12 1001 Mijn eerste „ajam boemboe roedjak" Imitatie djagoengkoekjes Voor feestelijke gelegenheden AVONTUREN met de soetil Een smakelijk pisangschoteltje De rijsttafel is niet alleen in Nederland, maar in heel Europa een zegetocht aan het maken. Zo is in Parijs geopend het Restaurant Javanais „PADI", onder leiding van Renée Pianelli, geboren en ge togen in Soerabaja. In de keuken staat Mario Giesberg (links), hier in gesprek met Jan Brusse; rechts een regelmatige gast, Harline Respati, toneelspeelster in „Cheri Noire" (b.v. in de rol van Marpezza Dawn in „Orfeu Nego"). Het restaurant heeft voor zijn andere Europese schotels al lang een goede reputatie, maar gaat nu bewust sterk omschakelen naar de Indische keuken, waarvoor onder de touris- ten en Parijzenaars enorme belangstelling schijnt te bestaan. Renée is ook op zoek naar Indische jongens, die daar als kellncr willen werken. Het restaurant staat aan de Rue Quatrefages 5, Paris Ve, dicht bij de Moskee, achter de Wijnhallen dus, dicht bij de „Boul' Mie he". Wie na eindeloze omzwervingen in de lichtstad weer eens behoefte heeft aan Hollandse stemmen en een stevige Indische maaltijd, weet nu dus een adres. Daar wist hij wel raad op. Hij was niet voor niets padvinder met een kookbrevet. Hij nam de schaal met kip. spoelde de boemboe onder de kraan af en wreef de stukken kip met asem garem in. Sa men bakten we ze daarna in hete klapperolie. Het resultaat was Ajam Goreng Speciaal met een pi kant bijsmaakje, waar we van gesmuld hebben. Ach nu vermoed ik, wat u weten wilt: of eh hij nog met mij in het huwelijksbootje is gestapt? Ja, hoor. Er zijn nog wel moedige man nen op de wereld!! En dan hoor ik u nog wat vragen: of die man in de loop der jaren misschien een maagkwaal of zoiets heeft opgelopen? Och, weineen! Luistert u naar me en gelooft u me gerust, want ik kan het weten: ,,Alle Indische vrouwen kunnen goed koken, weet u!" FÊ KLERKS-KÜHR We hebben hier in Holland niet zoveel soorten pi sangs als in Indië. De West-Indische banaan, die op de Pisang Ambon lijkt, is vrijwel de enige soort, die hier het meest verkocht wordt. Dat de pisang, zowel voor kinderen, als voor vol wassenen niet alleen voedzaam is, maar tevens door het grote vitaminengehalte zeer gezond, is algemeen bekend. Niet alleen als fruit is de pisang, vers genoten, erg lekker, maar verwerkt in een schoteltje, als toetje opgediend, is deze vrucht erg smakelijk. Hierbij een recept, waarbij de pisang op Hollandse wijze is bereid. Wij nemen hiervoor: 6 tot 8 goed rijpe pisangs, 4 eieren, witte suiker naar smaak, citroensap. We schillen de pisangs, snijden ze in langwerpige schijf jes en leggen ze laagsgewijs in een beboterde vuur vaste schotel. We bestrooien iedere laag met wat fijne, witte suiker en druppelen er citroensap over heen. De vier eierdooiers worden met een paar le pels suiker tot een dikke massa geklopt, die we over de schijfjes pisang storten. Daarna wordt het stijfgeklopte eiwit, waar ook suiker door ge klopt is, over de schijfjes pisang gelegd, zó dat 't de onderlaag van pisangschijfjes geheel bedekt. In een oven die van tevoren goed verwarmd is, la ten we de vla en de pisang gaar worden, terwijl het stijfgeklopte eiwit een mooi bruin korstje krijgt. Het geheel maakt een zeer smakelijk toetje, lekker, fris en voedzaam. H. G.-V. Rasp van een bloemkool de bloem af; maak even eens een paar grote aardappelen en een grote raap fijn. Vermeng dit met wat peterselie en een ge sneden uitje, peper, zout en suiker naar believen. Daarna twee kopjes tarwebloem met een kopje melk en een geklopt eitje toevoegen. Precies als de djagoengkoekjes in Indië bakken in slaolie. Neem een kip (hennetje dat aan het eieren leggen toe is, jong en mals) Snijdt de kip aan stukken, leg alles in een wadjan met Yz pak boter of margarine (zonder meer) met een deksel er op, op een middelmatig groot vuur te Alle indische vrouwen kunnen goed koken, weet je! Met zulke uitspraken was ik opgegroeid. En ook later als jonge vrouw had ik niet de minste aanlei ding om er aan te twijfelen. Want bij wie ik ook ten eten gevraagd werd: de makanan was er ver rukkelijk. Ook de pasgetrouwde vriendinnen, die van kleine salarisjes moesten toekomen bleken uit allerlei nietsen heerlijke ietsen te kunnen toveren. Geen wonder, dat het idee zich bij mij post vatte, dat ik ook wel een ster op culinair gebied zou zijn, zodra ik het maar in mijn