CHARGE!!
EEN GROOT SUCCES
ft
12
UIT EEN BRIEF UIT SPANJE
BOEKHANDEL PAAGMAN
EEN VERRASSEND GEBAAR
„FLORA MALESIANA"
VIERT TWEEDE LUSTRUM
DOMPET SIAL
FOTOTENTOONSTELLING: „UIT TEMPO DOELOE'
Geachte Redactie,
Met ceel belangstelling heb ik kennis genomen van
de nummers cld. 309 en 1510 j.l. van uw
periodiek.
Ofschoon ik stellig overtuigd ben om het ver
leden niet te vergeten, immers zonder dat is als
regel het heden en wellicht ook de toekomst niet
voldoende te begrijpen, toch wil het mij voorkomen,
dat U al te zeer cle nadruk legt op het verleden.
U wekt de indruk al te veel achterom te willen
kijken, een dergelijke instelling lijkt mij een voort
durende bron van desillusies in zich kunnende ber-
gen!
Zonder de zon- en schaduwzijden ook van het In
dische verleden te vergeten dient men zo reëel
en objectief mogelijk vooruit te durven zien.
Het aardse paradijs evenwel moet U op deze pla
neet niet verwachten. Keep smiling and carry on,
try to make the best of it.
Hoogachtend,
Mr. A. C. L. M.
Post scriptum. Voldoende georiënteerd zijnde in
zake uw blad mag ik bij deze gaarne bedanken
voor verdere toezending.
Wij hebben deze schone uitspraak vaak verno
men. En zeer geïnteresseerd hebben we even vaak
gevraagd: „Vooruit? Maar natuurlijk! En waar
zo precies heen?" En dan kregen we een nogal
knorrig antwoord en een vage destinatie zo van
achter die wijsvinger aan. Wat denkt men toch?
Dat Tong-Tong-lezers als kepitings achteruit lo
pen? Doen zulke lezers als scheepsbouwer Verol-
me, prof. v. Blommestein, prof. Lemaire, prof.
Baudet, Johan Fabricius, ir. Nix, enz. enz. enz.
(kom eens een kijkje nemen in onze kartotheek en
sla achterover van verbazing!) negatieve dingen?
Houden wij ons bezig met sentimentele achteruit-
kijkerij of zijn wij bezig met positieve geschied
vorsing?
Wat is bewust zijn van zijn historie"? Meneer,
dat is, in een eenvoudig beeld uitgedrukt: langere
aanloop nemen om verder te kunnen springen in
Uw toekomst. Mensen, die nooit omkijken, val
len maar in sloten. En menige „Vooruit!"-schreeu
wer doet ons maar denken aan die dwaze me
neer in „Arsenic and old lace", die ook maar
altijd „Charge!" schreeuwt en alleen maar één
étage verder komt (en tot slot in het dolhuis).
Tong-Tong-lezers, zich wél bewust van een tijd
dat Nederland een natie was van grote macht,
groot gezag en grote verantwoordelijkheid, kijken
met dankbaarheid en trots terug op dit „Indisch
verleden", zeker wetend dat hier de innerlijke
waarden terug te vinden zijn, die ons opnieuw
kunnen leiden naar wijdere horizons. We do not
try to make the best of it, we are sure to make
the best of it.
„Palmen, rozen, jasmijn, canna's, djeroeks, kortom
alles wat je in ons dierbaar vaderland ook hebt!
Fantastisch! Ik voel me hier zó thuis! Mijn „ba
boe" Antonia is een schat van een werkvrouw. De
mensen ruiken hier ('t volk) precieis 't zelfde als on
ze mensen daar (mijn werkvolk en tani's). Vriende
lijk, behulpzaam; arm maar vooral goed. 's Mor
gens het werkvolk: „Que tal, Senora Buenos
dias Senora Extranjera!
Adoe, precies in Priangan: „Koemaha non, da-
mang badèh kamanah?" Heerlijk!
t Advertentie)
BESTEL NOG TIJDIG het in December ver
schijnende en |zeer belangrijke boek getiteld:
„Nederlandsch- ndië onder Japanse bezetting
1942 1945"
door Dr. H. de Graaf, in samenwerking met het
Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Inlei
ding van Prof. Dr. I. Brugmans.
Fred. Hendriklaan 217 b - Den Haag
Tel. 543.700 Giro 185783
zendt U op verzoek gaarne uitv. prospectus toe.
