VAN HIER EN GUNDER
13
±\?/S
J. v. R.
1001
AVONTUREN
met de
soetil
Dödöl
Vim Hier en Gunder is onze belangrijkste rubriek* Voor het eerst in de historie van de Indische
journalistiek bestaat ergens een vrije uitwisseling van gedachten over de meest uiteenlopende onder'
werpen* De Indische burger stuurde destijds haast nooit ingezonden stukken in en doet het nog steeds
slecht in de Hollandse pers. Omdat wij hier vaak „als vreemden" spreken en niet verstaan worden.
In TONG-TONG voeden wij elkaar op. sterker dan uit welke andere kolom ook in dit blad is
hier de psychologie van de Indischman te herkennen.
„Ik heb me vroeger op de Tong-Tong geabon
neerd omdat ik dikwijls pijn in mijn buik kreeg van
het lachen om de verhalen die erin stonden. Het
was toen een echt gezellig blaadje, onbegrijpelijk
misschien voor een geboren en getogen Nederlan
der. Tegenwoordig vind ik het meer op een pro-
pagandablaadje lijken met een opvoedende taak.
Uitermate geschikt voor een Nederlander, die nooit
in lndië is geweest en die graag wil weten hoe
dat allemaal toeging daar. Maar voor mij is Tong-
Tong een oninteressant iets geworden. Daarom zou
ik hierbij graag mijn abonnement opzeggen."
1. Voor zover ons bekend is een tong-tong geen
apparaat waarop geslagen wordt om bijeen te ko
men voor plezier.
2. Dat bij het eerste appèl (net als bij het bijeen
komen voor èlk werk) grapjes worden verteld „van
thuis" is logisch. Daarna wordt aangepakt.
3. Wij zien in dat Tong-Tong niet beperkt moet
blijven tot Indischgasten sadja en dat bij Totoks-
van-hier veel rechtgezet moet worden om tot een
beter wederzijds begrip te komen. Dat gebeurt nu.
Is het nu wéér niet goed?
■1. Lezers denken toch niet dat alle humor in
Tong-Tong uit Tjalie's duim gekomen is? Wij kre
gen inzendingen uit alle lezerskringen. Die inzen
dingen zijn sterk verminderd. Humor uitgeput? Of
is er nog genoeg? Stuur op dan. Wij plaatsen
graag.
5. Elk blad past zich aan bij de psychologie van
zijn lezerskring. Misschien is de psychologie van
de Indische lezer in de loop der jaren gewijzigd.
En is hij nu ernstiger geworden? Ziet taken voor
zich; b.v. de spijtoptanten. Nog steeds neen,
méér nog dan vroeger is het grootste en nut
tigste contactmiddel voor de gerepatrieerde groep
Tong-Tong.
6. Als wij Tong-Tong opzeggen omdat er niet ge
noeg humor (c.q. sport, ambtenarenproblematiek,
cultuur, etc. etc.) in staat, krijgen wij a. ons ver
langen tóch niet bevredigd maar b. richten we
ons blad tóch ten gronde. Er zit voor ons werke
lijk niets anders op dan voortdurend ACTIEF
mee te werken. En met alle erkentelijkheid voor de
verwachtingen, die men van mij heeft: ik kan on
mogelijk tweemaal per maand de krant vullen met
wat U speciaal verlangt, nietwaar?
Een „mopje" als over de Heilige Geest had ik
wérkelijk niet in Tong-Tongverwacht.
Lezer heeft gelijk. Sommige dingen doen wij in
slordige haast, waar wij later spijt van hebben. Om
deze en andere redenen hopen we onze interne re
organisatie toch spoedig in orde te hebben.
„Het wil mij voorkomen dat veel blindheid voor
fouten in het koloniale leven zijn ontstaan vindt
in het te dicht op de werkelijkheid zitten daar. Hoe
langer de Indischman hier zit, hoe meer hij zal in
zien dat vele van zijn opinies over lndië fout zijn."
L. B.
Laat ons aannemen dat dit een gezond oordeel
is, m.a.w. dat dus ook veel Hollandse blindheid
voor fouten hier ontstaat door het tè dicht zitten
op de werkelijkheid hier, wordt het dan geen tijd
dat door een nauwer contact tussen thuis-Neder-
lander en „kolonialeNederlander en in een eer
lijke en goedwillende uitwisseling van gedachten
beide soorten Nederlanders elkaar beter opvoeden?
Liefde moet van twee kanten komen.
ik wil uw aandacht vestigen op het boekje
van Baudet: „Het Paradijs op aarde". Ook nu nog
wil menigeen bij de blanke alleen maar schuld en
bij de gekleurde alleen maar deugd zien."
Z. v. D.
Het boek van Baudet en de schrijver zelf zijn reeds
in Tong-Tong besproken. Het is jammer dat „Het
Paradijs op Aarde" niet veel en veel algemener
bekend is en dat men in Europa gaat zoeken naar
een nieuwe oriëntering. Het merkwaardige is bo
vendien dat de Europeaan dit schuldgevoel als
maar projecteert in het verleden, maar in het he
den doorgaat met fouten maken. Omdat men niet
beter weet. Men zegt b.v.: dat in de Kongo zo
veel terreur is, komt door ónze fouten in de tijd
van Koning Leopold I. Veel later zegt men weer
bij nieuwe terreurdaden: dat komt omdat we in
1960 de Kongolezen bewapend hebben. Enz. enz.
