foiil foiil 4e JAARGANG, No. 24 30 JUNI 1960 HET ENIGE INDISCHE BLAD IN NEDERLAND - TROUW - BRANIE - ONDERNEMEND Nieuwe Oriëntering Nederland-lndonesië BRIEVEN ZONDER ANTWOORD T. R. REDT EEN MENS! N, Onafhankelijk Indisch Tijdschrift Prins Mauritslaan 36 Den Haag Tel. 542.542 Giro 6685 T. R. Eén van de onprettigste kanten van dit leven met Tong-Tong is het zitten met mappen onbeantwoor de brieven, persoonlijke aan T. R. gerichte brieven, die meer om een directe gedachte-uitwisseling vra gen dan om advies in moeilijkheden. Het zijn er na melijk zo ontelbaar vele, dat ik met beantwoorden alleen al al mijn dagen zou kunnen vullen van 's mor gens acht tot 's avonds acht. En dat kan niet. En dan knaagt het geweten Nochtans zijn deze brieven in werkelijkheid de rug- gegraatvan Tong-Tong. Hierin bestaat een persoon lijk en levend en intens contact tussen redacteur en lezer, zoals vermoedelijk geen enkel blad in Neder land heeft. Door deze brieven maak ik kennis met een grote verscheidenheid van levensinzichten. En met problemen, die vaak niet aan mij vragen om oplossing, maar waarin de schrijver (ster) de situatie tekent, waar hij (zij) zélf uit raken moet. Ik beeld mij niet in dat ik in staat ben deze schrij vers te kunnen helpen. Vaak verwachten ze het ook niet van mij. En soms zijn deze brieven van een be klemming, de me nachten lang kan achtervolgen. Er zijn drie soorten brieven: 1. die een optimistische toekomst schilderen, als 2. Die een pessimis tische toekomstverwachting uitspreken, ondanks 3. die van een tijdloos bespiegelend karakter zijn. Meestal zijn ze verbazingwekkend eenvoudig ge steld, in een simpele toon geschreven, maar is een voud niet de sleutel tot alle wijsheid? En heeft niet elke ingewikkeldheid een eenvoudige kern? Ik wil hiermee alleen maar zeggen: ook al ben ik niet in staat alle brieven te beantwoorden, op de een of andere manier „laden ze mij op", geven ze mij meer inzicht in de menselijke natuur, in het karakter van de Indischman en de problematiek van de tropen- mens in Europa. Dat Tong-Tong is kunnen uit groeien tot wat het blad nu is, is te danken aan deze geladenheid, verkregen uit duizenden brieven. Ook al worden ze niet beantwoord, lezers, ergens die nen ze een groot en algemeen doel. Net zoals al die schijnbaar doelloze zwerfpartijtjes in Batavia's stra ten en al die „kletspraatjes'' met willekeurige mene ren, en mevrouwen, kinderen en grijsaards, abangs en baboes en singkehs, samen de „Piekerans van een Straatslijper" hebben gemaakt, niet Tjalie's leven, maar Uw leven. Voor het vertrouwen dat door deze brieven in mij gesteld wordt, alle dank (ook van het nageslacht). Voor de verwijten van het niet-beantwoorden: mag ik U troosten met de mededeling datalle eeuwen door de hele mensheid onbeantwoorde brieven verzendt? Dat ikzelf in de afgelopen jaren duizenden (nee, wérkelijk niet minder) brieven geschreven heb, aan allerlei „kandjeng besars" en „kleine boengs", waar op ik nooit antwoord gekregen heb? Het hoort bij het leven. Net als „niet verhoorde" gebeden in een tempel of kerk. Wij zijn allemaal al een dagje ouder geworden, ja? Wij weten het ook wel: het leven is de som van hebben en niet-hebben. Net zoals de ideale Chinese prent ook de leegte heeft in zijn compositie. Het is de kunst een rijk en geluk kig mens te zijn mét bewustheid van de dingen die wij niét hebben. Nu de Karei Doorman naar Nw. Guinea vertrekt en wapengekletter dreigt aan de oostgrens van In donesië, Nu we ons realiseren dat dit het enige overge blevene is na vier en een halve eeuw vredig en opbouwend samengaan, Nu we tot onze schrik bemerken dat we van de werkelijke toestanden daar meestal alleen