T. B. C
REÜNIE K.W. Ill
9
Een Indonesisch Schilder uit Tempo Doeloe
GEESTEN
EN
SPOKEN
RECTIFICATIE?
kJcs i/a/i^S7rcAeiïmmm
Geesten en spoken, schimmen van bovennatuur
lijke aard, die nauw verwant zijn aan de zwarte
kunst oftewel goena-goena. Hoe vaak werd dit
woord in de tropen niet met angst en geheimzin
nigheid uitgesproken? Wat een macht hadden niet
de doekoens, die hun toveerspreuken boven een
gloeiend arengpotje prevelden. Mysterieus of sa
tanisch? Rare gevolgen kunnen dikwijls ontsprui
ten hieruit.
In onze onbezorgde jeugdjaren hadden we een ne-
neh, en deze oudjes konden meestal fantastisch
dongengen (vertellen) over de beruchte en tevens
befaamde „Gendroewo's" of de griezelige huive
ringwekkende „setan goendoel' de „wèwè s en
de lugubere nachtelijke geluiden, zoals de „tong
tong", „tèh-tèh" en „geblègan".
Wat griezelden we daarbij heerlijk en de rillingen
liepen ons over de rug als ijskoude watervalletjes.
Neneh, die op haar tikar (matje) zat in de kinder
slaapkamer, bij een walmende lampoe semprong
(petroleumlampje), had dan altijd de onontbeer
lijke sirihpruim in de mond. Haar schaduw, ver
oorzaakt door het lamplicht was bizar getekend
op de witte muur.
Ademloos luisterden we naar haar spookverhalen,
vaak vergetend, dat het ver over bedtijd was. Dit
duurde tot we een demmo voor het huis hoorden
stilstaan en onze dierbare ouders thuiskwamen van
de bioscoop. Onze neneh verdween dan met haar
lampoe naar de bijgebouwen en wij bleven met
angstig kloppend hart in het donker staren, tot
we in slaap vielen en gekweld werden door hele
nare dromen. Dit was bepaald niet gunstig voor
onze opvoeding.
En dan werden we ook nog banggemaakt met de
„momo", de boeman van onze kinderjaren.
We woonden toen in een groot en ruim huis even
buiten de stad. Het was omringd door een klapper
tuin. Een eeuwenoude waringinboom groeide op
de grens van onze tuin en de straatweg. Daar wer
den vaak offers gebracht en er werd dan ook wie
rook gebrand door de bevolking. Dit konden we
hen niet verhinderen. Hierdoor werd het huis
„anker" verklaard en „gedong sètan genoemd. In
derdaad hadden we onnoemelijk veel last van mys
terieuze plagerijen. Mijn broers en zusters konden
's avonds niet rustig studeren, want de lamp ging
steeds uit, ofschoon de electriciteit prima in orde
was. Denkelijk vond de geest dat er niet gestudeerd
behoefde te worden, 's Nachts werden we meer
malen wakker door het verwoede gerikketik van
de naaimachine en er gebeurden nog meer grieze
lige dingen.
Tenslotte raadpleegde mijn vader de pastoor, die
beloofde het huis te zegenen, op dat de akelig
heden zouden ophouden.
En het wonder gebeurde, want hierna gebeurde er
niets meer en hadden wij geen last meer van spo
ken.
Het goede had het kwade overwonnen.
L. v. d. WORM-FLOHR
Van zeer geachte zijde (de Heer W. ELBERS)
werden wij erop attent gemaakt, dat de foto on
deraan blz. 6 van de laatste TONG-TONG niet
de KAWI voorstelt, maar het Ardjoeno, Weli-
rang en Penanggungan complex.
Toen wij het verhaal van Si-Klaas ontvingen zoch
ten wij in ons foto-archief naar een foto van de
i,Slapende Vrouw" en vonden inderdaad een
authentieke foto met authentiek onderschrift:
„Kawi, Malang".
Wat nu Oosthoekers! Wie heeft er nu gelijk? De
Heer W. Eibers of ons foto-archief en hoe kan
zo'n fout ontstaan?
In Holland is men doodsbenauwd voor deze drie
letters in zulk een volgorde, i liet in Hulu Sungei
(Zuid Borneo) waar het intellect graag Nederlands
sprak. Als zo'n Hulu Soengeier gehuwd is, is hij
een groter pantoffelheld dar. welke man ter we
reld ook. Immers zijn echtgenote die in de regel
knapper en beschaafder is dan hijzelf, is aange
wezen door zijn ouders en goedgekeurd door zijn
ahli waris (familieraad). Om zijn ouders en de ahli
waris ten opzichte van de familie van zijn vrouw
niet te beschamen, gedraagt hij zich steeds als
een voorbeeldig echtgenoot. Omgekeerd gedraagt
zijn vrouw, als 's mans familie of vreemdelingen
er bij zijn zich als een voorbeeldige „slavin".
