Tennis en Tennisbaan-Genoegens uit Tempo Doeloe 6 In de vooroorlogse tijd, werd tennis behalve door ons, veel gespeeld door de Hollanders, de Chi nezen, de Jappen en de Engelsen. De Indo nesiërs toonden nog een geringe belangstelling er voor en de oudste drie kinderen (Soemadi, Sam- boedjo en Soelastrie) van Dr. Hoerip uit Sema- rang waren zo goed als de enigen, die in onze tenniswereld bekend waren. De Engelsen en vele Hollanders speelden in die tijd in eigen clubver band op speciale banen (meestal grasbanen!), zo als in Batavia de B.T.C./B.C.C. op het banen- complex aan Koningsplein Noord naast het Deca Park en in Soerabaia de S.L.T.C. op de grasbanen aan de Embong Sawoh. De Indische en Chinese spelers konden er niet spelen, aangezien alleen de .elite" (in stand en niet in spelpeil!) er kwam! Bij hoge uitzondering werd er wel eens iemand uitge nodigd, maar die behoorde dan ook tot de top- spelers van de plaats of van heel Java! Aldus wa ren deze categoriën aangewezen op andere banen te tennissen n.l. grotendeels op cementbanen, die overigens in vrij groot aantal in de steden aanwe zig waren, zoals o.a. in Batavia de asfalt- (later cement)banen van de Planten- en Dierentuin en de cementbanen van Tamansari, terwijl elders in de stad ook complexen van 2 of 3 banen gebouwd werden zoals de Manggarai-banen van de Staats spoor bij het station van die naam en de banen aan de Salak-weg (op Menteng Poelo!) en die op Petodjo Oediek! In Soerabaia waren het de courts op Ketabang Kali, op Patjarkeling en in de Stads tuin. In Semarang had je de S.T.C.-banen aan de Pieter Sijthoflaan en in Bandoeng het complex aan de Ambon-weg. Op de ondernemingen (suiker, thee en rubber) speelden de employés doorgaans in de avonduren en daar waren de banen dan ook meestal van goede verlichting voorzien. Tennis nam op Java eerst goed in bloei toe na de oprichting van de A.N.I.L.T.B. (de Algemene Ned. Indische Lawntennis Bond) door de Heer L. Keus, de man, die de groei van Java-tennis in het bij zonder bevorderde! Toen kwam de onderverdeliing in z.g. districten, waartoe stedelijke bonden, die weer uit diverse plaatselijke verenigingen beston den, zich aansloten. Er werden interstedelijke ont moetingen georganiseerd, waarmede meer con tact tussen spelers en tussen voormannen werd be reikt. Voorts werden door de bonden der grote steden en door de verschillende districten toer nooien gehouden, waaraan door spelers van het betreffende district kon worden deelgenomen, het geen het spelpeil ten goede kwam, doordat men aldus andere spelers met vaak verschillende spel methoden tegenover zich kreeg, die men in club verband meestal niet ontmoette. Als het belang rijkste tennistoernooi (identiek aan de Steden- voetbalwedstrijden!) werden jaarlijks, evenals bij voetbal, in de 4 hoofdsteden van Java bij toer beurt de z.g. Java-tenniskampioenschappen gehou den, waaraan door de sterkste spelers en speelsters van alle districten werd deelgenomen; dit op ad vies van de diverse districtscommissies aan de A.N.I.L.T.B., die dan de aangewezen spelers tot deelname uitnodigden. Zodoende kwamen op dit toernooi bijna uitslui- tijd de beste spelers en speelsters van Java en was het spelpeil op deze wedstrijden altijd hoger dan bij andere ontmoetingen, hetgeen de belangstelling van het publiek altijd ten goede kwam! Voor insiders uit de jaren 1927 t/m 1941 zijn de namen van ondervolgende prominenten niet onbe kend! Alex Dominicus, momenteel wonend in Den Haag, waar zijn zoon thans speelt in Thor- R.W.I.; Cooke uit Malang, die ook in Den Haag woont en nog een beste partij slaat bij Thor-R.W. 2; voorts Linck, Quant en Biljardt uit Bandoeng; dan Thomas Leslie Miller uit Soerabaia; de veel vuldige Java-kampioen Kho Sin Kie, die in Euro pa ook triomfen vierde en o.a. winnaar werd op de harde-baankampioenschappen te Bournemouth, door in de finale niet minder dan de Engelse No. 1 nl. Bunny Austin in 1939 te slaan; Liem Siok Ien uit Malang; de Hoerips uit Semarang en de Japanners Yamamoto, Óhye, Hadshizumi, Tanaka en Kawatsu. Van de beste dames uit die tijd noem ik: de drie gezusters Mariens (Loet, Zus en Amy); mevr. Ramaer uit Buitenzorg; mevr. Boutmy uit Semarang; mevr. van Drongelen uit Pasoeroean; mevr. Meeng uit Solo; Frieda en Het ty Kawilarang uit Bandoeng; Zus van Schermbeek van de suikerfabriek Sedatie uit Modjokerto en wier vader, de administrateur van genoemde on derneming, één van de grootste tennisenthousiasten was die ik ooit gekend heb. Net zo belangrijk als de Javakampioenschappen waren de wedstrijden van Karang Anom bij Solo. georganiseerd door Dr. A. B. C. Dezentjé, waar bij dan 70 spelers en speelsters voor 4 dagen (gedurende de Paasweek) bij hem te gast waren. Deze