maar drie woorden weten: Soekarno, Hatta en „spijtop tanten", Nu we t.a.v. de naaste toekomst alleen maar denken kunnen in het alternatief: „slaat er op" of „geef alles maar cadeau Nu ons „gouverner c'est prévoir" het mooist be paald wordt op een vraag als „Wat na Soekarno?" met het stupide antwoord: „Ja, wat dan?" Nu we een balans opmaken van wat we gewonnen hebben uit vier en een halve eeuw samenwerking, vriendschap en wereldberoemd nuttig werk en vin den: niet de minste kennis van de Indonesische literatuur, schilderkunst of muziek, De met moeite vergaarde kostelijke kennis om trent Indonesië vergeten in bibliotheken en musea Verzamelt voor, stort ops Gironummer 8118 NASSI, Laan v. Meerdervoort 1580 Den Haag Verschijnt de 15de en 30ste van alke maand Prijs per nummer f 0,4v Kwartaal f 2,25 Half jaar 4,Per jaar 7, Betaling geschiedt altijd VOORUIT Voor BUITENLANDSE ABONNEMENTEN zie pag. 4 Uitgave GAMBIR Uitgeverij voor Oost en West Onder redactie van TJALIE ROBINSON Met de volle inzet van ALLE NEDER LANDERS UIT INDIË, die het Ned. volk vertellen willen hoe wij WERKELIJK leefden en die overtuigd zijn van de nood zaak om met veel van onze waarden het leven hier te verrijken. en het doorsnee publiek nog steeds even onwetend omtrent de levensverhoudingen daar, Alleen maar flink gegroeide belangstelling voor nassi, sambel en loempia's, dan, lezers, dan vragen we ons met zorg af: is het dan nog een wonder dat deze twee volkeren nu alleen nog op el kaar los kunnen hakken of definitief uit elkaar gaan? Is het niet verbazingwekkend dat elf millioen Ne derlanders, die zich eigenlijk vaak doorlopend uit putten in stellige verklaringen, dat zij „het In donesische volk eigenlijk zo graag mogen en de Indonesische cultuur zo interessant en mooi vin den, maar nergens ook het bewijs leveren dat inderdaad ergens een oprechte bewondering en vriendschap aanwezig is over alle politieke ge schillen heen, door b.v. het oprichten van een club, waarin de basiselementen van vriendschap tussen Indonesië en Nederland worden onderzocht en ge cultiveerd? Gaat niet elke revolutie voorbij? Komt niet na elke periode van maatschappelijke onlust weer een tijd van meer evenwicht? Wat doen wij (we noe men ons beschaafd, cultureel, vooruitziend, hu maan!) NU om straks, als inderdaad betere tij den aanbreken, weer nieuwe contacten op te bou wen op andere en betere bases? Schamen wij ons niet door te zeggen: „Ach, dat maak ik niet meer mee Want hebben wij ook niet de plicht te zorgen voor ons nageslacht? Wij hebben gemerkt dat hier en daar kleine groep jes van mensen bestaan, die buiten alle politiek om zich ernstig bezinnen op een waardiger oriënte ring in het Indonesische vraagstuk. Die inzien dat wij hier klaar moeten zijn, wakker en „op de hoog te" om direct aan het werk te gaan als Indonesië straks een andere koers gaat volgen. Het zijn eigen lijk alle min of meer studiegroepen, die zich be wegen op cultureel, sociaal en economisch terrein. Tong-Tong roept alle sympathisanten voor Nieuwe Oriëntatie Nederland Indonesië op een kort be richt te sturen van adhaesie aan ons adres met de bedoeling al deze initiatieven van gezond ver stand te bundelen en zodoende te kunnen brengen tot groter activiteit. Het is misschien onontkoombaar dat alweer onze jongens naar „de oost" gestuurd worden om te vechten. Het is noodzakelijk en een kwestie van geweten en eer dat mensen van gezond ver stand en goeden wille zich tegelijkertijd beraden op positieve arbeid van humaner en beschaafder aard. Schrijf ons NU. Want de tijd om nobeler werk te doen is misschien veel dichter bij dan U wel denkt

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 1