REISBRIEVEN
XVII LOS ANGELES
8
Vervolg van pag. 8
Indische gewoonten en smaken. Indisch doen wekt
bij vele Hollanders nog steeds wrevel op en veel
Indische mensen willen dan in hemelsnaam maar
weer anderen een plezier doen om geen wrijving
te veroorzaken. In Amerika gaat iedereen zijn
gang. Als de Amerikaan zich zou bekommeren om
andermans gewoonten, kon hij wel aan de gang
blijven met zoveel burgers van vreemde afkomst.
Hier is het woord Dutch-Indonesian (alhoewel bij
veel Indo'n niet erg gelust) een aanduiding van af
komst zonder de minste denigrerende betekenis.
Er wordt ook niet vervelend gewroet hoeveel
Dutch en hoeveel Indonesian en is die vent nou
eigenlijk Indonesian of Dutch. De Amerikanen ac
cepteert die afkomst zonder discriminatie en be
oordeelt alleen of je een vent bent of niet, een
goed karakter hebt of niet. Punt, klaar. Er wordt
dus niet over je gepraat als je knoflook koopt of
shrimppaste, trassie. Waarom zouden alle mensen
stoofprei en spruitjes moeten eten! Nonsens toch?
Leef en laat leven!
Ik geloof, dat de gemiddelde Indischman hier in
derdaad beter leven kan. Als hij de hardheid van
het leven maar aan kan.
Universal Pictures zocht contact met me voor het
geven van adviezen omtrent een film, die zich af
speelt in de dertiger jaren in het oude Ned.-Indië.
Dus heb ik gisteren besprekingen gehad in Uni
versal City, een stad op zichzelf, met de producer,
director en script-writer van die film. We hadden
lunch in het grote restaurant van deze filmstad.
Rock Hudson, die de hoofdrol vervult in deze
film, zat ook mee aan. Het is een nogal stille,
verlegen jongen. Zwijgzamer dan mijn nichtje
Peggy Boon (19), die ook meegekomen was en
haar best deed om te doen voorkomen of het lun
chen met producers en filmsterren de gewoonste
en saaiste zaak van de wereld was. Later had ze
natuurlijk spijt geen handtekening aan Rock ge
vraagd te hebben of een foto. Toen heb ik nog
gauw een snapshot van hem kunnen pikken aan
de uitgang.
Maar dat is maar bijzaak. De opzet is een tweede
bewerking van de bewerking van het boek van
Jan den Hartog, ,,God s Geuzen Nu is het oor
spronkelijke boek al, laat ons zeggen, „nogal aan
vechtbaar" in vele opzichten. Echte Indischgasten
vinden het op zijn zachtst gesproken een draak. In
de vertaling onder de naam „The Spiral Road is
het er nog bekaaider afgekomen en na twee film
bewerkingen is het praktisch onherkenbaar gewor
den. Niet zo erg. Erg is dat het wemelt van de
psychologische, sociologische, geografische en nog
meer fouten.
Pas dan merk je hoe schrikbarend weinig de
Amerikaan weet van Nederland, Ned.-Indië en In
donesië. Dat is hem niet kwalijk te nemen. Er zijn
nooit bindingen geweest met deze landen. En de
politieke interessen van Amerika strekken zich uit
tot zo enorm veel landen, dat het onlogisch zou
zijn meer kennis van hem te verwachten omtrent
Indonesië dan omtrent pakweg Baloedjistan. Wat
weten wij ueberhaupt af van toestanden in andere
landen van de wereld. Wij kennen ons spijtoptan
tenprobleem vrij goed, maar wat weten wij van
Grieken in Tunesië of Arabieren in Israël?
