedienden in witte
buisjes zaten op de trappen
De foto hierboven, een mensenleeftijd geleden ge
maakt, bracht me tot herlezing voor de hoe
veelste keer al? van Couperus meesterwerk
over het oude Indië. Whnt de Lange Laan, waar
langs de rezident zich die avond voortbewoog,
met achter hem de hoofdoppasser met een tali-
api in de hand, een lange brandende lont. waar
van hij de gloeiende punt zwaaide om aan wie
door Pim Hofdorp. Een boek van de Haagsche
mysteriereeks van de Uitgeverij W. van Hoeve,
Den Haag.
Pim Hofdorp is in de eerste plaats Hagenaar,
wat wel duidelijk te merken is uit zijn boeken
(zie o.a. ook „Moord in miniatuur"), die deze
stad dan ook als plaats van handeling hebben.
„Moord in miniatuur" speelt zich nl. af in Ma-
durodam en het bovenstaande boek in de binnen
stad van den Haag.
Om de lezer een beter inzicht te geven over het
verloop van de geschiedenis, staat er een kaartje
op de titelpagina van het stadsgedeelte waar het
drama zich voltrekt.
De schrijver moet wel ieder straatje en steegje
van den Haag uit eigen aanschouwing kennen en
ook van veel huizen en gebouwen, die wij zonder
meer voorbijlopen weet hij veel belangwekkends
te vertellen, zo tussen een paar gezellige moorden
door.
Behalve het feit, dat je tot de laatste bladzij in
spanning wordt gehouden, opent hij onze ogen
voor speciale plekjes en straatjes van den Haag.
Hoewel het midden in de nacht was, ik had het
boek mee naar bed genomen om uit te lezen, kon
ik haast de neiging niet onderdrukken mijn hoed
op te zetten en er op uit te trekken om eens zelf
te gaan kijken en rond te dwalen door de binnen
stad.
Van de handeling wil ik U liever niets vertellen,
want daarmee zou ik U het lezen van dit boek
maar bederven. Wie van een gezellig en spannend
detective-boek houdt, en ook wat meer van de
geschiedenis van den Haag wil weten kan ik dit
boek van harte aanbevelen.
IDA.
de oude foto kijkt en je tracht voor te stellen hoe
daar in de avonden de oude huizen onder de
dichte begroeiing van de diepe erven vaag opsche
merden uit het mystieke donker, of het je plot
seling duidelijk wordt hoe hier, juist hier, Cou
perus gegrepen moest worden door het mysterie,
dat hij noemde: De Stille Kracht.
Willem Walraven, 'de marginal man, de tragische
figuur, in 1943 op vijfenvijftigjarige leeftijd in een
staat van vervuiling en volslagen apathie gestor
ven in het kamp „Kesilir", zoals we lezen in Nieu-
wenhuys' Inleiding tot de verzameling korte ver
halen, brieven en kronieken, in 1952 onder de titel
„Op de grens" uitgegeven bij G. A. van Oorschot
te Amsterdam, begint zijn prachtige novelle, waar
aan het boek zijn titel ontleent, als volgt:
„De Heerenstraat was beplant met knoestige ke-
narie- en assembomen, oude exemplaren, die hun
wortels uitstrekten tot onder de stenen tuinmuur
tjes der huizen en ze hier en daar zelfs opgelicht
hadden, zodat de pilaartjes scheef stonden en het
ijzerwerk verbogen was. Oud was de stad, snik
heet, rommelig en vuil, met resten van vergane
grootheid en snobistische bouwsels van latere