My most esteemed friend
„RADJA TONG TONG"
5
SPEKKOEK
BABOE VERSTOND HET NIET
Of er weliich: lezers waren die zich de ouwe heer
Abdulah van d? foto in Tong Tong no. 3 (15/8)
nog herinnerden?
Ja! Present! I do.
En wel met heel, heel veel plezier. Ach, ach, daar
was ie dan, precies zoals ik hem gekend heb in
1903, die goeie ouwe Dul, first rate schilder niet
alleen en óók groot portrettekenaar (in 8 uur een
40 bij 60 vergroting 1. v. haarfijn klaar naar een
kleine foto) doch ook een eerste klas jolly joker.
Ja, een echte grappemaker was hij tevens.
Hij kwam conamore bij onze, jammer-te-vroeg
verscheiden, „Bintang Hindia" als tekenaar. Hoog-
s:cr." enkele Tong Tong lezers zullen zich dat mooie
geïllustreerde tijdschrift, een zusje (of broertje?)
van de „Prins der geïllustreerde bladen" nog
herinneren De „Bintang Hindia onder hoofd
redactie van de, ook reeds overleden, oud 1st. Lt.
H. C. C. Clockener Brousson, bedoelde, om het
zo te zegen, de grootmaking van Insulinde door
b.v in het blad, naast actuele foto's, artikelen op
te nemen in de Nederlandse taal van spe
cifiek inheemse intellectuelen, zonder enig politiek
tintje echter. In hoofdzaak kwamen deze artikel
tjes uit de pen van, zoals ik reeds zei, van de beter
geschoolden, maar hadden dan als ondertoon altijd
iets dat zwaar sympathiseerde met het moeder
land, Nederland en voor het beste artikel werd
dan b.v. een mooie fiets als prijs uitgereikt. Zo
doende vormde het als het ware een brug tussen
Nederland en koloniën. In de redactie zaten vele
Sumatranen, w.o. onze oude sobat Abdul Moeis.
Was, toen ik drie jaar geleden uit Bandoeng re
patrieerde nog in leven, met mij dus de laatst me
dewerker.
Ja, nu weer even terug naar onze vriend Abdullah.
Ik zei. hij was een echte grapjas. Hier volgt dan
wat ik me van die knaap herinner.
Abdullah, die op de tekenacademie op de Wete
ringschans in Amsterdam had gestudeerd, kwam,
meen ik, in 1902 in Indië terug. Hij kon het zover
brengen als het Waterlooplein, waar toevallig een
van die kernachtige ouwe football matches (B.V.C.
Vios?) werd gespeeld. Tussen de rijen omstan
ders ontdekte onze Dul een oude sobat. Dul in
zijn Europese pakean maakte furore, logisch, en
dat die ontmoeting na zovele jaren natuurlijk ge-
celegreerd werd met een zitje bij de icecream tent
bij de Sluisbrug behoeft ook geen betoog.
Maar die arme Dul was zo plat als een platge
trapt dubbeltje, kwam werkelijk geheel berood uit
Holland weerom. Die ouwe sobat hield hem echter
vrij, allang blij dat hij zo n prominente kennis had
mogen inviteren op een sitroop soesoeh. Maar
o wee, nou komt het.
Het begon te regenen, niet zoals hier, maar zoals
zulks bij ons in de tropen meer gebruikelijk is; en
onze Dul moest nog helemaal naar Djocja. Ge
lukkig had de goede vriend (ik meen, dat het Bo
degraven was) zo n grote Chinese pajong meege
nomen voor-tegen-de-zon, want tribunes bestonden
toen nog niet, en en een goednieuwe ga
bardine regenjas en daar zat onze Dul al een tijdje
op te mikken: „Hoe kom ik nou droog in mijn
hotel?" meesmuilde hij.
„No matter zei vrienden B. „Je moogt gerust wel
mijn regenjas lenen hoor".
„O, jaaaa? zei Dul. „Nou zeg, alhamdu lilah
hoor. Morgen terug hoor! Waar woon je?" En
nam daarna nog eens warm afscheid.
Waar nu dacht ge dat Dul stante pede heen ging?
Naar des Indes? Niks hoor! De rumah gadeh!
(pandjeshuis) Nou, 't jasje was nog zo goed als
nieuw en van de opbrengst kon onze schilder net
de reis naar huis betalen, inclusief het hotel
letje van moeder Andreas in Maos, waar de trein
overnachtte te dien tijde, s Anderen daags arri
veerde Dul te Djocja. Zijn goeie oude heer (Dr.
Djawa), stond als assistent aldaar in de apotheek.
Dul, die intussen heel wat veranderd was, zowel
in omvang als in manieren, komt er binnenge
stapt. Hij herkende zijn vader wel, doch omgekeerd
de vader hem niet. Nou komt het dan. Dul
die natuurlijk nog vloeiend Javaans sprak vroeg
zijn vader, na een bescheiden opening van de con
versatie, of hij ook grote zoons had. Ja hoor,
mijn zoon is in Amsterdam, maar komt al spoe
dig terug, Abdullah Surio Subroto heet hij.
