L Indische Nederlanders naar Brazilië
De reus van de nieuwe wereld
REISBRIEVEN
10
Vervolg van pag. 9.
zekerheid. Alle twee maatschappelijke waarden,
die zowel in de Antillen als Suriname aparte sti
mulering nodig hebben, wil men de weg naar posi
tieve welvaart opgaan
Ik geloof echter niet dat de verdeeldheid lang zal
blijven. Deels omdat de Antillanen en Surinamers
nuchter genoeg zijn om in te zien dat samengaan
met Nederland onmisbaar zal zijn in de naaste toe
komst, deels ook omdat het soort Nederlander, dat
daar werkt, het goede soort is, namelijk het soort
met Indische ervaring. Leg dit alsjeblieft niet ver
keerd uit. Ik zeg niet dat Indische Nederlanders
zulke supermensen zijn. Ik wil alleen zeggen dat
Nederlanders met tropenervaring de meest geëigen
de zijn om in de tropen snelle resultaten te berei-
Waar Indo's zijn „móet ister muziek". Hier de
.Starfighters" o.l.v. de voorzitter I.V.S. van
Ommen (links), geheel links (bij bandrecorder) de
heer van Dieren, secretaris I.V.S.
ken. Ik heb prettige gesprekken gehad over koetjes
en kalfjes met de Gouverneur Speekenbrink van
de Antillen en de wnd. Gouverneur Nagtegaal van
Suriname, het zijn mensen met inzicht en „Indisch
geduld Dat geldt ook voor de meeste Indisch-
gasten in deze gebieden, zelfs de heel jonge zoals
de heer Hillen van Suralco (zoon van de oud Chef
Posterijen Hillen in Bandoeng), die mij meenam
naar het stuwdam-proejct, en voor de entomoloog
van Doesburg, zoon van de amateur-entomoloog
van Doesburg in Indië, voor wie ik in mijn jonge
wilde jaren nog zeldzame kevers heb gezocht. De
jonge van Doesburg herinnerde zich de curieuze
Mormolyce Phyllodes nog, waarvan ik er zoveel
ving Merkwaardige coincidentie! Vriendschap voor
de Tropische natuur overleeft generaties!
Op het Brocopondo Bureau werkt ook een be
kende Indischman, de heer Teunisse. Verder ont
moette ik er de chirurg Koppeschaar (bekend uit
het Nw. Guinea-verzet)geheel onverwacht een
neef van me, de luitenant Bosnia, kleinzoon van
Waar Indo's zijn „móet ister makanan be sar". Aan
de druk bezochte bar met gado-gado. risolles, satee.
Zowel makanans als muziek worden thuis „ge
maakt".
Tot 1953 zijn de emigratiemogelijkheden voor In
dische Nederlanders altijd zeer beperkt geweest.
Omstreeks het midden van dat jaar echter kwam
de „Refugee Relief Act" tot stand, de eerste
Amerikaanse wet die de toelating van gerepatri-
eerden tot de Verenigde Staten mogelijk maakte.
Omstreeks hetzelfde tijdstip, doch onder een heel
andere regeling, vertrokken vanuit Nederland de
eerste Indische Nederlanders naar Brazilië. Laatst
genoemde emigratie werd mogelijk gemaakt door
het zogenaamde „Urban Workers Scheme", dat
speciaal de emigratie van industriële werkers re
gelt. Personen, die onder dit programma naar
Brazilië vertrekken, worden aldaar door de Ne
derlandse emigratie-ambtenaren, in samenwerking
met organen van de Braziliaanse overheid en
van het I.C.E.M. (Intergouvernementele Commissie
voor Europese Migratie), geplaatst in de grotere
bevolkingscentra van Brazilië. „Tal van Indische
Nederlanders maakten van deze emgratiemoge-
lijkheid gebruik. Zij bereikten goede resultaten
en pasten zich in het algemeen vrij gemakkelijk
bij de nieuwe levensomstandigheden aan," zo kun
nen wij in het jaarverslag „Emigratie 1953" lezen.
De gunstige ervaringen met deze Indische Neder
landers in Brazilië gaven indertijd aanleiding een
emigratie op beperkte schaal rechtstreeks uit In
donesië te beproeven. De voorbereiding van emi
granten in Indonesië kostte echter tijd, zodat pas
in 1954 enkele kleine groepen naar Brazilië
konden vertrekken.
Onder het „Urban Workers Scheme" kwamen in
1954 233 emigranten uit Nederland in Brazilië aan.
terwijl 199 personen uit Indonesië scheep gingen.