hoofd haalde om de soetil te hanteren. En dat moment kwam, toen „hij" de belangrijkste plaats in mijn leven begon in te nemen. „Hij" kwam ook uit zo'n familie, waar het wemelde van excellente kooksters. „De boemboe roedjak van oma", „de pèpèsan van mam", „de saté babi van tante Saar", kwamen vaak in de gesprekken op de proppen. Kon ik dan verstek laten gaan? Neen toch? Dus zei ik op een keer: „Zal ik ook iets voor je klaar maken, liefste? Kies maar, wat je wilt!" Hij liet het aan mij over en ik koos ajam boem boe roedjak. Dat leek me niet zo erg moeilijk. Ik zwaaide in die tijd de scepter op de afdeling Reclame en Publiciteit van de Universal Film Mij. op Postweg Noord en ik woonde met een vrien din in een paviljoen aan de Nieuwelaan (zijstraat van Kramat) in het geliefde Betawi. Die speciale middag bleef ik geen minuut langer dan vijf uur en de weg naar huis jakkerde ik op m'n fiets in recordtijd af. Onze baboe was al naar huis, maar ze had alles klaar gelegd, zoals ik het haar gevraagd had: de kip en de boemboe boemboe. Ik trok mijn oudste jurk aan, haalde „Catenius van der Meyden" te voorschijn (want daaruit nam ik het recept) en ging aan de slag. In het zweet mijns aanschijns deed ik precies zoals door Mevr. van der Meyden werd voorgeschreven en na een poosje pruttelde de ajam op het vuur. Vroeg, véél vroeger dan gewoonlijk, hoorde ik „zijn" fiets op het grindpad knerpen. „Nou dat goedje zal wel klaar zijn, dacht ik. Ik nam het haastig van het vuur en vloog „hem" tegemoet. „Mmmm, je maaksel ruikt fantastisch, poes", zei hij. „Ik watertand al!" „Oei, ik heb nog niet gebaad. Als jij nou de tafel dekt, terwijl ik de badkamer induik?" Opgefrist en wel schoof ik later met hem aan ta fel. Mijn vriendin had op zulke momenten de prettige gewoonte om te eclipseren. „Liefste van de wereld," zei ik. „Proef eens wat je Prinses, je keukenprinses, voor je heeft klaar gemaakt!" Tussen duim en wijsvinger pakte hij een poot van de schaal en nam gretig een hap. Z'n verwach tingsvolle blik bevroor. Z'n mond vertrok in een grimas. De poot kletterde op z'n bord. „Is er iets?" vroeg ik ongerust. „Hoe smaakt het?" pruttelen. Snijdt ongeveer een theebordje vol fijnge sneden uitjes en een theebordje vol dobbelsteentjes gesneden rookspek. Bak eerst de uien lichtbruin, daarna het spek. Zodra de kip in eigen vocht gaar en lichtbruin is voegt men de gebakken uien en het spek er aan toe. Vlak voor het opdienen klopt men drie of vier eieren naar verkiezing luchtig op, en terwijl men dit over de stukken kip giet, vlug met twee soe- tils alles door elkaar halen, zodat elk stuk door ei is omgeven. Smaakt bij aardappelen en groente of compote, evenals bij een rijstschotel. OMAATJE „Och", zei hij met iets sussends in zijn stem. „Voor zo'n eerste keer „Zeg nou eerlijk!" drong ik aan. „Je wéét, dat ik vóór alles eerlijkheid verlang." „Nou goed dan, als je het weten wilt!" zei hij. „Het is afschuwelijk. Het smaakt naar stopverf! Proef zelf maar!" Ik nam voorzichtig een hapje. Ah, bah, jakkes. Ik wist niet of ik het uit moest spugen of in slikken. Ik besloot maar tot het laatste. Een paar seconden lang was ik volkomen uit het veld geslagen. Voorzichtig wierp ik zijdelings een blik op hem. Zijn gezicht was uitdrukkingloos, zijn ogen neergeslagen. Hij speelde met z'n vork en wist zich kennelijk geen raad met de situatie. Tsk, tsk, tsk. Het was ook geen kleinigheid om je uitverkorene zo maar klakkeloos te vertellen, dat ze minder dan nul presteerde op een bepaald huisvrouwelijk gebied. Wie weet, zo dacht hij na tuurlijk, wat de gevolgen zouden kunnen zijn. Een daverende ruzie? Een tijdelijke of definitieve breuk? Het geval begon op mijn gevoel voor humor te werken. Ik probeerde mijn opkomende vrolijkheid nog te onderdrukken. Per slot van rekening wist ik van mijn kant ook nog niet hoe hij zou reage ren, als ik zo'n volkomen debacle niet met gepaste ernst zou ondergaan. Ik slikte één, twee keer. Maar het lukte me niet. Ik begon zachtjes te proesten, dan al harder en harder. Ik zag hem opkijken, ver rast, opgelucht;" totdat ook zijn lach losknalde. We rolden tegen elkaar aan van de pret en konden haast niet ophouden. Maar toen we eindelijk wat tot bedaren kwamen, zei ik prozaisch: „Ik heb een rammelende honger naar iets lekkers. En ik heb helemaal geen zin om naar de Chinees te gaan. Hoe nu?"

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 12