HET RODE LICHT
MISÉRICORDE!
14
Die bewuste oudejaarsavond had ik gelegenheid
genoeg deze uitroep te slaken!
Ik was nog maar pas getrouwd en m'n eerste huis
jongen was een knulletje van een jaar of vijftien,
erg knap, want hij kon lezen en schrijven. Andere
dingen moest ik hem natuurlijk wel bijbrengen, want
ik was ook zijn eerste njonja. Kokkie was fantas
tisch, zo'n gezellige dikke schommel, die me be
moederde, raad gaf en allerzaligst kon koken.
En zo kwam ik dan op het onzalige idee om met
oudejaarsavond een „diner" te geven. Het was
voor het eerst in m'n leven, dat ik mensen te eten
had en daarom deed ik het maar meteen goed.
We zouden met z'n tienen zijn.
Dagen van te voren was ik druk in de weer met
het opmaken van het menu. Kokkie maakte ik
half dol met mijn orders en tegenorders en Kidjo,
de huisjongen stond op het laatst te trillen op
z'n magere spillebenen van de zenuwen.
Toen de bewuste avond aanbrak, regende het ge
lukkig niet, zodat het feest gehouden kon worden
op het grote grasveld voor het huis. Het zag er
genoegelijk uit met al die schemerlampen en zitjes,
waarvoor ik de stoelen had moeten lenen.
Alle voorbereidingen waren getroffen. De laatste
instructies gegeven. Op het buffet in de achterga
lerij stonden de dranken gereed en bij elke fles had
ik de bijbehorende glazen gezet, opdat Kodio zich
niet zou kunnen vergissen. Hoe kon hij nu weten,
dat voor iedere drank een apart glas was bestemd?
Ik zag er hem wel toe in staat likeur in een tumbler
te gieten, of bier in een portglas. Dit had ik nu
tenminste voorkomen. Aangezien hij kon lezen en
duidelijk op elke fles stond wat er in zat, vormde
dit ook geen probleem. Verder had ik hem op het
hart gedrukt de soepkommen niet tot aan de nok
toe te vullen, zoals zijn gewoonte was met onze
koffiekoppen. „Tot dit streepje wees ik hem.
„Ja Nja
De gasten waren present, de stemming nog wat
onwennig, want voor enkelen was het de eerste
keer dat ze elkaar ontmoetten.
Mijn eerste order: „Zoveel glazen port, zoveel
sherry, een paar glazen bier, mengerti (begrepen?)"
„Ja Nja".
Niet lang daarna kwam Kidjo het grasveld opwan
delen. Op z'n ene hand balanceerde hij het dien
blad met de glazen, met z'n andere hand roerde
hij in een glas bier met een strooplepel op zo'n
hartgrondige manier, dat het schuim over de rand
liep. uit de port- en sherryglazen staken coquet
de zilveren steeltjes van mijn mokkalepeltjes.
„Miséricorde!" jammerde ik, „Wat doe je nou?"
Mijn tragische kreet werd onderstreept door wat
mertjongeknal uit de tuin van de buren. De rest
van het gezelschap had een machtig plezier, maar
ik was het liefst met glazen en al gelijk met de
mertjons de lucht ingevlogen.
Maar er was gelachen, er werd nog meer ge
lachen, malle anekdoten kwamen op de proppen
en zo was de inleiding achteraf niet zo kwaad,
hoewel ik me voor m'n verdere leven geblameerd
voelde.
Ik had me stellig voorgenomen de wijze lessen
van mijn moeder ter harte te nemen en zo min
mogelijk naar de keuken te hollen voor eventuele
laatste orders, maar als een goede gastvrouw mijn
gasten aangenaam bezig te houden en er op l
vertrouwen dat alles wel goed zou lopen.
Nu, met de hors d'oeuvre kon het niet mis gaan,
want die was 's middags al op grote schalen in orde
gemaakt, maar ik zal nooit de beteuterde ge
zichten van mijn gasten vergeten, toen ze bij de
volgende gang maar één slokje soep in hun soep
koppen vonden.
„Hoe kom je zo weinig soep te geven?" infor
meerde ik belangstellend bij Kidjo. „Is ze misschien
al op?" „Ja Nja", zei hij geduldig.
„Ik snap er niets van", verontschuldigde ik me bij
Het rode licht stond op een witgeschilderde paal,
aan het strand van een kleine baai, op de oostkust
Celebes, dus diep in de Molukken. Het deed des
nachts dienst als havenlicht om de schepen die dit
metropool aandeden naar een veilige ankerplaats
te loodsen. Men moest dan op de brug deze rode
lamp in een bepaalde peiling brengen en hield het
lood gaande. Ook werd er dertig vadem ketting
van het anker voor de boeg gevierd en stoomde
het schip met langzaam draaiende machine de wal
in, tot het anker pakte, zoals ze dit aan boord
noemen.
