Emigratie, ja of nee - Efficiënt of verkeerd 3 N.O.N.I. Sympathisanten N(ieuwe) Oriënte ring) N(ederland) l(ndonesië) worden worden uitgenodigd om op Vrijdagavond 23 sept. 8 uur aanwezig te zijn voor een eerste gedachtenuitwisseling in het Tong- Tong-gebouw, Pr. Mauritslaan 36 Den Haag Motto: „Behoud het Goede" EEN SOBAT BESAR 60 JAAR VIJFTIG STERREN Op een persconferentie liet de regeringscommissaris voor de emigratie, mr. ir. B. W. Haveman, zich zeer gunstig uit over de „excellente karaktertrekken" van de Indische emigrant in de V.S. (TT No. 3). Daar staat tegenover een rijk geïllustreerd artikel van de hand van een zekere Pater Trum, welk artikel in verscheidene bladen in Nederland werd afgedrukt (wij kregen het knipsel toegestuurd uit ver uiteen liggende plaatsen- als propaganda is het artikel dus uitstekend geslaagd), en waarin minder prettige dingen over de Indische emigrant, werden gezegd. Wij citeren: De vele Indische Nederlanders, die we' in Amerika spraken, waren zonder uitzondering enthousiast over de steun, die ze van pater Trum kregen. Helaas, helaas, die waardering is rtiet wederzijds. Pater Trum heeft vele vraagtekens leren zetten, waar hij toen hij begon vol liefde een uitroepteken plaatste. ,,'t Is niet best," zei hij duidelijk teleurgesteld. ,,De algemene ervaringen van de Amerikanen zijn somber. En de Nederlandse emigrant heeft alles behalve een goede naam. Vooral de on- gehuwden hadden' er meestal veel beter aan gedaan, te blijven waar ze waren en het avon tuur niet te zoeken". En verder o.a.: Maar er zijn gevallen voorgekomen, van Neder landers, die honderden guldens leenden en daar na spoorloos verdwenen. ,,Ze zitten direct in moeilijkheden en vragen dan geld te leen. Maar de Nederlanders zijn het moeilijkst waar het de terugbetaling betreft," zo vertelt de pater. De waarheid wordt de mensen te weinig onder de ogen gebracht. Anders zouden heel velen zich wel duizend maal bedenken, voor ze hier kwa men. Dan zouden er ook minder teleurstellin gen zijn. Wij stellen voorop dat het gevaarlijk is, zulke zin nen uit hun verband te lichten, maar constateren toch maar dat het deze regels waren (door de in zenders extra onderstreept), die de geest van het hele artikel sterk beïnvloedden en onrust onder aspirant-emigranten veroorzaakten. Het merkwaardige was voorts dat aparte aandacht werd besteed aan de reportage over een familie Nie- vaard uit Hengelo, die zich met grote moed en doorzettingsvermogen juist uitstekend had kunnen inpassen. Maar die familie was ook „uit het goede hout gesneden Jammer genoeg vonden wij in het hele artikel geen exacte gegevens. We zouden graag wel willen weten: a. welk percentage mislukt en is dit een redelijk perrentage? b. heeft het onderzoek van Pater Trum zich alleen uitgestrekt tot katholieke emigranten? En als dan de emigratie van Indische Nederlanders in andere kerkgemeenschappen minder alarmerende resultaten heeft, moet de oorzaak dan niet gezocht worden in een minder efficiënte emigratie-planning? c. Wat ook de oorzaken mogen zijn, is het niet wenselijk in alle voorlichting nauwkeurig vast te stellen op welk terrein mislukkingen zijn geconsta teerd? Wij hebben begrepen dat Nederland een „gevaar lijk" geboorteoverschot heeft en dat stimulering van emigratie-verlangens een goede nationale zaak is. Ook al staan wij (o.a. met scheepsbouwer Ver- olme) verbaasd over het feit dat men aan de ene kant Nederlanders „exporteert" en Italianen „im porteert", terwijl spijtoptanten als volkomen on genietbare waar harteloos worden geweigerd! Maar goed: wij stellen ons dus achter de bevor dering van emigratie, hebben contact met hon derden emigranten, die ons ijverig verslagen van belevenissen sturen en krantenknipsels. Wij be schikken dus over vele brieven „pro" en weinig brieven „contra". Onze lezers die emigratie-plan nen hebben, vragen ons om raad en hulp. En vragen ons om rekenschap over voorlichting in de Nederlandse pers. Men zit met dat artikel van Pater Trum werkelijk in zijn maag. En wij krijgen ook toegestuurd knip sels uit Amerikaanse kranten als dit: Probably the biggest sirigle settlement in Buf falo is at Carolina and West, where about 30 of them are living. TYPICAL INSTANCE Robert Sausele's family is typical. Sausele, who is 25, his wife and two small children, eat, sleep and cook in one room on the second floor at 262 Carolina St. They share toilet and shower privileges with five other families. They pay 50 a month for these accommodations. On the third floor of the same building live George G. Mollet, his wife and two children. They have two rooms. They pay 57 a month. Others in the same neighborhood, living under similar conditions are paying around 50 a month. Speaking through an interpreter, Sausele, who was a lathe operator in Jakarta, Indonesia, told The Courier-Express his family lived in their own three-bedroom house in Indonesia- "We are not used to this kind of housing, Sausele said, "even though some people may think we are." John