/fro EEN DURE JACHT (ii) JACKTDDRADO'S Zwijgend retourneerden Djoeki en ik naar het bi vak. ieder voor zich verwerkten wij de opgedane impressions primairs' welke de komende dagen hoopvol tegemoet deden zien! Niet alleen wat de jacht ,,an sich" betrof, doch mede op fotografisch terrein, hetwelk dankbare objecten offreerde om aan de vergetelheid te worden ontrukt! Plotseling verstoorden twee opeenvolgende schoten de avondstilte. Gespannen luisterden we of er nog een derde schot zou volgen, het afgesproken sein om assistentie! Het bleef echter stil, dus geen aan leiding voor ongerustheid. Wij waren van mening, dat de achtergeblevenen een stuk wild hadden om gelegd, kregen hiervan de bevestiging toen wij bij de keuken de ontweide lichamen van twee spit- sers aan een boom zagen hangen. Deze behoorden tot een kennelijk door schrik op gejaagde roedel, die met veel geruis door de vege tatie braken en ventre a terre dwars door het bi vakterrein vluchtten. Nog voordat de beschermen de struiken werden bereikt, sneuvelden beiden door een keurig nekschot van mijn huisjongen Boy en diens helper Basoeki, die beiden met de bereiding van het avondeten bezig waren. Dit laatste, be staande uit rode zilvervliesrijst, een zout eitje, een stuk gedroogde vis (gereh) en de onafscheidelijke „sambal rawit" liet zich onder een gezellige kout uitstekend smaken. Er volgde uitdeling van een pakje onvolprezen „Tjap Warning een boekje Ambre of Clubpa pier en een doosje lucifers. En als toegift nog tien druppels van het galbittere „Kina de Vrij' waar van de reactie duidelijk op de gezichten was te on derkennen! De gezondheid kon echter niet ver waarloosd worden, gezien de aanwezigheid van talloze oerwoudprikkers, die niet alleen groter, maar bovendien agressiever en muzikaler zijn dan hun soortgenoten uit de stad! Ook de honden werden gevoederd. Zij waren tien in aantal en Djoeki was er de eigenaar van. Ras echte specimen van het verguisd geslacht „Gla- dakkcrius", geen schichtige, schurftige en uitgemer gelde straatparia's, maar gezonde, stevig gebouw de, levenslustige en goed verzorgde dieren. Hier onder bevonden zich vier topfiguren, die de du bieus klinkende namen hadden van Goendoel Krakal Ranté en Soendel! Geboren aanvoer ders, met een edel karakter, wier huidtekening en kijkers de afkomst deden vermoeden van Duitse Staanden en/of Pointers. Perfecte jachtkameraden, die zich doodstil hielden bij het aanbersen op een spoor, alleen hals gaven zodra zij op het wild wa ren gestoten, hetwelk rusteloos in halve cirkelfor matie werd achtervolgd en óf tot staan gebracht óf door een tactisch samenspel naar de omgeving gedreven, waar de schutters zich ophielden. Zel den zag ik zo'n vriendschappelijke onderlinge ver houding als bij deze meute, ook al kon van tijd tot tijd „das ewig Weibliche" een wanklank ver oorzaken. De overige zes dieren regelden zich gaarne naar dit edele klaverblad van vier, in het besef dat zij in penibele momenten onmiddellijk op steun konden rekenen. Niet ten onrechte was Djoeki trots op dit zo waardevolle bezit. En ik deelde die trots! Voor dat viertal had ik niet slechts waardering, doch ook achting wegens hun onbaatzuchtigheid. Hun enig gebrek zo daar van al sprake mocht zijn -was slechts het ge mis van de menselijke spraak. Het liep tegen twaalven. De koele avondwind en lekkere buitenlucht maakten slaperig, zodat be sloten werd de door de dragers en drijvers ge maakte bamboe balé-balé op te zoeken. Deze wa ren in een rechthoek onder de blote hemel opge steld. Na de kampvuren opgestookt en van vers brandmateriaal voorzien te hebben, werden de honden in het midden van de kring gelijnd en wik- 1; o 1de een ieder zich in een soldatendeken voor verhuizing naar het Land der Dromen en Ver getelheid. Circa half drie werd ik zachtjes gepord. Opkijkend zag ik Krakal, steunend met de voorlopers tegen de balc-balé, stoote hij met zijn wang tegen mijn schouder. „Wat is er Krakal?" vroeg ik. Als antwoord zette hij voorzichtig zijn tanden in mijn hemdsmouw waaraan hij trok. Ik kwam over eind en terwijl ik de wind peilde vleide hij zich te gen mijn benen aan. Ik merkte dat hij sidderde. Aangezien wij benedenwinds waren moest hij ver waaiing gekregen hebben van een of ander roof dier, hetzij van de „gestreepte" hetzij