HODE MIHI, CRAS TIBI
FA JA LOBBI
EN
KONGO
AAN DE LEZERS
IN DE V.S.
5a JAARGANG, No. 2
30 JULI 1960
HET ENIGE INDISCHE BLAD IN NEDERLAND - TROUW - BRANIE - ONDERNEMEND
Onafhankelijk Indisch Tijdschrift
Prins Mauritslaan 36 Den Haag
Tel. 542.542 Giro 6685
Terwijl cultureel Europa het leven van de primi
tieve mens ten voet valt en overlaadt met zwijme
lende complimenten in de film „Faja Lobbi sa
belt de fanatieke razernij om zich heen in de
Kongo en schendt en doodt blank en zwart met
verbijsterende vernielzucht.
Aan de ene kant een schone droom, aan de ande
re kant een gruwelijke zwarte werkelijkheid. Ach,
wij hebben ons kopje koffie toch wel, de TV, een
vette Toto-prijs en AOW in het vooruitzicht. Waar
om maken we ons druk? En als we leven met een
schone leugen, wat dan nog? Als het maar geen
directe pijn doet, vermaken we ons toch best?
Dat deze leugen ons eens hier achterhalen kan en
ten gronde richten, daar denken we maar niet aan.
We sturen onze zonen en dochteren keurig naar
het Lyceum, laten ze Beethoven en Brahms stude
ren, en beschaafd converseren over schone na
tuurfilms. Het ontwaken van China jaagt zelfs een
Chroestjev, een de Gaulle, de rillingen over het
lijf; het brede offensief van de gekleurde volken
veroorzaakt verbijsterende machtsverschuivingen in
de Verenigde Naties en wij zitten in een volko
men antieke en passieve zelfgenoegzaamheid bij
de culturele haard.
Wij hebben, waarde lezers, in de enorme wereld
omwenteling na de Tweede Wereldoorlog, Europa
gekozen, al dan niet vrijwillig of gedwongen. Maar
denk erom, wij hebben het nieuwe Europa gekre
gen, niet het oude Europa met zijn politieke en
economische wereldheerschappij. Het nieuwe Euro
pa is een verzwakt leger op de terugtocht. Als wij
ons niet allen beraden op een gezonde en eerlijke
oriëntering, dan lopen al onze zoete toekomstdroo-
men uit op bittere en misschien zelfs fatale teleur
stellingen.
Hé! Héééü Loop niet gezapig achter vadertje De
Quaey aan, zoals we eerst achter Vadertje Drees
aan liepen. Als we dat doen, „kwaai-kwaai, Peh!"
zou Nono uitroepen. Een minister is geen botja-
anong (karbouwenjongen) en wij zijn geen karbou
wen, die maar aan een neusring en een stuk talie
aan lopen! Wij hebben ook kennis van zaken, ook
inzicht, ook verantwoordelijkheid. Als de stem van
de Indische burger niet vaker gehoord zal worden
in het kapittel van de Nederlandse Staat en er
lopen zaken mis, wij zullen mede schuldig zijn, al
zitten we nóg zo foutloos aan de kant!
T.R.
Enige maanden terug kregen wij bezoek van een
verslaggever van een groot Amsterdams blad. Er
zouden geruchten gaan van discriminerend optre
den tegenover (bruine) repatrianten en men zou
daar graag meer van horen. Juist had in die dagen
in Slotermeer (een nieuwe wijk van Amsterdam)
een incident plaats gehad. Kinderen uit het Indi
sche gezin Varekamp waren na provocatie in een
vechtpartij betrokken met nozems, waarbij de po
litie „tussenbeide" gekomen was. Echter op zulk
een verbijsterend grove manier, dat de ouders Va
rekamp in alarm naar het politiebureau waren
gekomen. En (even grof) afgewezen. De zaak
kwam voor en ondanks uitstekend pleiten van de
raadsman, vielen er scherpe straffen. Requesten
van de vader aan de HcvP, zelfs aan de burge
meester van Amsterdam, werden terzijde gelegd.
De journalist van het betrokken blad „onderzocht
de zaak met als gevolg dat enige tijd later in het
blad twee getuigenissen naast elkaar werden afge
drukt: dat van de slachtoffers en dat van de poli
tie. Het verhaal van de politie ontkende alle dis
criminerende opmerkingen en stelde vast dat een
paar brave, zachtmoedige agenten door een paar
indische jongens op waarlijk verschrikkelijke wijze
waren aangevallen en mishandeld. Over de mis
handelingen van de jongelui werd niet gerept. De
oudste jongen zat zowat de hele vakantie in hech
tenis.