B. B. Pisanis and his family lived in a three-bedroom flat in Jakarta. Now Pisanis, his wife and three children sleep in one room, share toilet facilities with other families in a dwelling at Carolina and West. They pay 55 a' month. The housing was secured by Dr. John M. Juhasz, director of the Resettlement Bureau of the Roman Catholic Diocese of Buffalo. Dr. Juhasz readily acknowledges the draw backs of the accommodations but adds this house is only temporary. He said better housing cannot be found at the price because of landlords' objection to "families with chil dren". Dr. Juhasz said the mixed racial background of these people also has made it difficult to get decent housing at a fair price. FIGHT VERMIN "Pardon the smell." one refugee said, as he led a reporter to his one-room apartment. His wife explained how they had waged a futile eight-day campaign against the cockroaches and other, vermin. "They still bite," he said, taking the cover from a filthy pillow that came with the fur nished dwelling. "That pillow is one of the better ones." "We don't expect luxury, or even comfort,' said another. "All we hoped for was some place clean and with enough room." Maar ook zulke knipsels: Massachusetts Baptists have sponsored twenty-six refugee families toward a goal of fifty during World Refugee Year which will end June 30. Nineteen persons have arrived and sixteen families are enroute, having already been spon sored. A total of eighteen other families have been sponsored by the state Baptist Convention but are awaiting local churches to take them and to be definitely placed. Since the close of World War II, the Baptists in the Bay State have brought in about 200 displaced persons and refugees, in addition to the current goal of fifty refugee families. MOST OF THE REFUGEES ARRIVING THIS YEAR FROM OVERSEAS ARE DUTCH INDONESIAN REFUGEES. WELL EDUCATED, WITH THE ABILITY TO SPEAK ENGLISH AND EASY TO RESETTLE. De inzender zegt dan ook terecht: „Het enthousias me is niet a Heen bij mr. Haveman!" Wij zitten maar tegen die knipsels aan te kijken. En we horen maar beurtelings: „Het gaat prachtig!" „Het gaat niet zo best!" „Kom maar over jon gens!" „Kijk driemaal uit!" 4 September jl. vierde de vermaarde scheepsbou wer C. Verolme zijn zestigste verjaardag temidden van een enorme kring vrienden. Tjalie gaf hem daarbij als „tanda mata" een Bandaas kruidna gelscheepje ten geschenke, als symbool van de ge negenheid en bewondering in Tong-Tong-kringen. De heer Verolme heeft deze sympathie op drie verschillende wijzen verworven. 1. Door zijn royale gift aan de Nw. Guinea expeditie, waardoor deze exploratietochten van een dreigende ondergang werd gered; 2. Door zijn herhaalde onverbloemde sym pathiebetuigingen voor de spijtoptanten; 3. Door zijn grootse plannen in Tropisch Amerika waar bij hij positief slagingskansen ziet voor Indische Nederlanders. Maar het is vooral zijn geest, die de wederzijdse vriendschap mogelijk heeft gemaakt. We vinden er de zin van ons devies in terug: Trouw - Branie- - Ondernemend, en dan gepousseerd met een ge weldige dynamiek, die wij zo goed kennen van de pioniers in ons oude Indië. Wij komen binnenkort in een apart artikel uitvoe rig terug op deze excellente figuur in het Neder landse ondernemingsleven. Nogmaals: emigratie is een zaak van nationaal be lang. Daar moet niet mee gesold worden. Want dat leidt ook tot onverantwoordelijk gesol met men sen. Wij beschikken over zeer vele bewijzen dat emigra tie goed gaat en scharen ons geheel achter de heer Haveman. Maar we mógen niet blind blijven voor kwalijke facetten. En het is o.i. nodig dat deze kwalijke facetten zorgvuldig worden onderzocht. Van fouten kan men minstens evenveel leren als van successen. De man, die met zijn gezin een geheel nieuw le ven gaat beginnen, heeft RECHT op eerlijke, be trouwbare en precieze voorlichting. De man, die emigratie bevordert, moet de mentaliteit van de emigranten beter kennen. Maar al dat generali seren met vage waarschuwingen is naar alle kanten FOUT. Wat tenslotte de Indische emigranten betreft, waarheen ook, wij achten het een zaak van pri mair belang dat door Indische Nederlanders dc typische Indische methoden worden gezocht, waarlangs een geleide en efficiente emigratie kan worden bevorderd. Dat vlakweg het emigratie-cri terium van Kees Borstlap uit Stampersgat ook maatgevend wordt geacht voor Nono Pieters uit Depok, is psychologisch, sociologisch en dood gewoon logisch waanzin. Hoeveel mislukkingen en hoeveel nieuwe (dure) spijtoptanten moeten er weer opgeleverd worden, voordat men dat ein delijk gaat inzien? T. R. „Vijftig Sterren" is een boekje uitgegeven door de Nederlandse Emigratiedienst, waarin allerlei gegevens staan, die van belang zijn voor diegenen, die het plan hebben opgevat naar Amerika te emi greren. „Vijftig Sterren" wordt U op aanvraag gratis toegezonden door: de NEDERLANDSE EMIGRATIEDIENST, Piet Heinplein 6, Den Haag.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 3