van de „Gevlekte Met de Zeiss zocht ik de omgeving af, spaarzaam verlicht door de nog smeulende kampvuren en de maan, die spookachtige scha duwen veroorzaakten. Ik merkte, dat beide herten van de boom verdwenen waren, doch hoorde noch zag iets verdachts. Met een Eveready en de dubbelbuks verliet ik op blote voeten de kring der slapenden en richtte mijn schreden keukenwaarts. Halverwege gekomen woei een frisse wind me tegemoet. Hij voerde het ge in de heldere stralenbundel van mijn Eveready vertoonde zich het borstbeeld en de fraai getekende kop van een ..Gestreepte", die door het schaduwend licht bijzonder groot leek foto: J. C. H. We waren met het tiende Bataljon op meerdaag se oefening in het Tangerangse. Er was bij mijn sectie een piepjonge sergeant, die pas uit Holland kwam. Op een morgen, dat we op mars waren in de rich ting Maoek passeerden wij een groot erf, waarop geen huis te zien was en waar achter een bam boebosje een paar varkens aan het wroeten waren. De sergeant maakte mij er op attent en ik vertel de hem, dat het hier krioelde van de varkens. Bij thuiskomst in het bivak, vertelde hij, dat hij wel idee had om op jacht te gaan, waarop ik hem vertelde, dat hij bij de fourier wel een jacht geweer met patronen kon krijgen. En jawel, 's mid dags tegen half vijf ging hij alleen op stap en ik was benieuwd hoe dat zaakje zou aflopen. Het zal zo ongeveer 6 uur geweest zijn, toen hij terugkwam. Met hem was een oude Chinees, die zwaar liep te kankeren. Daarachter liepen twee Chinezen die aan een pikoelan een dood varken droegen. De officieren die in een hut aan de grote weg lagen, waren benieuwd wat er aan de hand was toen die optocht aankwam. De sergeant vertelde hun, dat hij dat varken geschoten had, denkende met een wild zwijn te doen te hebben, en wist niet wat die oude Chinees van hem wilde. Onze kapitein maakte het met die Chinees in orde. Het bleek een van de varkens van zijn fok kerij te zijn en de sergeant moest bij thuiskomst in Batavia 27,50 schadevergoeding betalen. JEKA luid van scheurend vlees en bottengekraak mede. Ik bleef staan, flitste de 6-pits Eveready aan. In de heldere stralenbundel vertoonde zich het borst beeld en de fraai getekende kop van een „Ge streepte'-', die door het schaduwend licht bijzon der groot leek en aan beide zijden geflankeerd was door kleinere exemplaren. Zelden zag ik zo n fasci nerend beeld in de natuur. Het overtrof vele ma len datgene wat een circus of dierentuin offreert, al is zulks ook attractief en indrukwekkend. Het drietal bemonsterde met verschrikte, knip perende kijkers de rustverstoorder. Wachten was echter niet geboden! De buks kraakte en geluidloos zakte de machtige kop omlaag, roerloos. Nog vóór ik een tweede op korrel kon nemen, verdwenen de beide anderen met een lenige sprong en een kor te grom in de dekking. De knal veroorzaakte een geweldig tumult, een cacaphonie van luid hals ge vende viervoeters en luid geschreeuw van wak- kergeschrokken, en nog slaapdronken mensen, het geen bedaarde toen ik naar hen toekwam. Opvallend was de houding van Krakal. Zacht jankend sprong hij tegen mij op. likte mijn handen en voeten als wilde hij zijn dankbaarheid betuigen voor mijn snelle reactie op zijn waarschuwing. Of was het omdat ik de hondenwereld van een hon denkaper had verlost? De „Gestreepte" werd opgehaald en bij de keuken op goeniezakken gelegd. Het bleek een „she te zijn. met een mooi glad, gaaf en schoon dek, zon der enig oerwoudteken. Machtig in haar domein was zij ook machtig en indrukwekkend op haar doodkleed. Geen spoor van grimmigheid, geen op getrokken lippen of neusvleugels. Zij lag daar met een ontspannen en vredig gezicht, vang en ogen ge sloten in haar eeuwige slaap. Een geronnen bloeddruppel tussen beide ogen verried slechts de wijze waarop de dood haar plots overviel! „Oh, could his inborn stains be washed away, „He were too good to be a beast of prey!" Zo was het. Zo is het nog! Te oordelen naar de droge tepels waren de beide jongen reeds of nagenoeg volwassen. Moedervoe ding konden zij derhalve ontberen en hun opspo ring kon achterwege blijven. Van beide herten was ruim de helft geconsu meerd. De restanten vormden een waardig ex traatje voor onze trouwe viervoeters. H

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 10