Maar niet zodra zulke bezoeken weg zijn, is de
man weer de volledige „huisslaaf" en heeft hij maar
te doen, wat zijn vrouw verlangt. Hij krijgt wel eens
klappen, maar dat vindt hij niet erg, immers de
buitenwereld weet daar niets van. Is het dan zo
vreemd, dat de man graag gaat „overwerken"? Hij
zoekt dan gelegenheid om stiekem een bijvrouw
tje te nemen. Immers wettelijk is dat niet verboden,
als zijn vrouw en haar familie het maar niet we
ten, ofschoon zulke handelingen een publiek ge
heim zijn. In de regel, als hij een tweede huwelijk
naar zijn eigen keus heeft gesloten en men komt er
achter, dan wordt gewoon de struisvogelpolitiek
gevolgd. Wel wordt dan zorg gedragen, dat
zijn vrouw er niet achter komt. Bij intuitie is de
vrouw echter steeds op haar hoede. Immers zij
weet, dat het door de Grote Profeet is toege
staan, dat de man vier vrouwen neemt, bovendien
weet zij, dat haar volk, wat de mannen betreft,
zwak is en dat zij van mooi „speelgoed" houden.
Behalve, dat zij zich heeft aangesloten bij een
vrouwenvereniging om der profeten wet ongedaan
te maken, geeft ze handen vol geld uit aan schoon
heidsspecialisten en djamoe-djamoe, opdat zij steeds
jeugdig en schoon blijve.
De man stimuleert de vrouwen daarin en geeft haar
allerlei Hollandse en Indonesische lectuur over
anti-veelwijverij en folders op schoonheidsgebied,
opdat de vrouw geen achterdocht zal koesteren
en hem steeds zal beschouwen als „de enige ware
echtgenoot", niet te vergelijken met andere man
nen.
Ik maakte eens het volgende mee. Een opzichter
had zijn vrouw weggestuurd naar Djakarta om daar
een cursus te volgen bij een schoonheidsspecialiste.
De drie kinderen had zij vanwege zijn „vele werk"
maar bij haar ouders gedeponeerd.
Een dag, nadat de vrouw vertrokken was, ont
moette ik de opzichter op kantoor.
„Zo Rachmad, wat zie jij er netjes uit. Wat heb
je uitgevoerd? Je lijkt wel een paar jaar jonger".
„Ach Pah, ik immers opzichter van U, moet een
beetje actie."
„Ik begrijp er niets van, je hebt je haar geverfd
en je bent buitensporig vrolijk en actief!"
Rachmad lachend: „Pah, ik immers T.B.C."
Ik verschrikt: „Wat, heb je T.B.C.?"
De commies die in het vertrek was en meeluisterde
lachte uitbundig en zei: „Pah hij is „Tijdelijk Bui
ten Controle" van zijn vrouw, zo drukken wij ons
uit als onze vrouwen weg zijn."
Zij, die willen meedoen aan de reünie om het hon
derdjarig bestaan te herdenken van de K.W. III en
eventueel goede ideeën hebben om deze reünie te
doen slagen, kunnen zich opgeven bij
de Heer G. H. G. Harloff
Gevers Deynootweg 182
Scheveningen, tel. 55.20.45.
Laat de opkomst zo groot mogelijk zijn!!!
sinds 18 Al -
HORLOGES. KLOKKEN.GOUD en ZILVERWERKEN
RUIME KEUZE in VERSCHILLENDE MERKEN
L.v.MEERDERVOOHT 520 TEL.33 64 41
Trouw- en Verlovingsringen van het
bekende merk „CONSTANT"
De Indonesische schilder -
Abdullah, wiens volle naam
luidde niet te verwarren
met zijn zoon Basuki Ab-
dulah, die eveneens palet HHHHNHHHHH
en penseel hanteert en als O gHlllf^J& jijI
hofschilder van President JÉÊ
Soekarno fungeert ge- MÊt
noot in het voormalige Ne- I5r JÉf'&llSP'tir
derlands-Indië grote he- jpT'fe
kendheid. II ziet hem op HmBHK? '1iftfê mÈM
bovenstaande fraaie foto H iwja/ÊmtgJ',JÊÊÊm
van de bekende Bandoeng j|| |SlB j|g| '"jPSpPI^T J^ÊÊÊkj
afgebeeld :n zijn atelier. B JaKMtgH»#/if I ÊtrM sÊt
bez<9 «an een van zijn lg!
Abdullah Sr. aangenomen
studeerde aanvankelijk me
dicijnen, vertrok naar Ne- (PM tpSSBSSIwi rrrz,-
derland. waar hij stetoscoop
verwisselde voor penseel en
palet en zijn opleiding tot
schilder, als we ons niet
vergissen, genoot aan de
Academie. Terug-
gekeerd naar zijn schone
vaderland bracht hij er, zowel in olie- als in waterverf zijn geliefde sawah- en berglandschappen op doek
en papier.
Mogelijk zijn er onder onze lezers, die deze gentleman-bohemien onder de vooroorlogse Indonesische
schilders gekend hebben en zijn ofschoon niet bepaald moderne maar i eerlijke weergave van het prachtige
landschap hebben bewonderd en die wij een genoegen doen met deze in zo vele opzichten karakteristieke
foto.
H. B.