(Lf^UJ
1 KERSTMIS EN SPIJTOPTANTEN 1
Wv7
f VL 1/
f i^S-r
05 1 (I
NINA NINA BOBO
KERSTDINER IN MOEARO
19
,.37
/f,/ 37
05
05 Nu Kerstmis en het Nieuwe Jaar in zicht komen, stellen wij ons onwillekeurig de vraag 3»
Jrr wat het nilHp iaar unnr rlp cr»iitnr»tantpn heeft no hrarhf ar, T„ïï kof mnnon t**
05
05 Indonesische omgeving dit is in het kort het navrante beeld van de situatie waaronder
Lezers van Tong-Tong, het blad dat „Trouw-Branie-Ondernemend" in zijn banier voert,
3»
wat het oude jaar voor de spijtoptanten heeft gebracht en wat wij van het nieuwe mogen
05 verwachten. 30
Het verdwijnende jaar bracht het Nederlandse volk tot het groeiend bewustzijn, dat wij
05 een morele verplichting te vervullen hebben t.a.v. onze in nood verkerende stamgenoten 37
05 in Indonesië. Wij dragen allen mede-verantwoordelijkheid voor het moeilijke lot van deze jjy
05 landgenoten: zij hebben destijds gehoor gegeven aan het advies van de Nederlandse 37
05 regering, de Ned. bedrijfsleiders, Ned. Kerkelijke instanties om warga-negara te worden.
05 In goed vertrouwen, dat de verhouding Nederland-Indonesië onder de overkapping van 37
05 het Unie-statuut normaal zou verlopen, kozen zij voor een blijven in het land, dat hun
05 geboorte-land was, waar zij waren opgevoed, waar zij hun bestaans-basis hadden, kortom 37
05 het land dat zij liefhadden. |y
05 Hoe bedrogen zijn zij uitgekomen hoe ontnuchterend was de werkelijkheid de ver- 317
05 houding Nederland-Indonesië verslechterde van jaar op jaar. Zo werden deze landgenoten
05 de schuldeloze slachtoffers van politieke spanningen, waaraan zij part noch deel hadden. 317
05 Ontslag uit hun betrekkingen, uitzetting uit hun huizen, toenemende verpaupering, geestelijke gy
zorgen over de toekomst van hun kinderen, toenemende vijandige bejegening van hun 317
onze stamgenoten hun moeilijk bestaan in Indonesië voortslepen. 317
37
05 Ons medeleven gaat uit naar die oude moeder in Holland, die nu al jarenlang tevergeefs
05 uitziet naar haar zoon die zij in geen tien jaar gezien heeft; naar al die wreed verscheurde
05 familie-relaties; naar al diegenen die naar de kampoeng zijn afgezakt; naar de vrouwen en |y
05 meisjes die zich haast niet meer op straat durven vertonen omdat zij lastig gevallen worden.
05 En hoe leven wij hier in Nederland? Een wei-voorziene dis, toenemende welvaart, een gy
7| bloeiend bedrijfsleven zó bloeiend dat het tienduizenden arbeiders te kort komt. Dat 317
05 alles, terwijl onze in nood verkerende spijtoptanten buiten staan ,,in de koude" en smeken gy
05 dikwijls tevergeefs om toegang tot en bescherming in dat Nederlandse huis, waarvan 37
05 de deur slechts op een kier voor hen wordt opengedaan. gy
0^ Dat dit niet langer zo blijven kan dat wij een christenplicht tegenover deze mensen 37
06 verzaken, daarvan tracht Nassi het Nederlandse volk te overtuigen. Gelukkig zijn er gy
tekenen, die erop wijzen dati deze stem weerklank gaat vinden. Maar deze weerklank moet 317
05 nog duidelijker, nog sterker klinken, zó sterk dat onze regering daarnaar wel luisteren móet. gy
37
05 helpt ons dit doel te benaderen. Met uw aller hulp zullen wij ons doel bereiken: stam
genoten in nood te behoeden voor een materiële en geestelijke ondergang. God geve dat 317
06 het nog niet te laat is en dat ons tropisch geschiedboek niet eindige met een zwarte bladzijde. gy
Bij alle voorspoed en geluk, die wij u en de uwen voor het Nieuwe Jaar toewensen, hopen 37
05 wij u allen steeds aan onze zijde te vinden in onze strijd voor onze arme landgenoten gy
overzee. Duizenden zullen u daarvoor zegenen. 30
06 M0
05 Steunt NASSI Prins Mauritslaan 36 - Den Haag - Telefoon 540042 - Giro 8118 gy
05 gy
37
Kent u, Tong-Tong lezer, de oorsprong van het u
bekende Indische wiegeliedje?
Van ,,wige"-lied kan eigenlijk niet gesproken wor
den, want onze babce's zongen het in ,,de goede
oude tijd" niet terwijl ze het kind dat ze in slaap
wilden sussen, zachtjes wiegden zoals hier in
Holland de kleintjes gewiegd worden, maar ze
zongen het heupwiegend met het kind in haar
armen, almaar door met zoetvloeiende stem: Nina
Nina bobo, tot de baby eindelijk hoe kon het
anders? het land der dromen inging. Wij scha
men ons niet te bekennen dat we deze belevenis
gehad hebben. Het Nina bobo moet de baby's wel
als een engelengezang in de oortjes geklonken heb
ben. Want toen we vader waren geworden, zagen
we, pa en ma blij en dankbaar toe hoe onze
baboe (dat was aan het eind van de vorige eeuw,
lezers) onze baby's, de traditie getrouw, op dezelfde
beschreven wijze in slaap brachten.