Ik heb een paar interviews gehad, maar ik zal ze
wijselijk niet in Tong-Tong afdrukken omdat ze
vaak vol zitten met de grootste nonsens, ook na
een paar uren ernstig praten. Maar in elk geval is
er bij alle Amerikanen op de eerste plaats een
groot en oprecht verlangen om meer te weten en
verder is geen vooroordeel aanwezig. In Holland
weet nu eenmaal elke Hollander alles omtrent de
Indischman of Indonesiër beter dan wij. In Amerika
wil men voortdurend leren. Niet les lezen! De
wijze, waarop ik door de staf van after all toch
wel een van de grootste filmmaatschappijen werd
ontvangen, de ontvankelijke wijze van luisteren en
de bereidheid om direct correcties aan te brengen,
heeft me werkelijk verbijsterd. Wat weet men
eigenlijk van mij? In welk opzicht ben ik „deskun
dige"? Als je wist hoe gesloten de gemiddelde
filmstad is (er zijn er hier ettelijke in Hollywood,
een grote stad met kleine filmstadjes overal ver
spreid) en hoe scherp de bewaking aan de gates is
en onbereikbaar de topfiguren, dan is deze onver
wachte grenzeloze gastvrijheid voor de vreemde
ling Tjalie Robinson toch wel verbazingwekkend.
Misschien hebben ze me in dit onderhoud wel ge
test en dingen gevraagd, die ze zelf maar al te
goed wisten (want ze hebben enorme documen
taire voorraden), maar hoe dan ook er was bin
nen enkele minuten het volste vertrouwen bij een
jovialiteit en een losse omgang, die me na zeven
jaren achterdochtig Holland nog steeds verbaast.
Ik geloof dat ik hier in Amerika in korte tijd meer
kan bereiken voor de spijtoptanten (after all een
menselijke zaak van eerste orde geen politiek
scharrelpartijtje!) en ik ga me er ook met alle
energie achterheen zetten. Wat me eigenlijk nog
steeds het meest dwars zit is mijn tijdtekort bij een
nieuw leven van enorme dimensies en met een
schrikbarend platte beurs. De Hollander die op zijn
hoogst alleen Parijs kent, kan zich geen voorstelling
maken van Los Angeles, met zijn voor- en rand
steden liggend over een enorm areaal met bij de
zeven miljoen inwoners (in 1963 is Los Angeles
New York gepasseerd en de grootste stad van de
States geworden!). Je hebt hier boulevards (de
Sunset, de Wilshire, de Colorado, de Olympic,
enz.) die tientallen kilometers lang zijn. Het
stadscomplex strekt zich uit van Den Haag naar
Amsterdam. Kost in New York een busticket over
al heen maar 15 ct„ in Los Angeles maak je bus-
ritten van een dollar en meer.
In dit enorme arbeidsterrein doen zich de moge
lijkheden voor van enorme arbeid. Een tarting, die
me niet met rust kan laten. Wat is hier veel te
doen! Ik sprak met Robert Arthur (de producer)
over mijn plannen voor een Vluchtelingenfilm (met
de spijtoptanten als thema). Hij was direct enthou
siast en vroeg me om zo gauw mogelijk met de
outline ervan bij hem terug te komen. Zo n „rauwe
materialist" (zoals men in Europa graag Amerika
nen noemt) heeft in elk geval direct meer begrip
van de universaliteit van het probleem dan Holland
in tien jaren maar bij benadering heeft kunnen op
brengen! Maar waar haal ik de tijd vandaan? Ook
's nachts werken maar. Want de dagen zitten vol
afspraken, besprekingen, interviews, organisaties.
Ik mis de beschikking over een eigen wagen. Stel
je eens voor dat je in Holland ook werk moet
doen, bezoeken afleggen over afstanden van Am
sterdam naar Brussel of Den Haag-Antwerpen, dan
begrijp je dat in dit continentale gebied een auto
geen luxe is, maar onmisbaar voor transport van
zijn barang, is in Amerika de auto zakelijk trans
portmiddel, omdat er geen trams en bussen zijn die
overal rijden en je per fiets zeker een eeuw bij de
tijd ten achter blijft.
