JAN OORLOG
Jan Oorlog, kort voor zijn pensionnering
HET GEDENKBOEK K.N.I.L.
7
Alexander Leonard Gortmans nom de
guerre: Jan Oorlogwerd geboren te Bata
via op 6 oktober 1889 als zoon van Gode-
fridus Gortmans en Julie Rosalie Kempees.
Hij werd tot tweede luitenant der Infanterie
bij de KNIL benoemd op 20 juli 1912, eer
ste luitenant op 8 april 1916, kapitein op
15 juli 1926, majoor op 20 maart 1935, lui
tenant-kolonel op 25 november 1935. Hij
werd eervol ontslagen op verzoek bij G.B.
van 31 januari 1936 en gepensioneerd op
27 februari 1936. Van 1914 tot 1926 diende
hij op Celebes, van 1926 tot 1936 in Atjeh.
Zowel op Celebes als in Atjeh werd hij ge
durende enige tijd ook belast met het civiel
bestuur, respectievelijk te Raha en Tapa-
toean.
Nimmer zal ik meer aan de oorlog kunnen te
rugdenken zonder dat ik op het scherm van mijn
herinneringen de markante figuur van Jan Oor
log projecteerd zie. Mager en taai als de dèng-
dèng in de ransel van een marechaussee, hard als
het staal en scherp als de snede van een klewang
en even onvervaard als dat toonbeeld van middel
eeuwse heldendom en ridderlijkheid, de onsterfe
lijke Seigneur de Bayard, chevalier sans peur et
sans reproche.
Jan Oorlog was zijn nom de guerre; hij was be
kend in alle rangen van het Indische Leger tot in
de uithoeken van de archipel. In de oorlog drong
hij ook door in de gelederen van de geallieerde
strijdkrachten op Indisch gebied; Johnny War
werd voor hen een begrip, evenals voor ons Jan
Oorlog.
Ik heb de sporen die hij achterliet gevonden in
de nagelaten archieven van het K.N.I.L. en in
het boek „Atjeh" van Zentgraaff, dat steeds zeld
zamer wordt, maar hier en daar nog antiquarisch
te koop is, voor een tientje. Daarin vond ik hem
als commandant van de eerste divisie marechaus-
sée te Blang Kedjeren, die tot taak had de oor
sprong te bewaken van de rivier de Tripa (divi
sie satoe djaga poetjoek Tripa, divisie doea djaga
koeala) en als hij bezoek kreeg van buiten de
Blang liet hij een rijsttafel bereiden, die bekend
stond als „makanan compleet". Hij was daar de
tijdgenoot van Darlang, de radja boekit (heer der
bergen), Doup, Gosenson e.a. en hij werd dag en
nacht bewaakt door zijn dardanel, de oude ma-
rechaussée Renjaan, een man van Groot-Kei
die nu en dan zijn lange knevels opstreek, als
iemand die zijn waarde kent, vertelt Zentgraaff.
De archieven vermelden, dat hij dd. 27 februari
1936 gepensioneerd werd, bij beschikking van de
Legercommandant Iste Afd. nr. 169/1 en dat
hij op 6 april 1944 (schrijven van de Adjudant-
Generaal van l-8-'47 nr. 5761/1A.3) te Makassar
door de Japanners gefusilleerd werd. Wat er tus
sen die 2 data gebeurd is, staat niet vermeld. Ik
zal het U in het kort vertellen, omdat ik een groot
deel daarvan zelf heb meebeleefd.
Ik maakte met hem kennis op een eenzame plaats
aan de weg tussen Tjamba en Watampone in
Zuid-Celebes; hij op weg naar Tjamba om een
bespreking bij te wonen met de territoriaal com
mandant, ik de andere kant uit om de politieke
situatie bij de bevolking na de landing van de
Jappen bij Makassar te verkennen. Dezelfde avond
troffen wij elkaar te Enrékang, ten huize van de
controleur Emanuels met wie wij de maaltijd ge
bruiken. Ik wist reeds dat hij toen de oorlog
uitbrak, weer onder de wapens was geroepen en
het commando kreeg over de troepenmacht in
Noord-Borneo met de opdracht steun te verlenen
aan en samen te werken met de geallieerde strijd
krachten in Serawak. Dat was een droevige ge
schiedenis geworden van uitputtende marsen, ziek
te en ellende en nog veel meer. Hij sprak er zo
min mogelijk over. Met vreugde vernam hij daar
na zijn plaatsing bij de troepenmacht van Celebes
en Manado; een gebied dat hij van haver tot gort
kende.
Begin februari 1942 landden de Jappen bij Brom-
bong, even ten zuiden van Makassar en korte
tijd later was heel Zuid-Celebes in hun handen.
Alleen te Enrékang, aan de voet der bergen, wap
perde nog fier de Nederlandse driekleur boven
de commandopost van Jan Oorlog, commandant
van het detachement Paré-Paré. De Japanse be
velhebber zond een parlementariër om te onder
handelen over een capitulatie. Hij koos daar
voor een maleier, zekere Mohamad Joesoef, die
vóór de komst van de Japanse troepen het land
rondreisde als handelaar in edelstenen doch zich
na de Japanse landing uitriep tot „hoofd van de
spionagedienst van de Japanse krijgsmacht". Jan
Oorlog maakte korte metten met hem; hij zette
hem vierkant buiten de deur met de boodschap
aan de Japanse admiraal, dat hij alleen met een
echte parlementariër wenste te onderhandelen
een officier van de Keizerlijk Japanse Marine.