Ik was onlangs op „pasar" Waterlooplein in Am
sterdam, waar ook regelmatig Indonesische varens
gezellen rondwandelen. Ze zijn over het algemeen
nogal schuw. Alsof ze beseffen dat er eigenlijk
vijandschap behoort te zijn tussen hen en ons (is
dat niet afschuwelijk, eigenlijk?). Ik sla ze vaak
gade en dezer dagen zag ik zo'n varensgezel ta-
warren met een Hollands koopman in gebroken
Hollands om telkens weer wat te zeggen of gebaren
te maken tegen zijn sobat, die blijkbaar geen woord
Hollands sprak. Op een gegeven moment liet de
Indonesiër aan zijn vriend het getal „drie" zien
met de vingers en wel door de duim op de ge
kromde wijsvingertop te houden en de andere drie
vingers te strekken. Dat was zo'n (voor Europa)
ongewoon gebaar dat de koopman in een lach
schoot. Maar ik herkende het direct. Weet alleen
niet precies meer wie dat altijd deden. Indonesiërs of
Chinezen. Europeanen laten 3 zien door de duim
op de pink te houden en de andere vingers te strek
ken immers?
Ik geloof dat het zulke „herkenningen" zijn op al
lerlei gebied, die ons onderscheiden van iedere an
dere Europeaan.
J.H.V.
Het is goed zulke „herkenningen" te verzamelen
en te onderzoeken. Misschien komen we daardoor
een belangrijke stap dichter tot een beter begrip
over en weer met vreemde volken en rassen.
In besloten kring werd vrijdag in het rijksherba
rium te Leiden de tiende verjaardag gevierd van
de stichting „Flora MalesianaDeze stichting be
oogt een systematisch overzicht samen te stellen
van de plantengroei van het gebied van Indonesië,
Malakka en de Filippijnen. Het werkcentrum van
de stichting is het nauw met de Leidse universi
teit verbonden rijksherbarium.
Verwacht kan worden dat de arbeid van de stich
ting (die overigens zelfstandig zal blijven) geïn
corporeerd zal worden in die van het. rijksher
barium. De grondlegger van de stichting, prof.
C. G. G. J. van Stéenis, hoogleraar in de tropische
botanie in Leiden en Amsterdam, was het middel
punt van de viering in de directeurskamer van
het rijksherbarium, aldus de Haagse Crt. van 24
okt. Zo blijft menige nuttige band met „Het Land
van Herkomst" behouden en opent als straks
alle kleine angsten en vooroordelen verdwenen zijn
- - nieuwe wegen van welvarend samengaan.
Een kantooroppasser in Indië had altijd geldge
brek. Iedere maand moest hij geleend geld terug
geven en dan maar weer opnieuw geld lenen. Het
begon de Secretaris, die het geld altijd uit eigen
zak gaf, eindelijk te vervelen en voegde de man toe:
„Jij hebt pas je loon ontvangen en nu weer geld
lenen! De oppasser, een oudgediende met een me-
dalje voor trouwe dienst en daarom zeer vrijmoe
dig, haalde theatraal en met een verongelijkt ge
zicht zijn portemonnaie uit de zak, sloeg er boos
met de andere hand op en zei; „Ini dompet si,
jang sial!" (het is allemaal de schuld van deze
pech-portemonnaie
VICTOR
Een smal straatje in oud-Batavia. Een foto van de bekende jour
nalist-persfotograaf J. M. B. Gelink, van wie ook zeer vele bijzonder
mooie foto's te bewonderen waren op de tentoonstelling.
De hiernaast afgebeelde foto van
de journalist-persfotograaf J. M. B.
Gelink is één van de vele, die
er te zien waren op de nu
jammer genoeg alweer achter ons
liggende fototentoonstelling:
„UIT TEMPO DOELOE". die
t/m 8 november in de Kunstkring
zaal aan de Prins Mauritslaan 36,
gehouden werd.
Deze expositie werd georganiseerd
door de vice-voorzitter van de
Indische Kunstkring, Hein Buiten
weg, en was samengesteld uit in
zendingen van verschillende ama
teur-fotografen.
Zo waren daar de artistieke „stem
mingsbeelden" van de schilder
Karei Dake. de zeer gevarieerde
inzendingen van Dr. Ir. H. M. J.
Hart en Ir. G. J. Ferwerda en
niet te vergeten de zeldzame
broom-olie afdrukken van Ir. W.
J. van der Eb. Een aparte tafel
was ingeruimd voor de specifieke
tempo-doeloe-foto s, die van rond
de eeuwwisseling, waarvan Hein
Buitenweg zei: „ze bezitten mis
schien niet direct artistieke kwa
liteiten. maar ze zijn curieus door
hun onderwerp." Bij de modernere
beelden immers zagen we de pitto-
resque kampongweggetjes, koop
lieden, sawah's, kortom: hoofdza
kelijk land en volk van Indonesië.
Bij de wat oudere beelden daaren
tegen de typisch ouderwetse inte
rieurs, voorgalerijen, de weelderig
begroeide tuinen, de bewoners.
Al met al een bijzonder geslaagde
tentoonstelling, die jammer genoeg
door de vrij kleine ruimte, beperkt
moest blijven, maar die vanaf de
drukbezochte openingsavond tot
de allerlaatste dag grote belang
stelling genoot.
ELLEN