TOMSON TOMSON Deskundige voorlichting Prima snelle service Sinds 1912 J. N-F1T 1 Scheveningen 1 i '\V IMZAMELING IN EMMEN ■y*' (IV) DE VLUCHT Gaskolectra (sedert 1931) Amsterdam Vroeger deed BABOE TJOETJI de was, thans biedt U een enorm. keur. oil mee, den 80 VERSCHILLENDE WASMACHINES yen 'j werelds beste merken. Zeesluisweg 22-30 - Telefoon 55.08.00 Gemakkelijk te bereiken met tram 8 en 11, bus 23 (L), halte Duinstraat Op initiatief van enkele Tong-Tong-lezers werd in het dorpje Emmen een inzameling gehouden voor de Spijtoptanten. Het aantal gerepatriëerden, dat hier woont is vrij klein en de meesten leven van een weekloon of pensioentje, maar toch bracht men niet minder dan 119,50 bij elkaar. Alle hul de voor dit goede werk! Om naar Oemboel Balak te gaan, moesten we eerst naar kampong Tjantie. De weg hierheen liep langs het strand en daar dorsten we niet langs. V/ij moesten toen door een uitgestrekte sawah, die vol water stond en door een bosch waar geen voet pad was, om de kampongs langs een anderen weg te bereiken. Wij konden bijna niet voort, daar we tot aan de knieën in de modder zakten. De galan- gans konden we in het donker niet onderscheiden en daar hoorden we weer dat vreeselijke gedruisch achter ons, alsof de zee ons achterhalen wilde. Toen ik tegen Tokaja, die mij steunde, wat wilde zeggen, bemerkte ik, dat ik niet praten kon, en toen ik trachtte een geluid te maken, was het of alles in mijn keel kurkdroog was en men met een mesje mijn amandelen stuksneed. Ik betastte mijn hals. Uitwendig deed het ook erge pijn. Ik dacht er niet verder over na wat het kon wezen, daar ik tot mijn schrik ontwaarde, dat ik vol bloedzuigers zat. O, die tocht! Eindelijk kwamen we aan het bosch, maar niemand wist den weg. Toen zagen we nog een troep menschen onzen kant uitvluchten en één van hen zou vooraan gaan en ons den weg wijzen. Wij hadden geen lichten en moesten ons aan elkaar vasthouden. Zoo kwamen we tegen middernacht te Oemboel Balak aan. De kinderen legde ik zooals ze waren, in een bed. Er stond één groot bed, een groote koffer, waar eenige pro visie in was, wat selzerwater en een heele flesch orgeadestroop; een tafel, een rekje met borden, en stoelen. De kamer was zes bij zes meter groot, met twee ramen zonder glas, maar afgeschermd door bamboelatten met een rolgordijn er voor en een deur, die op de voorgalerij uitkwam. Deze was zoo lang als het huis en slechts anderhalve meter breed, vijf treden leidden naar beneden. Ik dankte God, dat we daar eindelijk veilig waren aangekomen. Er was geen kwestie van slapen, want het geluid, dat van den berg kwam gepaard met de aardschokken waren verschrikkelijk. Om een uur of vijf zei mijn man tegen een oppasser, die trouw bij ons was gebleven, evenals zijn vrouw,: ,,Koop een kip en kook gauw wat soep, misschien moeten we wel weer verder vluchten Ik wilde naar buiten gaan, om te zien hoe of het daar was. Mijn man zei: ,,Doe het maar niet. Je zult er maar angstig van worden". Natuurlijk ging ik toch! Wat ik toen zag! Duizenden vuurslangetjes ver lichtten de omgeving, sommige maar klein, andere wat langer. Als ze verdwenen lieten ze een groen schijnsel achter. Anderen namen dadelijk hun plaats in. Op de toppen der boomen zag ik allemaal vlammetjes. Ik hoorde een licht knalletje en merk te dat er zo'n slangetje vlak bij mij was. De zee was niet te zien. Alles was in asch ge- Nu in Tong-Tong een verhaal staat over de