ff
PASAR MALAWI
OP JAVA STAAT EEN HUIS
HEIN BUITENWEG
KENNISMAKING
i ir!
Op Java staat een huis
Hein Buitenweg
Prijs: f 4.95 (Giro 185783)
Boekhandel PAAGMAN
SSSPL.ZO LESKER.
DRiNK ER, UTeRS
VAM OP ONZE
HAAGSE DiERENTüiN
30 JUNi,1+ZJULi
HET SPOOK
VOETBALLEN
13
v
Ten tweeden male is Hein Buitenweg op de boe
kenmarkt verschenen met een heel typisch boek
je (het eerste was: „Java, Droom en Herinne
ring"), dat op een heel eigen wijze het bij tien
duizenden Indische Nederlanders bestaande „zoe
te heimwee naar een werkelijk geluk in Indië ge
stalte geeft.
Ik stel het express zo „blunt": zoet heimwee. Er
is namelijk bij sommige naturen een voortdurend
verlangen aanwezig om deze gevoelens belachelijk
-non
voor te stellen of politiek verdacht te maken:
H. G. Surie in een interview met Bep Vuyk in
V. N. van 17 Juni: „De Nederlandse overgevoelig
heid wat Indonesië betreft, de Vaderlandse Club
mentaliteit van vele gerepatrieerden, het alles-zó-
goed-heimwee, dat drijft de mensen naar de boek
jes van Hein Buitenweg en een blaadje als Tong-
Tong".
Wat vreemd: iedere Nederlander, die nooit weg
geweest is, mag met „zoet heimwee" terugdenken
aan het oude Mokum, aan het oude Rotterdam,
aan zijn jeugdjaren in Stampersgat; Leo Vromans
„Heimwee is beter dan Holland" wordt gepre
zen en er wordt waardering gevraagd voor „ge-
rucht-en-geweld-dadige" herinneringen aan Indo
nesië, maar op waarlijk socialistisch nationale
gronden horen Hein Buitenweg en Tong-Tong er
niet bij. Daar zit een Vaderlandse Club-menta
liteit
Laat dan Tong-Tong desnoods de kwade pier zijn,
Hein Buitenweg is het definitief niet. Deze op
het harde af eigenzinnige man, die b.v. kortweg
zegt: „Wij zongen op school altijd: eigen meester,
Op een kantoor te Medan werd een nieuw benoem
de ambtenaar verwacht, die met de K.P.M.-boot
uit Soerabaia zou komen. De gewoonte was dat de
nieuweling, na zich bij de baas te hebben gemeld,
door één der ambtenaren werd rondgeleid en voor
gesteld aan het gehele personeel. Daar was ook de
Kapitein der Arabieren, die als adviseur, op het
kantoor een eigen werkkamer had. Hij bleef slechts
enkele uren in de morgen om dan naar zijn eigen
kantoor te gaan in eigen woning.
De ambtenaar, die belast was met de voorstellerij,
zeide tot deze Kapitein-Arab: „Gaat U vandaag
niet te vroeg weg, want ik moet U straks aan een
nieuwe ambtenaar voorstellen, die van Soerabaia
moet komen. Maar denkt U erom, de man is door
een ongeval, hardstikke dood!"
De nieuwe kwam en toen hij, na overal te zijn
voorgesteld, tenlaatste voor de kamer van de Ka
pitein-Arab stond, zei zijn geleider tot hem: Ik
het razend druk, ga maar alleen naar binnen en
stel je voor.
Maar denk erom, de man is door een ongeval hard-
stikkedoof!"
Een ogenblik daarna hoorde men in de werkka
mer van de Kapitein-Arab zo luid schreeuwen,
dat de Baas uit zijn kamer kwam om te vragen
wat die herrie op het kantoor te betekenen had.
VICTOR
niemand's knecht; waarom zouden wij dit de In
donesiër niet gunnen?", die zich kalm en zelfbe
wust géén letterkundige wil noemen, heeft noch
tans zijn „gevoelige kanten".
En die schrijft hij even natuurlijk neer als hij zelf
is, pretentieloos, misschien hier en daar lichte
lijk overdreven of sentimenteel, maar zeker ver
tolkt hij de gevoelens van duizenden, want beide
boekjes worden goed verkocht.
En terecht: beide boekjes zijn juweeltjes, typogra
fisch uitstekend verzorgd, binnen bereik van ie
ders beurs, prettig „meeneembaar" op reis. Voor
al „Op Java staat een huis" heeft een schat van
voortreffelijke foto's, heel vertrouwelijke „thuis-
kiekjes", maar ook reproducties van foto's met
„allure", die de geest des tijds uitnemend karak
teriseren.
Het was een pracht tijd, die Tempo Doeloe, en
wie bij de „défauts" alleen wil stilstaan en naar
de „qualités" niet kijken, is een mens zonder hart.