Twee meningen naast elkaar. En daarbij de redac
tie van het blad zonder enig commentaar, als Pon
tius Pilatus de handen wassend in onschuld. Op
ons eigen houtje onderzochten wij verder en er
voeren: er was niets te beginnen tegen het getuige
nis van de politie dat de jongens alles uit hun duim
Verschijnt de 15de en 30ste van elke maand
Prijs per nummer 0,40. Kwartaal f 225
Halfjaar 4,Per jaar f 7,
Betaling geschiedt altijd VOORUIT
Voor
BUITENLANDSE ABONNEMENTEN
zie pag. 4
Uitgave GAMBIR
Uitgeverij voor Oost en West
Onder redactie van TJAUE ROBINSON
Met de volle inzet van ALLE NEDER
LANDERS UIT INDIE, die het Ned. volk
vertellen willen hoe wij WERKELIJK
leefden en die overtuigd zijn van de nood
zaak om met veel van onze waarden het
leven hier te verrijken.
gezogen hadden en hun verdiende straf te pakken
hadden. Punt. Afgelopen.
Dies schreven we er verder ook niet over in
TONG-TONG, al jeukten onze vingers. Denkend:
hode mihi, eras tibi: wat ons overkomen is, over
komt een uwer binnenkort ook. En dan zullen we
wel eens verder kijken.
Dezer dagen werd een journalist in Amsterdam
op precies dezelfde wijze afgerost en weer ontken
de politie alles. Ah, maar nu was Pontius Pilatus
zelf het slachtoffer! Nu kwam de pers wél in het
geweer en kwam het slachtoffer zelfs voor de TV.
Nu schijnt er opeens wél sprake te zijn van posi
tief onrecht en nu moet wél alles wat onder is bo
ven komen!
Dit nu is discriminatie. Dit is meten met twee ma
ten. We willen (nog steeds) niet direct geloven dat
bepaalde politie-agenten speciaal de pik hadden op
Indische jongens. Maar wel dat een muilpeer voor
een burger wat anders is dan een muilpeer voor
een persman. En dat de ontkenning door de poli
tie van het eerste „misdrijf" maar genomen moet
worden, maar de ontkenning van het andere per
sé niet.
We kunnen ons zo goed de verontwaardiging in
denken van vader Varekamp, niet zozeer over de
kwetsende opmerkingen van de agenten over de
huidskleur en afkomst van de jongens, of zelfs over
de „Japanse" tuchtiging, als wel over het feit dat
in deze rechtsstaat blijkbaar geen eerlijk onder
zoek mogelijk was.
Na zoveel jaren Jappenkampen (en veel onrecht) en
vele jaren bersiaptijd (en veel onrecht), is men ein
delijk in zijn rechtvaardige vaderland denkt
men. En dan komt dit! Hier ligt het kernpunt van
de verontwaardiging van de Varekamps: men is
Nederlander en heeft (ongeacht de huidskleur of
maatschappelijke status) als burger van een rechts
staat recht op Recht. Daar! Driemaal achter el
kaar het woord Recht te midden van een aantal
feiten van onrecht.
Wat óns betreft: het gaat niet om de Varekamps
speciaal, noch om de repatriantengroep in het al
gemeen, maar het gaat om de zekerheid van één
van de belangrijkste steunpilaren van ons maat
schappelijk bestaan: absolute zekerheid.
Wij, repatrianten, zitten hier in Holland nog maar
steeds als verlofgangers. Zitten maar en kijken toe.
Zolang ons niets overkomt, houden wij onze mond.
Wij lezen in de krant wel regelmatig van verkeer
de dingen, maar we bemoeien ons er niet mee.
We horen dat niet minder dan de Minister van
Justitie in de Eerste Kamer doodkalm loochent dat
er ooit aandrang is uitgeoefend op de burgers in
Indonesië om warga negara te worden, hoe de
waarheid in deze zaak wordt verwrongen, en veer
tien duizend mensen aan hun lot overgelaten, ter
wijl hier lekker wordt gekatjaud om vette Toto's.
En wij zitten er maar bij en wassen onze handen
in onschuld!
Hode mihi, eras tibi, lezers. Als wij repatrianten
onze burgerplichten verzaken, het zal ons in de
toekomst slecht vergaan. Wees waakzaam! Tong
tong! Tong-tong! Tong-tong!
T.R.
Tjalic Robinson kan vermoedelijk over 2
maanden in staat gesteld worden een kort
bezoek te brengen aan de V.S. Zou het mo
gelijk zijn daar een paar contactpunten te
organiseren om zoveel mogelijk Indische
emigranten te treffen, waartussen dan een
zo zuinig mogelijke reis kan worden gearran
geerd? Gaarne bericht.