uitbarsting van de Krakatau in 1883, zul len velen onder U zich wellicht verhalen te binnen schieten over andere uitbarstingen, b.v. van de Kloet of de Merapi of Seme roe. Stuur ons ook hiervan een verhaal, als het kan met een loto van de betreffende uitbar sting of van de ravage daarna. Redactie Advertentie Alg. Goederenhandel 0 Hoofddepot „Shell Keizersgracht «6 Butagas - Propagas t i OA-xni T77lfi She" Brandstofolie Tel. 243772-32716 Hemonystraat 52 Tel. 717904 722331 Waardebon! Bi] inlevering van deze advertentie aan de Keizersgracht tot 30 JUNI, KORTING 5 pCt. op Meubelen, Textiel en Woningtextiel CREDIET-SERVICE huid. Men kon slechts een paar meter ver zien. Ik ging weer naar binnen. De soep stond reeds voor allen in de borden opgeschept. We begonnen juist te eten, en waren, meen ik, met ons zestienen in de kamer, toen er opeens iemand naar binnen vloog, hard in het Maleisch roepend: „Maak dicht, maak dicht de deur!" Meteen werd het pikdonker. Het laatste wat ik zag, was de asch, die van onder het huis, door de reten van den vloer naar boven spoot als een fontein. Ik hield mijn man vast en ik hoorde hem wanhopig zeggen: „Waar is het mes? Het mes van de tafel? Ik zal ons allen de pols doorsnijden. Dan zijn we gauw uit ons lijden". Maar o God, Uw hand was daarin, dat niemand het mes kon vinden. Eerst voelde ik 'n hevige druk, die mij ter aarde wierp, daarna was het of de lucht werd wegge zogen en kon ik even geen ademhalen. Groote klompen kletsten neer op mijn hoofd, mijn rug, mijn armen. Een grootere klomp dan de anderen belette mij weer op te staan. Ik geloof niet, dat ik bewusteloos ben geweest, want ik hoorde dui delijk, dat de inlanders een heele poos hun gebed opzeiden, hun „Haïllah, haïllela, Mohammat Ra- sullelah". (God is God, en Mohammed is zijn profeet). Ook voelde ik menschen over mij heen rollen, soms kreeg ik een schop, of voelde een voet op een lichaamsdeel. Van mijn man, kinderen en Tokaja hoorde ik niets. Een gedeelte van mijn hersens moet toen maar gewerkt hebben, want ik realiseer de me niet, dat ik verbrand was en alles wat me raakte, heete asch, vermeng met damp was. Ik herinner me dat ik dacht: „Wat is het hier vreemd, ik wil opstaan en naar buiten gaan Maar ik kon niet, mijn rug was krachteloos. Na veel moeite stond ik eindelijk toch op mijn beenen, maar kon mijn hoofd en rug niet recht houden. Het was of er een zware ijzeren ketting om mijn hals mij naar beneden trok. Met mijn handen op de knieën gesteund, strompelde ik gebogen naar de deur. Ik wist dat die in een hoek was. Maar er was geen beweging in de deur te krijgen. Ik zakte tot mijn knieën in de asch. Later bemerk te ik, dat de deur op een flinke kier stond en wrong mij hier door heen. Ik zocht naar de ope ning die naar de trap leidde, gleed uit en viel. Toen voelde ik pas, dat die asch daar bijzonder warm was en ik moest mijn gezicht met de handen bedekken, zoo prikten mij als naalden de heete stukjes puimsteen. Ik had toentertijd lang haar, dat tot bij de knieholte reikte. Dit haar, dat stevig in een wrong had gezeten was nu losgeraakt. Zonder nadenken liep ik op goed geluk door. Was ik bij mijn volle verstand geweest, dan had ik be grepen hoe gevaarlijk het was mij van huis te ver wijderen en mij te begeven in die helsche duister nis en die plotselinge, meer dan ontzettende, stilte. (wordt vervolgd) 1 BLREJ COMBO

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 11