BAMBOE JAZZ-PI ONIERS PAWANG RIMBA BANKINANG REÜNIE 1960 zusterlijk HET El Waarschijnlijk is het niet zo bekend dat de bam- bu eens in de 50 jaar afsterft en dat dit niet alleen geldt voor de meer verspreid staande stoelen, doch ook voor de bambu-bossen. De bambu bloeit nl. maar eens in de 50 jaar, en na de vruchtzetting sterft het geheel af. Duizenden en duizenden ratten komen dan op de ze vruchten af, zelfs van heel ver. Is echter deze voedsel voorrraad uitgeput, dan werpen zij zich op de aanplantingen der bevolking, en niets is dan voor deze dieren veilig. Ook van andere planten is een dergelijke cyclus- bloei bekend, ook al duurt zo'n cyclus hier korter, bijv. de bubukan, heeft er een van ca 7 jaren. Het afsterven van de bambü in zijn geheel heeft dit nadeel, dat waar op de vruchten de ratten af komen, in de regel dan niet veel meer overblijft om de nakomelingenschap te vormen. In een deel van Chili heeft men ook van derge lijke zeer uitgebreide bambu-bossen waarin men het vee loslaat. Dit voedt zich dan met de blaren (en ziet er dan ook weinig florisant uit), maar zodra deze bossen afsterven, leiden zij dusdanig gebrek dat ook zeer veel van het vee dood gaat. In Assam was de laatste bloei in 1910-1911, en de Op ons artikel over Charlie Overbeek Bloem (Tong Tong van 15 april 1960) hebben wij vele reacties ontvangen. Eén ervan is van Charlie zelf. Het is niet de bedoeling en trouwens ook ondoenlijk om in „Music Makes Me" alle musici de revue te laten passeren. Wij moeten met enkele grepen vol staan. Het is daarom met veel genoegen dat wij hieronder een gedeelte van Charlie's brief laten volgen. Want in zijn strekking is het een erkenning van en een sportief saluut aan alle baanbrekers van de jazz in Indië! Ik zou n.l. willen zeggen dat mijn muzikale successen ongetwijfeld mede te danken zijn geweest aan de grote Indische jazz-pionierse die toen ik nog in korte broek rondliep, reeds de jazz-muziek be oefenden en daarmede grote bekendheid verwier ven Ik noem o.m. Ir. Bertie van der Sprong (de toenmalige „King of Jazz", in zijn vrije tijd leraar aan de K.W.S. te Batavia), Ir. A. van Söh- sten banjovirtuoos„Boentje" v. d. Wal (schuif trompet), „Pappie" Beer (banjo), Jacques Volkert (piano), de gebroeders Karsseboom, Siirie (sax). Jan de Vries (sax), Sersansie (xylophone), Chris Monteiro (sax), Eddie de Viso (trompet), Bertsch (sax), Aroef, een „westerse" Atjeher (drums), Vic iSiegers (sax en klarinet), de gebroeders Bruyn van Rozenburg (sax en viool) en later ook Otto Mac kenzie (de Indische Eddie Lang, guitaar, piano en Lezers van „Tong-Tong" die dergelijke din gen op het gebied van de flora hebben mee gemaakt, wordt verzocht hierover aan de redactie te schrijven. Zo weet men bijv. nog niet zo veel af van de verspreiding van zaden door olifantenen toch moet onze dikhuid daarin een zeer belangrijke rol spelen. REDACTIE. voorlaatste in 1860-1862, beide perioden werden gevolgd door hongersnood, omdat de ratten uitein delijk alle rijst opaten. Nu is ca 18 maanden ge leden opnieuw de bambu in bloei gekomen en heeft de vruchtzetting plaats gehad, met als gevolg weer een invasie van het rattenleger, met alweer als gevolg daarvan hongersnood bij de bevolking, omdat de hele rijstoogst van 1959 door hen werd vernield. De autoriteiten hadden geen geloof gehecht aan de waarschuwingen der bevolking, zodat geen afdoen de maatregelen waren genomen om dit gevaar te voorkomen, o.a. door het ter beschikking stellen van grote hoeveelheden rattengif. als het moest ieder ander instrument dat hem in de handen werd geduwd). Naar hun muzikale presta ties heb ik als kleine jongen altijd met grote be wondering geluisterd en wat was ik trots als zij mij uitnodigden een stukje met hen mee te spelen! Laat ons toch vooral niet vergeten dat het deze pioniers allen amateurs zijn geweest die de jazzmuziek in het voormalige Ned. Indië hebben geïntroduceerd! De eerste Bataviase jazz-bands als „The Original Jazz Band", The Blue and White Band" en „The Swimmingbath Orchestra" (die de zondag-matinees in het zwembad Tjikini verzorgde en uit de kern waarvan de latere „Silver Kings werden geformeerd) waren voor hun tijd grandioos en genoten dan ook een zeer grote populariteit. Mocht ik namen vergeten hebben, dan vergeve men mij dit. Eén nog niet genoemde jazz-grootheid wil ik hier zeker nog vermelden, n.l. mijn latere rivaal Harry Braun, leider-klarinettist van de alom bekende Brown's Sugar Babies". Ook deze heeft een be langrijke bijdrage geleverd in het populair maken van de jazz-muziek. Ook Oost-Java kende klinkende namen: Joop Knies, Hertel, Dick Abel (nu bij Radio Singapore), Bodmer en anderen. Met Joop Knies, een eminente pianist, heb ik nog vele jazz-concerten georgani seerd ten bate van liefdadige doeleinden CHARLIE OVERBEEK BLOEM Donderdag 21 april hebben de vrouwen uit kamp Bankinang in Scheveningen hun tweede réunie ge houden. Organisatrices waren weer de dames Schaap en Ensink en wij mogen hun hiervoor wel erg dankbaar zijn, want het deed ons echt goed om mekaar weer terug te zien. Bankinang was weer eens bij mekaar hoor en het was een gekwetter en gekakel dat horen en zien je verging. We begonnen met koffie en cake in het Kurhaus en tegen een uur of één werden we bijeengedreven in hotel Splendid, waar we een goddelijke nassi ramestafel naar binnen werkten. Veel kampge noten hebben mekaar weer gevonden, nieuwtjes en foto's werden uitgewisseld. Deze keer wemelde het ook van „kampkinderen", die nu al hele jongedames zijn geworden. Eén van de „kinderen" vertelde ons dat ze nu zelf al vijf anaks bezat, waarop we mekaar aankeken en zei den: „Ai, wat zijn wij dan eigenlijk al oud ja?" We hebben weer heel wat herinneringen opge haald en als je ergens een daverend gelach hoorde opgaan, dan kon je er zeker van zijn, dat er weer een of ander idioot voorval uit de kamptijd werd opgehaald. En je was blij om met elkaar nog eens terug te denken aan de jaren van „zusterlijk" ge deelde oebies, blubberpap en „kale botten Mevrouw Schaap en Mevrouw Ensink, namens alle Bankinangers nogmaals hartelijk bedankt dat u deze ontmoeting weer voor ons mogelijk heeft ge maakt. AVA Jacob was een kleine, groene papegaai. Eén uit de lange reeks van onze babbelende, soms krijsende en vaak luidkeels lachende gevederde vrienden, die ons erf als huisgenoten hebben bewoond. Jacob was weinig spectaculair, een beetje shabby als je 't zo noemen wilt. En z'n repertoire was ook maar matig. Behalve een ordinaire lachbui zo nu en dan, sprak hij z'n naam perfect uit en, lang ge vestigd in de buurt van de bijgebouwen imiteerde hij gaarne het doorspoelen van de WC. Z'n ondeugende zwarte oog een papegaai kijkt je altijd maar met één oog aan had soms iets verwij tends als we hem riepen. Dan kwam ie ten slotte wel, maar met een air alsof hij ons sufferds maar een genoegen wilde doen. Jacob woonde in een oude kooi, met zonder deur. Op een gedenkwaardige morgen keek hij ons, na het „Hallo Jacob" met somber oog aan en trippelde geïrriteerd op z'n stokje zover mogelijk weg'- uc„ En toen zagen we, in uiterste verbazing, HET EI. Een mooi, rond en hagelwit ei, achteloos en on verzorgd op de witte zandbodem van de kooil We werden er verlegen van. Sindsdien noemden we haar: Jacoba. Ter illustratie van en als vervolg op het artikel van MAUS over mr, Ch. J. G. („Charley' Overbeek Bloem hierbij nog enige foto's van hem met zijn jazz-leraar ir. B. van der Sprong in een formidabel swingduo op 2 vleugels ter gelegenheid van de K.W.S.-eindfuif 1929 in de Dierentuin te Batavia. Op hetzelfde feest gaf Charley nog een dermate hot nummertje tap weg, dansend op de sappige klan ken van Mackenzie's Swimming Bath Orchestra, dat de toeschouwers de zaal bijna afbraken. Drie-, viermaal moest worden gebisseerd voor mister O'Bloom and the misses Didy 6 Lien Boyer from the USA in „happy feet". Bedenk wel lezers, dat wij Bataviase jongeren toen pas 1 jaar slecht luidende talkies hadden (Globe bioscoop, Decapark) zodat de jazz- en dansvertolking van Charley c.s. voor ons een ware openbaring vormde. Het is weer 31 jaar geleden, maar deze echte onbezorgde fuiven staan me nog helder voor de aecst. Dr G< A CATALANI

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 8