KWEEKSCHOOL BANDOENG RÉUNIE LEW. L Riz goreng - je suis nu krakende knieën duren het langst 8 Zo hebben we dan onze eerste enorm geslaagde réunic gehouden, op 21 mei 1961 in de Rotonde van Houtrust, den Haag. Onvergetelijke dag! Een dag, om met ontzettend veel plezier op terug te zien, en ons nu alvast weer doet uitkijken naar een volgende bijeenkomst. Hoe het allemaal tot stand gekomen is? Ach, het ver langen om elkander nog eens te ontmoeten leefde allang onder ons. Er werd veel over gepraat en zo, maar als er niet een zeker energiek echtpaar (dat niet met name genoemd wil worden) geweest was, dan was er nou misschien nog niets gebeurd. Dit echtpaar vormde een „voorlopig comité", sa men met van Affelen van Saemsfoort, Pasqua, Tom Florentinus, Connie Hegt en last but not least Bram Eijssenring. En wat dit comité gepresteerd heeft is gewoon formidabel. Bergen voorbereidend werk hebben ze verzet met het opsporen van na men en adressen en het leggen van de eerste con tacten. De ledenlijst van het NOG hielp ze een eind op weg, maar tot ons genoegen kunnen we vaststellen, dat een paar oproepen in ons aller blad TONG-TONG ontzettend veel reacties heb ber. opgeleverd. En verder ging het als met de bekende sneeuwbal. Honderden brieven en tele foontjes zijn er binnengekomen, bijna zeshonderd contacten werden gelegd en uiteindelijk is er een driehonderd man opgekomen. Een pracht resultaat! Brieven zijn binnengekomen uit alle werelddelen, uit Singapore, Djakarta(ï), Suriname, Curasao, Australië, Amerika. Collega's uit Nieuw Guinea hebben 15 pop bij mekaar gebracht om ons feest met een bloemetje op te luisteren. Bedankt hoor Birzwilks, Geertsema, Janssen aan de Weg, Bubi en Winke Salsmann! Een brief uit Colorado van Jan van den Broek. Hij is pas één jaar in de States en ,,dus financieel nog niet in staat om even over te wippen." Uit Djakarta: ,,Ik kan niet overkomen om redenen die jullie wel bekend zullen zijn.' Een kaart van onze eerste Directeur, de heer Mendel, die helaas verhinderd was, maar ons heel veel genoegen wenste op onze eerste bijeen komst. Dank u, meneer Mendel! Hec comité heeft jammer genoeg niet alle oud leraren kunnen bereiken, wegens het ontbreken van adressen, maar de docenten die gehoor hebben gegeven aan de uitnodiging hebben er beslist geen spijt van gehad. Wij zagen: Juffrouw C. Otto, de eeuwig jeugdige, de onverwoestbare directeur van de Riet, de heren Wagner, Scheffer. van Melle, Buyze, Nieuwenhuyzen, Krafft, enkelen vergezeld van hun echtgenoten. Ook mevrouw Greeven was gekomen en dat hebben wij heel erg op prijs ge steld. De opening was op 1 1 uur gesteld, maar om tien uur begon de toeloop al. Juffrouw Otto, die er geen dag ouder uitziet (gewoon niet te geloven, lui!werd natuurlijk direct door ons bestormd en verdraaid als ze niet van ieder, die op haar afkwam precies wist te vertellen, hoe hij heette en welke jaren ze hem had lesgegeven. Jullie zijn zo gróót geworden," zei ze af en toe. Ze hebben haar nog op het podium gekregen, waar ze eventjes op haar eigen verrukkelijke manier les heeft ge geven aan een stelletje opa-achtige oudleerlingen, die ze geniepige vervoegingen liet opzeggen zoals een dorpje in de buurt van Lobith zit, onthulde ons, dat de Rijn „elemaal niet ,,bij Lobith" in ons land komt", maar ergens anders, waar zijn we alweer vergeten. Om op de film terug te komen, we zagen Vera Tenret en Feetje Lanzing weer bezig op de leerschool en het VOICE-bestuur. met o.a. Deetje Biezeveld. van der Spek en de Baan, die onze vlag tentoonstelden. We waren weer klasgenoten onder elkaar. De jaren vlogen weg. je was weer 18, 19 jaar en je proefde weer de ver trouwde sfeer van de gelukkigste jaren die je ooit gekend hebt in ons Indië. En de schoolsfeer was er, die eerste Pinksterdag van 1961. De manier waarop we mekaar herken den was vaak om je gek te lachen. Staart iemand je aan met die bekende uitdrukking in J.e cgen van „Ik kén je, maar hoe héét je nou toch weer?" Kom': op je af, zet z'n bril op een bu'gt z;ch