De dienstregeling van het K.P.M.-schip dat deze
dienst bevoer was zo opgezet, dat men meestal op
de hondewacht het rode vuurtje in zicht kreeg om
dan in de voorgeschreven peiling er op aan te stu
ren tot het anker pakte en het schip dus op de
vaste ankerplaats was gekomen. Men kon dan
meestal liefst om half zes met dagworden direct
met laden en lossen beginnen want er moesten die
dag nog meerdere plaatsen worden aangedaan.
Het schip kwam n.l. tweemaal per maand op de
ze plaats, stukgoed lossen op de uitreis en rottan
dainmar of coprah laden op de thuisreis.
Zo kwam dus weer op een goede nacht het
vuurtje in zicht. De gezagvoerder stuurde in de
bekende vaste peiling hierop aan. Toen het schip
de ankerplaats naderde en het voor de boeg ge
vierde anker maar geen grond wilde pakken, of
schoon een dwarspeiling van een heuveltje aan
stuurboord, dat vaag te zien was, aangaf dat het
schip niet dichter in moest komen.
Het was een van die kalme, zwoele tropennachten,
geen aasje wind, een vlakke zee en U kent dit wel.
de lucht vol geuren uit het bos.
De gezagvoerder begreep er niets van en liet loden.
Dit gaf 70 vadem water aan.
Dat klopte niet met de gebruikelijke diepte. Dus
nogmaals peilen. De peiling van het heuveltje loog
het gezelschap. „Ik dacht dat ik genoeg had voor
een kazerne! Het spijt me.
De volgende dag. toen ik met een suf hoofd in de
keuken kwam om kokkie een compliment te ma
ken voor al het lekkers wat ze ons verder had
voorgezet, viel m'n oog op de allergrootste pan die
ik bezat met nog liters soep er in.
„Kidjo", kreunde ik, „waarom gaf je ons zo weinig
soep. Je hebt me beschaamd gemaakt".
„Nonja heeft gezegd, tot dit streepje", verdedig
de hij zich en wees naar het onderste richeltje van
mijn soepkop!
IKS
er ook niet om, kon één of hoogstens twee graden
mis zijn maar meer niet.
Dus werd naar de bak gepraaid, waar de eerste
stuurman stond, LET GO, en het anker ratelde
naar beneden. Nog weer het rode vuurtje en het
heuveltje peilen, nog weer eens loden, maar alles
met hetzelfde resultaat.
Enfin, men lag ten anker en nu maar afwachten
wat daglicht zou opleveren, dan kon men verder
zien.
Toen er voldoende zicht was kwamen er meer be
kende punten te zien en werden er, nu door de
eerste stuurman peilingen genomen die dubbel se
cuur afgezet op de plankaart van de rede dezer
plaats, duidelijk aantoonde dat er iets gebeurd
moest zijn met het rode vuurtje. Het schip was
hierdoor plusminus honderdvijftig meter te veel om
de Noord ten anker gekomen en zwaaide maar
net vrij van het kustrif. Het behoeft voor de niet-
Nautische lezer wel geen betoog dat dit voor de
scheepvaart een groot gevaar kon opleveren.
Zodra dus de Ouwe zijn morgenkoffie gedronken
had, gebaad en aangekleed was, liet hij zich met
de motorboot naar de wal brengen. Daar stevende
hij recht op het huis van de Controleur-Haven
meester af, geladen als een kalkoense-haan. En
wat bleek toen de van woede briesende gezag
voerder?
Dat er een weg liep van de voorgalerij van het
Controleurs-huis naar het strand en dat op het
einde van die weg het rode licht stond. Nu was
de controleur een paar maanden geleden getrouwd
met een aanvallige schone uit Java. Zij miste het
stadsleven in deze uithoek en had zich bij haar
man beklaagd, dat als zij 's avonds op haar voor
galerij zat. het weggetje afkeek naar zee om zich
te verlustigen in het schone spel der maan op de
golfjes van de baai, zij werd gehinderd in haar
esthetische gevoelens, door dat rode lampje in haar
gezichtsveld, dat haar deed denken aan de plaatsen
van plezier, waarmede deze worden aangeduid in
grote havenplaatsen.
Toen nam de Havenmeester en Controleur een
kloek besluit en liet hij het lastige rode licht, hon
derdvijftig meter om de Noord verplaatsen. En
Madame de Controleuse was tevreden.
Natuurlijk zijn er die morgen hartige woorden ge
vallen tussen zee- en walman, maar de kapitein
bleef, na kennis gemaakt te hebben met de oor
zaak van het kwaad, rijsttafelen en 's avonds was
het rode licht weer op zijn oude plaats en was
het gevaar voor de scheepvaart geweken.
Dit verhaal is helaas historisch.
A. SCHAKEL