Hein Buitenweg heeft misschien hart te veel, (Hij
was b.v. één van de initiatiefnemers voor de Nas-
si-actie!). Maar hoeveel natuurlijk goede dingen
vindt men soms juist in dat „te veel". De keuze
van de voorplaat b.v.: twee njonja's in sarong
en kebaja, de één met blonde „sinjo" op de arm,
is bij al zijn „sentimentaliteit" een brokje mees
terlijk gevonden realiteit. Hoevele „kandjeng be-
sars" uit het Nederland van nu hebben eens ook
zo op moeders arm gezeten! Dat wij ons dat
goed realiseren!
Hein Buitenweg laat zich haast „weerloos" meedrij
ven op zijn herinneringen en dwaalt regelmatig
tussen zuiver Indonesische gedachten en begrip
pen, die hem nochtans immers vertrouwd zijn ge
worden en zijn verdere leven hebben gericht. Het
leven van de Totok en de Indo, in de kampong,
Wordt DIRECT uit VOORRAAD geleverd
Fred. Hendrikl. 217b, Den Haag - Tel. 543700
H. Ravesteijnpl 42, Rijswijk - Tel. 984050
y. Schuijlenburchstr. 58, Delft - Tel. 22438
tiendoL°t
aan het Koningsplein, in de Kraton en de Soos,
de toekang rombengan en de Soesoehoenan, zij
passeren ons in een parade droombeelden, die ons
telkens weer even de adem ontnemen: „Ja, dit
was het. Dit leven hebben wij gehad. Dit was veel
mooier, veel vormender, dan wij ooit kónden be
seffen toen. Wij beseffen het nu en wij zijn er
dankbaar voor."
Ja, Hein Buitenweg is maar een eenvoudig mens.
Zoals de meesten van ons (hoe hoog ze in Indië
ook stonden). Daarom is het idee van dit boek
een zo door-en-door Indisch idee. Pretentieloze
eenvoud. Niet het standaardwerk, het academisch
meesterstuk, het politiek verantwoord document,
maar „het glaasje stroop in de koele schaduw
van de sengon als je moe gewandeld bent in de
zon". En wie daaraan per sé de eisen wil stellen
van de sorbet op het terras van Hellendoorn is
doodgewoon een vervelende snob.
En voor wie het nog niet begrijpen: „Op Java staat
een huis" is een in de roos getroffen titel. Niet:
stond. Het huis staat er nog steeds, zoals het in
ons hart staat en nog vele decennia in onze cul
tuur zal blijven staan.
Saluut voor een goed boek van een waar In
dischman.
TJALIE ROBINSON
In de tijd, dat we in Tjibadak woonden, was het
een rage onder de schoolmeisjes om zelf bikkel-
ballen te maken van getah karet. Die konden im
mers zo hoog opspringen?
Nu wilde het toeval, dat er op ons schoolerf meer
dere karetbomen stonden, maar daar het speel-
kwartiertje tekort was om zo'n bal in elkaar te
draaien en we die bal toch o, zo graag klaar wil
den hebben, zouden en moesten we na schooltijd
terug.
De man van onze baboe zou meegaan om een oog
je in het zeil te houden.
Net dat de bal aardig vorm begon te krijgen, hoor
den we plotseling twee doffe ploffen achter ons.
Denkende dat het spoken waren mijn zusje en
ik waren nog klein en geloofden er dus nog aan
renden we geschrokken het erf af en de straat
op, de man van de baboe achter ons aan. Toen
mijn zus toevallig omkeek zag ze iets, wat haar
erg bevreemdde. De man liep nl. stilletjes voor zich
uit te lachen. Was hij dan niet bang?
Eerst later kwamen we te weten wat de reden van
dit binnenpretje was.
Het wachten duurde de man te lang en om ons
de doodschrik op het lijf te jagen, was hij op het
idee gekomen twee grote stenen in de lucht te
gooien en zodoende die ploffen te veroorzaken.
Zó verdiept waren wij in ons werk, dat we hier
niets van gemerkt hadden en hij zijn doel be
reikte!
EVIE
Ik was overgeplaatst naar het 10 de Bat. te Batavia
en de eerste morgen dat ik bij de dienst kwam,
was het binnendienst: sport en theorie. De Compie
werd door een piepjong 2de Luit. naar het Wa-
terlooplein gebracht waar ik na aankomst de op
dracht van hem kreeg om met mijn sectie te gaan
voetballen.
Daar ik er niets voor voelde om door iedereen .die
langs het voetbalveld kwam te worden uiigeja-*
chen belastte ik de Jav. sergt. Marto om de lei
ding te nemen en ging zelf aan de kant staan. Dit
laatste scheen niet in de smaak van deLuit. te
vallen, want hij kwam nogal een beetje vlug naar
me toestappen en zei: „Sergeant, het' is hier de
gewoonte dat het kader (daar hoorde ik ook bij)
aan alle sporten deelneemt.,'
Ik zei „In orde Luit," riea sergt. Marto die als
een gek achter de bal liep hollen, vroeg om het
fluitje en bleef '-pal op de plaats waar ik stond.
Zo af en toe, als er' „Prikik". „Port Said" of
Hengst" -werd geschreeuwd gaf ik een gil met
het fluitje(, tot dat de drie kwartier van de binnen
dienst er op zaten.
JEKA