wedstrijden waren inderdaad van minder kwaliteit dan de Javakampioenschapswedstrijden, maar de sfeer was er veelal prettiger, doordat alle deelnemers zowel overdag als 's avonds steeds bij elkaar waren met de gastheer en zijn gezin als degenen, die er de animo in hielden gedurende deze dagen van sport en plezier. Later werden de kantoorbonden opgericht en haar uitgebreide competitie viel zeer in de smaak van haar tennissende werkers. Wat het spelpeil betreft, dankzij de bezoeken in de dertiger jaren van prominente spelers uit het buitenland o.a. de wereldprofs Cochet en Tilden; de Australiërs Bromwich en Kay; de Engelsman Hughes; de Italiaan de Stefani (de tweehandige speler!); de Spanjaard Mayer; de Japanners Satoh en Nunai en de Hollanders Timmer, Karsten en mej. Rollin Couquerque, is dit bijzonder gestegen, het geen tot uitdrukking kwam in de prestaties van verscheidene jonge krachten zoals o.a. de Hoe rips, Kho Sin Kie (van deze laatste vertelde ik al eerder in dit stuk)Helaas bereikten de Indische Na mijn stuk in Tong-Tong van 15 oktober j.l. over voetbal verzocht men mij ook eens over de geschiedenis van deze op Java zo populaire tak van sport te schrijven en dan speciaal over tennis van vóór de oorlog, omdat juist tóén wij (Indische mensen) meer bij deze sport betrokken waren dan erna, doordat zovelen naar Negri Koud vertrok ken en bovendien deze sport zoveel duurder was geworden! jongens en meisjes dit peil niet, ofschoon wel voor uitgang in hun spel was waar te nemen. Dit con tact met buitenlandse spelers dankten wij in het bijzonder aan de activiteiten en het organisatie talent van de praeses van de A.N.I.L.T.B. n.l. de heer L. Keus, die helaas te vroeg aan het Indische tennis is ontvallen. En nu één en ander over de genoegens op de ten nisbanen, die ik sinds 1920 heb meegemaakt. Persoonlijk (en fnet mij zeker ook vele tennissers uit die goede oude tijd!) vind ik de sfeer bij de alleenstaande tennisclubs de prettigste en de ge zelligste, vooral als de club op zaterdagmiddag of op zondag (de hele dag!) kon spelen, want behalve tennis werd er op zo'n middag of morgen van alles en nog wat gedaan; wie niet aan de beurt was speelde bridge of pentol (domino) of men deed zich tegoed aan allerlei snoep en lekkernijen. En minstens eens in de maand maakte men er een gezellige dag van, hetzij dat er wedstrijden onder ling werden gehouden om consumptie of drinks, hetzij dat er tegen andere clubs werd gespeeld, die dan de vereniging voor een spoedig tegenbezoek uit nodigden. En aangezien men in zulke gevallen zo'n hele dag op de baan bleef, moest gedurende de pauze (zo tegen 13 uur) ook het inwendige van de mens worden verzorgd! Al nam nooit iemand iets van huis mee, gelegenheid daartoe bestond ge noeg, want de toekangs djoewalan wisten heel best, waar een hoop te verdienen viel. Ik zie ze zich nog bij onze banen installeren: si Bang Dool op Ta- sarie in Batavia met zijn pikoelan (ik hoor die pikoelan nog kraken als hij „aangewiegeld kwam!) gado2 kompiliet (compleet!), alsmede de even volledige „assinan" met: de bekende sawi asien, dito taogee en ketimoen (deze laatste al in vieren gesneden!), verse in een bundel gebonden „tikiem", en gesneden djagoengkorrels, waar aan toegevoegd werd de zure saus, waarin eerder genoemde ketimoen werd ge-,,rendemd" in een bruin glanzende pasoh. Al naar uw smaak voegde Bang Dool er noq aan toe I of 2 sendoks gado-' saus dan wel met een sierlijk draaiende hand beweging een sliertje van de dikvloeibare goela- djawa plus als slot een lepeltje sambel rawiet op de rand van uw bord! Typisch dat si-Dool alles in stukjes sneed met zijn vlijmscherp mesje, dat door de tand des tijds zeker voor de helft was uit gesleten en een puntig eind had! Ja, alles sneed hij er mee behalve het )g stukje van het hardgekookte ei voor de gado2 dat gesneden werd met een draadje hangend aan het eind van zijn pikoelan! Kunt u zich dat ook nog herinneren oud Bata- vianen? Tien meter van Bang Dool heeft zich op gesteld de toekang bahso en sjomai, waarop veelal de Chinese spelers afstormen om te genieten van gestoomde met varkensgehakt gevulde tahoe of ketimoen of kentang, die gegeten wordt met ketjap een stukje geperste djeroek limo en nog een oranje-kleurige Chinese saus uit een ex-jenever flesje. Weten jullie de smaak ervan nog? Om er van te watertanden, zeg! Als derde was op Ta- mansarie ook altijd present de toekang „es pasra met stroop Ambon of stroop „pernelli" al of niet met toevoeging van sliertjes klappa moeda of van fijngesneden ager2 plus selasie. welke toe voegsels meestal in een stopfles met water wer den bewaard. Op de Petodjo Oediek-banen tegen-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 6