TWEE STUKKEN VAN W. BURER EEN KORTE LEVENSBESCHRIJVING VAN W. BURER Reactie op: Het Weer, Tong Tong, 31 Oct 196V 8 Is Tong Tong antigodsdienstig, ja, zelfs antibijbels Deze vraag is mij in alle ernst gesteld door eni gen, die, als „Indisch Nederlander" zich gaarne op dit tijdschrift zouden abonneren, maar eerlijk gezegd, het zaakje nog niet helemaal vertrouwen. Zij verwonderen zich dat ik nu al twee jaar een trouw abonnée ben en het blad ook lees. Dat woordje lees heb ik met opzet onderstreept, want het is vind ik, voor het bestaan en voortbestaan van T.T. niet voldoende, lezers, dat we het toch al geringe abonnementgeld op tijd betalen, maar dat we het ook werkelijk lezen en, al lezend, erachter komen wat T.T. eigenlijk van ons wil. Bij het zonder vooropgezette bedoeling neerschrijven van die twee hoofdletters, als afkorting van Tong Tong, flitst het mij, al pennend, door het brein dat die letters ook een afkorting zijn van de door u lezers, en mij in onze briefwisseling gebruikte woorden totus tuus geheel de uwe). Tong Tong roept ons door die tekens t.t. als het ware toe: „Wij willen, beste abonnées en lezers geheel de uwe zijn. Wij willen geheel te uwen dienste staan. Voor zover ik, na twee jaren lange lezing en be studering van T. T., de zaak zie, staan de zaken zo: le T.T. is geen godsdienstig blad, maar wil daar mee ook allerminst antigodsdienstig zijn of als zodanig worden beschouwd. 2e T.T. wil een gelegenheid worden voor allen, zonder uitzondering, die dit blad tot hun half- maandelijks leesblad willen maken. Wij moeten dit streven steunen. 3e Van lezers dit in dit blad willen schrijven, verlangt de redactie alleen, dat zij dit doen met inachtneming van de regels, die voor elk blad, dat zichzelf respecterend, algemeen geldend zijn. De stukken moeten in „de goede toon" gesteld zijn, zonder anderen (derden) in enig opzicht in hun politieke of godsdienstige overtuiging te kwetsen. 4e T.T. zal er steeds rekening mee houden, dat het blad voornamelijk zijn lezers vindt onder de tienduizenden zogenaamde gerepatrieerden (w.o. „spijtoptanten die in overgrote meerderheid godsdienstig zijn, nl. óf protestants-christelijk of rooms-katholiek. Zij zullen nimmer in hun over tuiging gekwetst worden. Richting Zo vaak, vriendelijke lezer, hebben u en ik in de dagelijkse omgang met anderen, de vraag horen stellen: „van welke richting is toch (volgt de naam van die en die)" En dan bedoelt men daarmee te willen weten welk geloof mijnheer, mevrouw of mejuffrouw X belijdt, welke wereld- of levensbeschouwing hij of zij is toegedaan, of bij welke politieke partij hij/ zij is aangesloten. Wanneer men nu elk dier „aansluitingsmoge lijkheden" of „richtingen" door een letter van het alphabet zou willen aanduiden, zouden we letters tekort komen of zouden we ons moeten bedienen van de duizendtallige chinesche tekens. En dan zouden we, vrees ik, er nog niet zijn. Want, sinds Babel maar kom, laten we daar niet aan denken. Diepe mensenkennis moet hij wel gehad hebben die het spreekwoord „Zoveel hoofden, zo veel zin nen" heeft uitgedacht. Het is een onomstootbaar feit dat elk (mensen-)hoofd, immers zetel van het denken, zijn eigen zin (en vrijheid en wil en herinnering als werking van het geheugen) volgt of althans tracht te volgen. Dus: geen denkend mens, of hij heeft zijn „rich ting". In de huidige verwarring, de verwarring die we De door de Redactie onder het artikel van de heer W. Burer o.m. uitgesproken mening dat de heer Burer één van de oudjes is, is inderdaad juist (zie Tong Tong van 31 oktober 1960, paq. 7, kolom 1). Als ik het wel heb, is de heer Burer op 31 augus tus j.l. 90 jaar geworden. Hij geniet een goede ge zondheid en is nog uitstekend van geest. De heer Burer is niet alleen één van de oudjes onder de repatrianten, maar was ook één van de grote ambtelijke figuren in het voormalig Neder- lands-Indië. Na de lagere school te hebben doorlopen en het zgn. klein ambtenaarsexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, begon hij zijn loopbaan als jongste bediende bij een boekhoudkundig kan toor. Door minder prettige behandeling aldaar vroeg hij na korte tijd zijn ontslag. Als klerk bij de Waterstaatsdienst te Semarang begon hij reeds artikelen te schrijven voor de Locomotief. Toen hij later op het residentiekantoor te Semarang werd geplaatst, trok hij reeds de bijzondere aan dacht van de toenmalige Resident, de heer Sijt- hoff. Hij werd dan ook spoedig bevorderd tot commies. De heer Burer woonde in een straat achter de Residentswoning. Elke dag ging hij met de Se- marangse stoomtram naar zijn kantoor. Op een ochtend toen hij bij de halte op de tram stond te wachten, zag de Resident, die daar langs met zijn wagen moest passeren, hem daar staan. Hij beval zijn koetsier te stoppen en nodigde de commies Burer uit in zijn wagen te stappen om samen naar kantoor te rijden. Beschroomd stapte hij in de wagen en zat toen naast de Resident, zijn hoog ste baas. Toen de heer Burer, naast de Resident