O ja, zegt Dul, maar die ken ik héél goed. Som
migen zeggen wel eens, dat ik erg om hem lijk. Vindt
u dat ook niet? Dan even een kleine stilte
Ouwe heer zet zijn brilletje nog eens extra op
zijn neus, komt van achter de counter, een beetje
dichterbij, nóg een beetje dichterbij en dan
eer; explosie. La illa la illatoh! Smeerlap, maar jij
bent Dul, mijn lieve beste jongen. Bangor jij!
Wa: heb je pappa doen schrikken.
H'lar'teit tuurlijk in die pillendraaierij en daarna
zal die Bapa wel dadelijk zijn witte jasje hebben
opgehangen en met zijn zo lang verbeide zoon naar
een of andere kraton zijn gereden om Duls thuis
komst duchtig te vieren hè.
Het geld van die jas werd natuurlijk 's anderen
drags geretourneerd plus de rente en het soeratje
gadeh. Ja, die Dul hê, 't was een echte gannef,
maar ook wel zakelijk, want in 1903 verkocht ie al
aan een Amerikaans concern kleine doekjes zo van
30 x 40 (Indische landschappen) a raison van 25,-
per stuk en heeft daar aardig mee verdiend,
't Artikeltje wordt te lang, ik zou nog veel meer
anecdotes van hem kunnen vertellen, 't Laatst ont
moette ik hem in een Chinees Hotel op de hoek
van de gg Ketapang en Molenvliet, waar toevallig
zijn zoon Basuki Abdullah ook logeerde met zijn
vrouwtje en baby.
Vrouwtje was een R.K. Amsterdams meisje. Ba
suki was toen al erg beroemd, ook in Duitsland,
't Was meen ik in de jaren 1938. Ja, die beste
goeie oude Dul. Hij was een echte sobat andé van
mij. Zijn ziel ruste in vrede.
Oom Boy van de Velde.
De redactie van Tong Tong is buitengewoon
dankbaar voor de bijdrage van „de oude Leeuw"
van de Velde.
Every word that flatters thee
Is no friend in misery
Words are easy like the wind
Faithful friends are hard to find.
Shakespeare.
Héél lang geleden, om precies te zijn: vóór de
oorlog, had ik een vriendinntje in België. We
schreven elkaar trouw, jarenlang, en al schrijven
de kwamen we beiden in het stadium van keuken
experimenten. Al spoedig reisden Indische recepten
naar het Westen, en Vlaamse recepten naar het
Oosten. Om maar eerlijk te zijn: we probeerden
elkaar te overtroeven met steeds ingewikkelder ge
rechten.
Tot ik op een goed moment het recept te pakken
kreeg van een echte Indische spekkoek! Dit was
mijn kans, om een onverslaanbare goede beurt in
de Sinjorenstad te maken. Ze zou lang moeten zoe
ken, om iets te vinden, wat lekkerder, gecompli
ceerder en bewerkelijker was dan dit!
In mijn eerstvolgende brief werd dan ook op
een apart vellteje het recept ingesloten, dat
begon met de kleinigheid van: „Men neme 20
eieren.
Maar ach, toen dit epistel onderweg was, brak de
oorlog uit, en ik heb helaas nooit meer wat van
Maria van Tongerloo gehoord.
Wel kwam mijn brief terug. De enveloppe was ge
schonden, opengemaakt door de censuur, zoals ik
uit een indrukwekkend stempel begreep. Tot mijn
verbazing kwam er echter wél mijn brief uit, maar
niethet recept van spekkoek!
Nu vraag ik me af: zou dit terecht gekomen zijn
op de afdeling, waar men geheime coden tracht
te ontcijferen, of zou het zijn weg gevonden heb
ben naar de keuken van de ambtenaar van de
censuur.
ELS
Onze jongste, Ben speelde altijd met de twee
tjoetjoeks van onze oude baboe tjoetji. De klein
tjes, Boejoeng, 3 jaar, en Oepi, anderhalf jaar,
leerden vlijtig Hollands van Ben, 3 jaar, en ba
boe kon haar eigen tjoetjoeks niet verstaan: b.v.
„Mah! wassen, handje vies".
Mah kwam lachende aan mij vragen: „Apa dia
tanja, Mim?" (wat vraagt ze Mim?) Wat wij ge
lachen hebben! Ze zei niet „gandje" maar handje,
heel netjes. Die kleine Oepi met haar schitteroog
jes.
Dindah J. SOFFNER
Er zijn veel manieren om
op een origineel punt
van het schone
Indonesische landschap
te genieten.
Maar deze positie is
toch wel heel
erg précair
slippend de bocht uit
en op de leuning!)
Wie kent het punt
Op weg van Bogor naar
de Poentjakkort voor
je bij Tjipajoeng komt.
Een bruisende rivier,
de Tjisandé.
Aan de andere kant
van de rivier was een
eenvoudig
bamboezen hotelletje.
Beheerder een
ex-hoofdambtenaar van
Balai Poestaka,
dichter van de oude school.
Ik moet tot mijn
schaamtevolle spijt
bekennen dat ik zijn naam
vergeten ben.
Heb er éénmaal gelogeerd.
Onvergeetlijke nacht met
de witte bruisende
rommeling aan je voeten
(als je op de veranda zat),
de sterrenhemel boven het
kampongprofiel aan
de overkant,
de gastheer op zangerige
toon oude
Javaanse sagen vertellend.
Een kiekje van een
auto-ongeluk in Indië
en je hart wordt
boordevol herinneringen.