We missen in de hoogste Staatscolleges en in de
Pers mensen met langdurige en grondige ervaring
en kennis van andere volken. We praten en hande
len over daar zoals hier het beste lijkt. En het
blijft jammer dat de „voormalige kolonialen" altijd
al bij voorbaat ongelijk hebben.
„Ik twijfel er niet aan of u bedoelt het goed met
anti-Nederlandse opmerkingen en artikeltjes in
Tong-Tong. En zeker heeft u meestal gelijk. Maar
het is koren op de molen van kleinburgerlijke In
dische mensjes die overal op kankeren. En het is
koren op de molen van Nederlanders, die Tong-
Tong toch al niet goed gezind zijn."
de W.
1. de opmerkingen zijn niet anti-Nederlands. Men
vindt dezelfde woorden en gedachten terug ook bij
Nederlandse journalisten, schrijvers, ministers. Ze
zijn doodgewoon een gezond Nederlands verzet
tegen ongezonde Nederlandse zaken. Het merk
waardige doet zich steeds voor dat als een blanke
Nederlander critiek heeft op de maatschappij, hij
erom geëerd wordt. En als een bruine Nederlander
precies hetzelfde of zelfs minder zegt, direct de
kreet op gaat: „Sla dood! Er uit met die In
donesiër! Anti-Nederlands!" Nochtans zal de In
dischman de verdachtmaking anti-Indisch niet in
de mond nemen.
2. Verwacht Nederland dat wij, Indische Ne
derlanders, assimileren als ja-broers, die in koor
zingen: „Bei uns ist alles schön"? Dat is toch ver
nederend voor degeen die die eis stelt. Toch ver
wacht Tong-Tong de eerste tientallen jaren niet
anders. Pas na de dood van Tong-Tong zal post-
huum misschien wat goeds van dit blad verteld
worden. Net zoals pas na de dood van die formi
dabele repatriant Multatuli, pas na de dood van
Du Perron schoorvoetend werd vastgesteld dat
het voortreffelijke Nederlanders waren.
3. Dat kleine mensjes passages uit Tong-Tong
misbruiken om eigen kleinzielige standpunten te
verdedigen, is waar. Deze mensen doen dit overi
gens met alle tijdschriften en boeken, inclusief de
bijbel. Verzet hiertegen is niet mogelijk. Wie
goed leest en eerlijk oordeelt MOET toegeven dat
Tong-Tong vaak hormat (en de hoogste hormat)
bewijst aan voortreffelijke Nederlandse kwalitei
ten; dat Tong-Tong ook in eigen Indische
kringen de roede niet spaart. Er is al veel te veel
zalvende mooipraterij in onze samenleving. Te
veel hiervan leidt tot ondermijnende verwatenheid.
Waakzaam zijn. Niet bevreesd zijn voor waarheid.
Klappertaart
Als surrogaat voor onze degan (jonge klapper)
neemt men een middelmaat sugetti (een laboe-ach-
tige vrucht, geelgroen van kleur, de hele zomer
door te krijgen bij de meeste groenteboeren).
Deze schillen en schaven met een komkommer-
schaaf, vervolgens minstens een uur laten uitlek
ken in een vergiet. Intussen:
4 eierdooiers kloppen en toevoegen;
snufje zout,
5 volle eetlepels suiker
2 pakjes vanillesuiker (of echte vanille)
2 volle eetlepels roomboter
2x/z volle eetlepels meel
2 a 3 volle eetlepels dikke room van santen.
Roer de sugetti door dit beslag, in vuurvaste,
met roomboter besmeerde schotel doen en be
strooien met beschuitkruim. Daarna in de oven
met onder en boven verwarming.
't Smaakt wérkelijk bijna echt, je herkent de smaak
tenminste direct!
Alhoewel de zomer voorbij is en dus de sugetti nu
waarschijnlijk niet meer te krijgen, geven we u
dit recept alvast voor volgend jaar.
REDACTIE
Kwee keiepon
Een pond ketanmeel, een weinig sirihkalk en wat
lauw water, stroop van Javaanse suiker, geraspte
klapper, zout.
Het meel wordt met water en de kalk tot een deeg
gemaakt, waarvan men kleine balletjes vormt.
Deze balletjes vult men met een scheutje javaanse
suikerstroop en maakt ze weer dicht.
Nu zet men water met zout op, tot dit kookt.
Werpt de balletjes er één voor één in; als het wa
ter opborrelt, neemt men er de balletjes uit en
stort ze in koud water met zout. Daarna haalt
men ze uit het koude water en wentelt ze, één voor
één, in de geraspte klapper.
Wie maakt dit, en stuurt de hard werkende staf
van Tong Tong een proeve van haar bekwaam
heid?
Twee pond Javaanse suiker, 1 pond ketanmeel,
santen van twee geraspte, oude klappers
De twee pond Javaanse suiker met een weinig
water tot een dikke stroop gekookt; (deze dikte
van suikerstroop wordt door de Indonesiërs „gan-
tieng" genoemd).
Vervolgens wordt het pond ketanmeel met een
weinig koud water tot een niet te dun beslag ver
werkt, en daarna, met de santen der twee geraspte,
oude klappers, door de suikerstroop geroerd.
Men moet, om het aanbranden te voorkomen, dit
mengsel aanhoudend om- en doorroeren, zo, tot
het ketanmeel gaar proeft en de massa een dikke
pap wordt. Deze pap, bijna bekoeld zijnde, kan,
naar verkiezing, in blaadjes of vormen worden ge
daan of opgerold.