In 1955 vertrokken 407 niet-agrariërs uit Neder
land en 262 personen (niet-agrariërs) uit Indone
sië naar Brazilië. Van deze laatstgenoemde 669
emigranten reisden 405 personen onder het „Ur
ban Workers Scheme". Daarna is de emigranten-
stroom naar Brazilië praktisch opgedroogd. In
1956 emigreerden nog maar 76 personen onder
„Tante Roos". Voorzitter van de V(ereniging)
O(ud) I(indisch) G(asten) is de heer Gonggrijp
(neef van de befaamde Opheffer en dus ook In
dischman in hart en nieren) en zijn rechterhand in
het verenigingsleven mevr. Ryhiner, een zuster van
de liedejszanger Ben Snijders.
Ik kom later nog wel terug op vele andere con
tacten, die ik in Suriname heb mogen maken. Maar
wat ik van de Indische groep gezien heb, geeft me
trots en veel goede hoop op de toekomst. Ook in
grote moeilijkheden weten onze jongens en meisjes
zich vaak op bewonderenswaardige manier te hand
haven. Daar is b.v. mevr. A. L. Dragten, weduwe,
die geheel in haar eentje daper een ketjap-fabriek-
je begonnen is met werkelijk uitmuntende ketjap.
Daar is Frans Butteling, klein landbouwer, die zich
door een reeks van de verschrikkelijkste tegensla
gen heen gewerkt heeft. Ik heb een nacht gelogeerd
bij deze familie, die leeft op het peil van een Ja
vaanse tani, zonder sociale zekerheden, maar kop
pig, moedig, taai! Petje af! Zoals zij zijn eens, toen
Indië nog arm was, onze opa's en oma's het leven
in gegaan.
Niet met rentetrekken van het verleden, maar
met kansen wagen in de
toekomst komt onze We
reld vooruit. Ik hoop in
de toekomst nog vaker
over de Buttelings te
kunnen schrijven en ik
hoop dat in Suriname
het verlangen zal ont
staan om met de Indische
groep samen te werken.
Want „daer en can in
Suriname wat groots
verrigt Worden..."
Saluut
het „Urban Workers Scheme in 1957, 1958 en
1959 slechts respectievelijk 12, 14 en 32.
De verklaring voor deze verminderde belangstel
ling voor Brazilië ligt voor de hand: de eerste en
tweede Pastore-Walter-Wet. Wanneer ook de ter
mijn van de tweede Wet zal zijn verstreken zullen
ongeveer 20.000 gerepatrieerden hun weg naar de
Verenigde Staten hebben gevonden, dat is aan
zienlijk meer dan het aantal van circa 1000 per
sonen, dat sedert 1953 naar Brazilië is geëmigreerd.
Men moet echter bedenken dat, tenzij de Ver
enigde Staten hun emigratie-wetgeving ingrijpend
wijzigen, Brazilië in de naaste toekomst praktisch
weer het enige land zal zijn dat emigranten op
ruime schaal toelaat zonder te vragen naar hun
herkomst of afstamming. Het kan dan ook nut
tig zijn wat meer aandacht te besteden aan dit
Zuid-Amerikaanse land, dat overigens ook om
zichzelfs wil de moeite van het bestuderen waard is
G. L CLEINTUAR
Vele Indische Nederlanders maakten van emigra
tiemogelijkheden naar Brazilië gebruik en velen
van hen zijn trouwe TONG-TONG-abonnees.
Tot in de verste uithoeken van de wereld wordt
onze TONG TONG „gehoord", getuige deze
tijdens een jacht- en hengelpartij genomen pick
nickfoto uit Joao Montevade, Brazilië. In de eerste
TONG TONG, die abonné Lucardie (helemaal
links) daar ontving, het nummer van 15-6-'60,
stond op pag. 12 een foto van een waroeng keli-
ling hier in Holland. Ook daar in Brazilië heeft
men een „waroeng keliling" maar dan alleen voor
eigen gebruik op de dagen dat er uitstapjes gemaakt
worden. Ziet u de grote zwarte „plu" om het mee
genomen eten tegen de tropisch-warme zonnest alen
te beschermen? En wij hier maar in de kou zit
ten ook met een „plu"maar dan tegen de
regen
Ons werd uit Amerika'geschreven
Gaarne zag ik een paar raadgevingen aan new
comers in the LI.S.A. geplaatst in T T.
1. Zorg voor Engelse getuigschriften dat je ervaren
(skill) kracht bent in een of ander vak of job.
Diploma's en besluiten zijn waardeloos.
2. Wollen kleding voor de kinderen; overjassen,
zijn niet zo in zwang en zijn vooral op de scholen
mikpunt van kruimeldieven. Wol is hier duur.
3. Sluit bij aankomst een betere ziektenverzekering
af in overleg met je cosponsor. De uitkeringen
van de Holland American Insurance zijn, althans
voor Californië veel te laag en je bent „broke"
voor je het weet.
4. Stel je weer in op de dualistische samenleving.
Kortom wees weer in hart en nieren Indisch. In
het begin hard werken, zuinig leven, maar vrij
leven.
Mochten er vragen zijn via de T.T. dan ben ik
gaarne bereid deze naar beste weten te beant
woorden. SI KLEIN