Om nog even op Universal City terug te komen.
Het is een rare gewaarwording al die namen die
tenslotte toch alleen maar filmlegende waren je
leven lang, opeens als naambordjes voor de pavil
joens te zien, waar de filmsterren tijdens opnamen
wonen: Gregory Peck, Kirk Douglas, Richard Wid-
mark, Alfred Hitchcock, enz., enz. Hier lopen al
de mensen rond die je alleen als schim zag in een
romantische vermomming. En nu waren het ge
wone mensen in colbertjes of jacks of zo maar
overhemd. Onherkenbaar. Wde ook in het normale
leven glamorous zijn, dat zijn de vrouwen. Ik heb
daar werkelijk de mooiste typen gezien erg veel
bruine, vermoedelijk Mexicaanse, maar het lijken
vaak sprekend Indische meisjes. In het restautrant
zitten alle typen en alle standen' van de wereld
gezellig bij elkaar. Het is er eivol als in Ruteck
op zaterdag en producer en goedkoopste figurant
groeten elkaar met een gemoedelijk: „Hi Bob", „Hi
Rock!" alsof er geen salarisverschillen waren van
tienduizenden dollars. Ook zijn er geen leeftijds
verschillen. Hier ontbreekt de Alwijze, die pocht
op zijn hoge leeftijd en zoveel jaren ervaring. De
dicetor van deze film is een „snotneus" met een
brilletje op (je zou zeggen een opgeschoten hbs-er)
en de serveuse aan tafel is een dametje van dik in
de vijftig en ze noemen elkaar Jack en Sue. En
toch is er geen plebejische brutaliteit of zo. Raar
land, dat Amerika. Want toch is er privacy en
respect.
Na Universal City ben ik wat gaan wandelen op
Hollywood Boulevard, waar alle trottoirs langs
aan beide zijden om de andere tegel voorzien is
van een grote ster met de naam van een filmbe
roemdheid En ik heb het beroemde Grauman Chi
nese Theater bezocht de film „Suzie Wong ge
zien), waar de tegels zijn met hand- en voetaf
drukken van de grootste filmsterren. Een wonder
lijke bioscoop, als een Chinese tempel, portiers,
bellhops en serveuses Chinees gekleed en tussen
deze levende Chinezen levensgrote poppen van
mandarijnen en kwanyins, zodat je voor je het
weet zo n pop naar de weg zit te vragen. Aan
Sunset Boulevard staan de kastelen, mansions en
paleizen van de filmgroten, met geweldige erven,
bloemtuinen en gazons. Overal staan palmen, de
bergen op de achtergrond, het lijkt alsof je door
een groter en rijker Malang rijdt, maar dan kilo
meters en kilometers lang. Er komt geen eind aan.
Het zijn deze palmen en bergen (bij het „Tjimahi-
klimaat", nou in de winter), die je zo sterk doen
denken aan Indië. 's Morgens wordt je gewekt door
het gekoer van de tekoekoers. Ongelooflijk! Ben
ook in de Mexican Market geweest aan Olvera-
street, allemaal kleine waroenkjes (er zijn verko
pers van ongeslepen halfedelstenen en verkopers
van echter goelali net als in Batavia!) en aan
Farmers Market, een enorm Glodok-complex,
waar je letterlijk alle curiositeiten van de wereld
kopen kan.
Paradijs?
Bedenk, dat Amerika ook het land is van de lay
offs. Waar je vandaag een baan kan hebben en
morgen op straat kan staan. En waar nochtans
niemand moord en brand om schreeuwt en koel-
(Lees verder volgende pag.)
Rechts: Kijkje op de skyway van
San Francisco. Onder de weg
waar ik deze foto maakte, lopen
evenveel wegen als erboven.
Links: Kijkje op de Sunset Boule
vard. Six Lane traffic, wide hori
zons, palms like fountains every
where.