Het lied is van Portugese oorsprong. Hoe ik dat
weet? Uit het toenmalig weekblad ,,De Javapost"
dat in Bandoeng verscheen en na 1923 of 24 niet
meer het licht zag.
Dr. G. Vorderman, destijds inspecteur van de burg.
geneesk. dienst, schreef daarin nl. dat hij eens op
een dienstreis naar Nederlands Timor, een slip
pertje maakte in het aangrenzende Portugese Timor
en daar op Kerstdag een avond-godsdienstoefening
in een Portugese kerk bezocht. Daar hoorde hij tot
zijn verbazing de ons alle zo bekende melodie van
het Nina Nina bobo, als Kerstlied, gezongen bij de
wieg (de Kribbe) van het Jesus Kind!
Nu weten we dat het Portugese woord voor kind
bambino is. Hoort u de klankverwantschap tussen
dit woord en Nina bobo? Niet te verwonderen;
men denke maar aan de (nog bestaande) oud Por
tugese kerk te Djakarta. De Portugezen zijn ook
op Java geweest.
Wé Bé
Het liep tegen Kerstmis en het zou de eerste keer
zijn dat ik dit feest in de Sumatraanse rimboe zou
vieren. Ik was vastbesloten „er iets van te maken".
Een „echte Kerstboom" oftewel tjemara was ner
gens te vinden in ons soort bossen en daarom stap
te ik op een morgen maar eens de tuin uit en het
aangrenzende bos in, om een geschikt boompje te
vinden. Gewapend met een golok en vergezeld van
de vier honden rommelde ik net zo lang, tot ik
een geschikt boompje vond, met nogal horizontale
takken, waarop ik tenminste de kaarsjes zou kun
nen vastklemmen. De rest was bijzaak, vond ik.
Nou, behalve die horizontale takken dan, leek het
aspirant kerstboompje al heel weinig op een tje
mara met zijn onwijs grote blaren, maar soedah ik
kapte toch verheugd het stammetje door en sleurde
triomfantelijk de boom naar huis. Daar werd hij
met veel kunst en vliegwerk en gandjelans opge
steld in een grote bloempot en diezelfde middag
gingen Wim en ik netjes opgedoft naar de „Stad",
die zes en dertig kilometer verderop lag, om kerst
inkopen te doen met daarna eventueel nog een af
zakkertje in de soos.
We stegen in onze Babyford, reden de Moearo-
heuvel op en aan de andere kant weer af en toen
sprong er een band.
„Ha", zei ik verheugd dat deze ramp ons nog zo
dicht bij huis trof," naar huis maar weer ja?
Dan gaan we morgen wel."
Maar Wim, die elke kuur van onze kar (en dat
waren er vele), opvatte als een persoonlijke beledi
ging en uitdaging, sprong energiek op de weg en
begon het arsenaal gereedschappen uit te pakken.
„Pop, ga jij dan even naar huis en stuur Abbas
om te helpen. Ik moet plakken, de reserveband is
ook al kempès."
„Best," zei ik gelaten, nog steeds in Kerststemming
en dus opofferingsgezind en ik sjokte de heuvel
weer op, terug naar huis. Het was beestachtig warm
en toen ik Abbas had weggestuurd ging ik eerst
een paar glazen ajer djeroek drinken en pufte
langdurig uit in de koele achtergalerij. Maar toen,
ach die Kerststemming!
Liefdevol vulde ik Wim's veldfles met ijsthee, pak
te een koffertje met verschoning in, (bandenplak
ken is een warm en vuil werkje) en even later draaf
de ik opgewekt de poort weer uit.
Halverweg de Moearoheuvel schoof een kleine don
kere gestalte me opzij, een bruine hand nam me
met zachte dwang de koffer af en Dji An, mandoer
van de djatiaanplant en een van mijn trouwe ten-
nispartners zei:
„Ajo Nja, poelang sadja sama Dji An ja?"
„Poelang" zei ik verbaasd." Nee hoor Dji An, ik
ga juist weg, maar je mag mijn koffer wel dragen
hoor." En ik klom hijgend en blazend verder, ter
wijl Dji An dodelijk verlegen maar vastbesloten
achter me aanliep en me bezwoer toch alsjeblieft
terug te keren. Ik had hem nu natuurlijk allang
door en schuddend van ingehouden lachen kwam
ik op de top van de heuvel aan, vanwaar we in de
diepte beneden ons de auto zagen, terwijl Wim en
Abbas broederlijk naast mekaar gezeten aan het
plakken waren.
Dat gezicht van Dji An vergeet ik in geen hon
derd jaar!
„O" zei hij alleen maar en ging toen verwoed
meehelpen, terwijl Wim me in alle toonaarden
prees om alle goede dingen die ik voor hem had
meegebracht.
Die goeierd van een Dji An. Eerst had hij ons
samen zien uitrijden. Geen tien minuten later was
ik alleen teruggekomen, lopend! En toen was de
njonja weer het huis uitgegaan met een veldfles
over de schouder en een KOFFER in de hand. De
conclusie lag voor de hand en Dji An begreep dat
hij hier een stokje voor moest steken.
Een paar dagen later vierden we het Kerstfeest
samen met alle mandoers en koelies. Toen ze alle
maal gezellig aan het eten en drinken waren riep
ik Dji An even apart.
„Dji An, wat zou je nou gedaan hebben als ik
écht had willen weglopen," vroeg ik nieuwsgierig.
„O, saja SOEROEH poelang," zei hij trouwhartig.
(Ik had U bevolen naar huis te gaan).
TREKPOP