kippig over je naamkaartje (met wijze voorzorg door het comité uitgereikt en opgespeld). En dan de herkenning: „Verrèk, ben jij dat? Kind je bent geen zier veranderd." Honderden hebben we ontmoet en de hand ge schud. Daar waren ze weer, de helden en heldin nen van onze jeugd, de djago's van het sportveld, de lions van de balzaal. We zagen Hallegraaf, Elmensdorp, Connie Hegt en Wietje van Oort, (nog even blagah als vroeger), Vic de Vries, die een landelijke rust uitstraalt en in een dorp in Friesland terecht is gekomen, vertelde ons, dat hij behalve „M veter" van het dorp ook nog zo'n beetje van hrreboer speelt. Hij teelt kentang en boentjies op zijn erf en raapt in de prille ochtend uren ook nog de eieren, die wilde fazanten en kalkoenen in zijn tuin deponeren. Vic, die bij de Burgerlijke stand van zijn dorp te boek staat als „Indonesisch Protestant" omdat hij maar niet kon besluiten wat voor soort Protestant hij nou wel zijn wou Natuurlijk hebben we ook nog gedanst. Een bandje, bestaande uit o.a. D. Janssen, Tom Laturperisa en Tjoh de Fretes speelde de tophits uit de der tiger jaren en we waren er zó in, dat we ons pas later realiseerden, dat we gedanst hadden op stok oude deuntjes, zoals Sweet Jenny Lee en zo. Dank jullie wel, jongens, dat je de illusie zo goed in stand wist te houden. Jullie, die thuis zijn gebleven hebben beslist onge lijk gehad. Waar waren Zus van der Poel, Gerda Rogge, Toekie te Maire, Jettie Hemmes? Van Bettie Brookman hadden we bericht gehad, dat ze ver hinderd was vanwege een zieke dochter. Bettie, die wel eens met de confetti nog in d'r haar recht door van een fuif naar school kwam, maar even onverstoorbaar als altijd door haar examen rolde. Kind we hebben je gemist. En Bobbie van Loon kon niet komen omdat ze het zo druk had met Spaanse woordjes leren. Nou dat vinden we maar lamentoso hoor. Caramba! Speeches. Na onze gestorven leraren en kameraden herdacht te hebben sprak meneer van de Riet ons toe op zijn bekende warme, hartelijke manier. Het is hem gebleken, dat het stichten van de I.E.V. Kweek school geleid heeft tot het afleveren van een corps onderwijzers en onderwijzeressen, dat in geen enkel opzicht onderdoet voor de collega's die hun op leiding in Holland genoten hebben. Die toespraak van meneer van de Riet gaf ons toch zo'n gevoel van gloeiende trots op onze leraren en leraressen, op onze school en op ons Indië, dat de tranen ons in de ogen schoten. Dank u meneer van de Riet! Meneer Wagner zei o.a., dat we er goed aan gedaan hadden, deze réunie te houden. De tijd. die we in Indië hebben gehad, is zó mooi, heeft ons zóveel geschonken, dat we de herinnering hier aan moeten beschouwen als een rijkdom, een schat, die ons onvervreemdbaar eigendom is geworden en die niemand ons ooit meer kan ontnemen. Dank u. meneer Wagner! Afscheid nemen is moeilijk. Na de Riz goreng a la Juffrouw Otto begon het langzamerhand tijd te worden om afscheid van me kaar te nemen. Maar dat heeft zeker nog wel een uur geduurd. We konden er gewoon niet genoeg van krijgen, we bleven maar kopjes koffie drinken (Lees verder volgende pag.) Foto: BENJAMINS het werkwoord naitre, waarbij wonderlijke woord spelingen opdoken zoals „Je suis nu", maar mis schien hebben we dat niet goed verstaan, hoor. De stemming was er metéén in, van het begin af. De zaal was versierd met de vertrouwde I.E.V. emblemen en groen-witte rosetten. Foto's van tempo doeloe waren tentoongesteld. En meneer van de Riet had voor een verrassing gezorgd door de film van onze school weer eens te laten afdraaien. Daar zag je ons weer de Papandaanlaan af ko men rijden en het hellinkje naar het fietsenhok „nemen". Daar zag je ons weer bij Kok in het natuurkundelokaal. de jongens bij de gymles van Laan, in onmogelijke lange katókjes, de tekenles... Hetharia, onsterfelijk geworden op de film, bezig met die moeilijke franse woordjes te leren. Hetharia, die ook in levende lijve aanwezig was en nu in Foto's: MATHÉRON

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 8