De Japanse bevelhebber gaf toe en het einde
van de onderhandelingen was dat Jan Oorlog zich
bereid verklaarde met zijn troepen te capituleren,
op de volgende voorwaarden:
le dat de vrouwen en kinderen in het garnizoen
te Enrékang naar het Nederlandse vrouwenkamp
te Malili zouden worden overgebracht onder ge
leide van officieren en manschappen van het de
tachement;
2e dat alle voorraden levensmiddelen etc. van
het garnizoen naar het vrouwenkamp Malili zou
den worden overgebracht;
3e dat het detachement zich aan de bevelheb
ber van de Japanse strijdkrachten op Celebes zou
overgeven, met volledige militaire honneurs;
4e dat de officieren van het detachement hun
sabel zouden behouden.
Al deze voorwaarden werden door de Japanse be
velhebber aanvaard en zo capituleerde Jan Oorlog
met zijn troepenmacht in de stralende morgen van
27 maart 1942 te Enrékang voor het front van de
Japanse en Nederlands-Indische troepen. Onze
hoornblazer blies het signaal „Wilhelmus" terwijl
de Nederlandse driekleur gestreken en de Japan
se oorlogsvlag gehesen werd. Het Japanse de
tachement presenteerde de wapens.
Enige uren later marcheerde het detachement
voor onze verbaasde ogen de infanteriekazerne te
Makassar binnen, waar wij toen reeds enige we
ken krijgsgevangen waren, de officieren met de
klewang opzij als gold het een normale excercitie.
Aan de geschiedenis van het K.N.I.L. was een
nieuw hoofdstuk toegevoegd: een unieke episode
van de oorlog in de Zuid-Pacific!
In oktober 1943 de Amerikaanse luchtmacht
had Makassar toen reeds enige malen gebombar
deerd, verlieten alle krijgsgevangen Nederlandse
en geallieerde officieren Makassar. Per „Rio de
Janetro Maru" werden wij naar Java overgebracht.
Jan Oorlog was daar niet bij. Enige dagen tevoren
was hij door de Kenpetai uit het kamp gehaald en
afzonderlijk in verzekerde bewaring gesteld, op
beschuldiging van samenzwering tegen het Ja
panse gezag door middel van een ondergrondse
verzetsbeweging, die hij van het kamp uit op touw
gezet en geleid had. Ik was getuige van het ogen
blik waarop hij uit zijn kwartier in het kamp werd
meegenomen. Dat gebeurde geruisloos, op een
uur dat practisch het gehele kamp aan het werk
was. Louter bij toeval was ik die morgen het
was prachtig weer en zeer warm thuis om mijn
plunje te wassen. Vanuit het tuintje van ons
kwartier zag ik dat een auto bij Jan Oorlog voor
reed. Er zaten alleen een officier en een soldaat
van de Japanse geheime politie in. Even later ver
scheen Jan Oorlog, gelaarsd en gespoord. Hij
stapte in en reed weg, zonder op of om te kijken.
Een Japanse krijgsraad sprak het doodvonnis over
hem uit, maar zozeer eerbiedigde men hem ook
in het Japanse kamp, dat men hem de keus liet
tussen de dood door onthoofding met het Samu-
raizwaard naar Japanse traditie of
Hij koos de westerse militaire traditie en stierf,
ongeblinddoekt, door de kogels van een Japanse
vuurpeloton.
Dat is, zeer in het kort, de geschiedenis van Jan
Oorlog. Ergens in een kamp op Java heb ik de
laatste tastbare herinnering aan hem aan een fa
milielid van hem overhandigd. Het was een lapje
goed, ter grootte van een zakdoek, geborduurd
met een kleurige rand, de vlaggen van Engeland,
Nederland en de Ver. Staten en een Engels ge
dichtje, waarin onze geallieerde wapenbroeders
hem, ter gelegenheid van zijn verjaardag, hulde
brachten als onze en ook hun - kampcom
mandant.
Enige dagen voor zijn arrestatie had hij mij het
doekje ter hand gesteld met het verzoek het
aan een van zijn bloedverwanten te overhandigen
als ik de oorlog zou overleven.
E. W. OSTREIG
In verband met het grote aantal inschrijvingen voor
dit boek, is de verschijning daarvan, omstreeks
Kerstmis van dit jaar verzekerd.
Allen die één of meerdere exemplaren hebben be
steld wordt beleefd verzocht, de kosten daarvan
nog in de loop van dit jaar te willen overmaken op
girorekening nr. 111826 ten name van penn. mees
ter H.B. „Madjoe", Hoogstraat 97 C te Rotterdam.
Het boekwerk zal daarna, zodra dit verzendklaar
is, franco per post worden toegezonden.
Eventuele adresveranderingen welke zich voor dit
tijdstip mochten voordoen, gelieve men tijdig te
willen doorgeven aan de secr. van het redaktie-
comité, M. G. J. Hendriks, Boddaertstraat 40 te
den Haag.
(Advertentie)
Gaskolectra (sedert 1931)
Keizersgracht 486
Amsterdam, tel. 43772 en 32716, levert U franco
uit de ruime keuze van goederen, zo als meu
belen, woningtextiel, kleding, alle soorten haar
den en kachels, stofzuigers, geijsers, wasmachines,
koelkasten, radio, televisie, huishoudelijke art.
glas- en servieswerk, enz. enz.
Prima service, betaling in overleg. Wij lichten
U gaarne nader in.