gezeten, ten Residentiekantore aankwam, keken de ovenjge personeelsleden heel verwonderd naar het ongewone schouwspel. De heer Burer heeft gedurende de rit, zoals hij zelf zei, zich niet erg op zijn gemak gevoeld en ter voorkoming van herhaling heeft hij zich nooit meer bij de tramhalte laten zien. Op zekere dag vervoegde zich de referendaris Simon de Graaff van de Algemene Secretarie op het Residentiekantoor te Semarang. De heer de Graaff had van de regering de opdracht ont vangen een onderzoek in te stellen naar het zout monopolie in de afdeling Grobogan (te Sélo). Bij die gelegenheid maakte hij kennis met Burer die, als gewoonlijk, met resident Sijthoff bespre kingen over dienstaangelegenheden wilde voeren. Burer meende, bij het zien van de bezoeker, zich te moeten verwijderen, doch de resident gelastte hem te blijven. Sijthoff stelde zijn jong commies- je aan referendaris de Graaff voor en zei: „De ze Burer zou ik niet graag willen missen, hij is een mijner beste ambtenaren op dit bureau, een uitstekend redacteur". Waarop de Graaff repli ceerde hem te willen overnemen voor de Alge mene Secretarie. Zulke bekwame stylisten heeft de Algemene Secretarie hard nodig. In het belang van de heer Burer, die een groot gezin had, en met het oog op de betere vooruit zichten aldaar, heeft de Resident daarin toeae- stemd. Enige dagen later kwam de benoeming van de heer Burer tot 2de commies bij de Algemene Se cretarie te Buitenzorg af en werd hij telegrafisch uitgenodigd spoedig zijn nieuwe betrekking te aan vaarden. De stukjes, die wij hier plaatsen zijn typisch voor WcBé: iemand van de oude garde, die steeds voor TONG TONG in de bres staat. Hoe vaak merken wij bij gesprekken in ge zclschap niet dat er wanbegrip bestaat over verschillende zaken m.b.t. TONG TONG. Je kunt dan twee dingen doen: de weg van de minste weerstand kiezen en je mond hou den of van repliek dienen. WéBé heeft een betere oplossing, hij gaat nog iets verder en schrijft een stukje voor de lezers van TONG TONG. nu beleven en die het mensdom alle richtingen uitdrijft, moeten we echter, stuk voor stuk, koers zien te houden, opdat wij niet geheel uiteengesla gen worden. Er is en dit geldt ook voor ons, Tong-Tong lezers, ja voor ons in het bijzonder, omdat velen onder ons vroeger in Indië en nu hier in Holland, zich geestelijk gevoelen als de veriatenen en ver eenzaamden bij de klaagmuren van Jeruzalem er is één koers, één richting, die wij allen nimmer uit het oog mogen verliezen: de tijd zal komen en wellicht spoediger dan wij verwachten dat de nu verbroken eenheid der volken zal worden hersteld, want God kan niet anders willen. Voor de poorten van Europa en Azië en Afrika wacht geen Cerberus, geen helhond, maar de leven de God! WEBE De heer Burer zoals velen hem in Indië gekend hebben. Hij is hier danig in de bloemetjes gezet. Weet hijzelf (of iemand andersnog bij welke gelegenheid dit was? Bij de Algemene Secretarie werd hij geplaatst on der Jhr. Mr. A. C. D. de Graeff, onder wie Burer 10 jaar diende. Deze de Graeff werd later Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-In- dië (19261931 De heer Burer bleek niet alleen een zeer bekwaam ambtenaar te zijn, maar hij beschikte bovendien over een buitengewoon goed oriëntatievermogen en een grote wilskracht om zich eigen te maken en aan te vullen wat hem aan schoolse opleiding ont brak. Zaken welke door hem waren behandeld of welke hij onder de ogen heeft gehad, kon hij zich na vele jaren nog herinneren tot in de kleinste details. Hij was dan ook de vraagbaak van de Al gemene Secretarie. lees verder pag 9) Mijnheer Burer is ook één van de trouwste en actiefste abonnees van Tong-Tong. Nog steeds werpt hij zich welgemoed in elke strijd en nog steeds staat hij met raad en daad achter ons, als we in moeilijkheden zitten. Dat kenmerkt hem als een mens met hoger verantwoordelijkheidsgevoel wat worden zulke mensen zeldzaam! We kenden de heer Burer overigens al lang. Telkens weer als we met hogere bcstuurs-functio- narissen uit het oude Indië spraken, kwam die naam Burer op de proppen. Als we ons realiseren dat deze man uit de laagste ran gen is voortgekomen en opgeklommen tot geacht vriend en collega in de hoogste ran gen, dan beseffen we té meer wat ambte- naarlijke eigenschappen als ijver, onkreuk baarheid, plichtsbetrachting, trouw en ge duld betekenen. We zijn ook nog eens op bezoek geweest bij mijnheer Burer en hebben verbaasd ge staan hoe correct hij zich alle bekende fi guren compleet met voorletters en jaartal len) herinnerde. Hoe trots kon hij gewagen van het doordrukken van progressieve idee- en soms tegen conservatieve of kruidenierige tegenstand in ja, er zijn wérkelijk zeer veel mooie dingen gedaan in Indië. Wij zullen ze her-ontdekken en de historie van ons tweede vaderland de eer teruggeven die zij verdient. In elk geval voor een ambte naar van het beste stempel uit die Goeie ouwe tijd: saluut!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1960 | | pagina 8