Vader
en
Zoon
GAAN EN NIET GAAN
HET HOUTEN BEELD
SHANG HAI
6
i
Ik weet niet of ik het al eens verteld heb. Ik
was eens op bezoek bij een Indischman luisterde
naar zijn beurtelings klagelijke en fel veroordelen
de betoog over allerlei zaken: de rot Blanda's in
het oude Indië, die rot-Soekarno, deze rot-rege-
ring, de beroerde jeugd, de beroerde Indo's, enz.
enz. enz. Hij zou dit en hij zou dat!
Ik luisterde kwartieren lang toe en voelde opeens
onbewust mijn aandacht door iets anders getrok
ken. Opkijkend en over de spreker heen zoekend
vonden mijn ogen de zoon, die in de deuropening
geleund stond, de armen over de borst gekruist,
zwijgend en bitter en met grote minachting naar
zijn vader kijkend.
1 was shocked out of my senses, zoals dat in het
Engels heet. Die geheime, verborgen haat, die mij
opeens geopenbaard werd. Ik interrupteerde nog
al plotseling, maakte mijn excuses voor het late
uur en ging heen. Ik liep naar huis, nogal erg van
mijn stuk, mij dwingend rustig en onpartijdig te
denken: was dit een beroerde vader? Was dit een
beroerde zoon? Was hier een mislukt gezin?
Was dit een stereotyp beeld van „De Nieuwe Op
standige Jeugd", rebellerend tegen de ouders? Ach,
was het maar zo eenvoudig. Het is een heel oud
(en bitter) lied: van teleurgestelde zonen in va
ders, van de generatie van vandaag tegen de vorige
generaties die verzuimd hebben figuren voort te
brengen om trots op te zijn. Zodat deze generatie
lichtende voorbeelden mist om in haar eigen duis
ternis nieuwe wegen te vinden. Waarom zijn zonen
en kleinzonen van werkelijk verdienstelijke vaders
vaak zo lauw tegenover hun traditie en historie?
Omdat wij verzuimd hebben een eigen historische
traditie te scheppen. Wij, mensen uit Indië, hebben
altijd gedacht (en gedaan): „na volbrachte dienst
tijd weg naar Holland" of „na de dienst uitknijpen
naar de PoentjakWij hebben nooit gedacht en
bewust gewerkt aan: :„Indië groot maken". Wij
hebben voortdurend onszelf weggecijferd en dan
werden wij natuurlijk weggepraat en dan begon
het gemopper en gejammer. No good. En daar
heeft het vader-zoon-schap onder geleden.
Want vader-zoon is geen toevallige en kortdurige
bloedrelatie alleen. Het is een schakelschap in een
lange ketting van eer, traditie, van leven voorbij
mensenlevens alleen.
Vaderschap is: kampioen móeten zijn, opdat de
zonen kampioen kunnen zijn. Ah: en dat betekent
dat het niet genoeg is als de vader zegt: „Ik zal
wel es effe late zien wie de sterkste thuis is!" Pah!
Klein kunstje. Pa moet laten zien dat hij de sterk
ste buiten huis is, in de wereld. Althans: hij
moet dat durven en hij moet dus wat doen dat
groter is dan Pa-sadja zijn.
Kijk, zonen gaan bij het ouder worden meer en
meer zien wat beroerd is in een maatschappij. Al
die gebreken zijn in zijn jonge ogen klein en over-
winbaar. En daar is zijn vader, verslagen, kanke
rend, huilend, vloekend. Hoe kan dat! Hij is bitter.
En dit leest zoonlief. En hij zegt: daar slaat Tja-
lie toch maar de spijker op de kop. Ik zal anders
zijn. Prachtig, maar dan mag je wel verdraaid snel
beginnen, jongeman! Je bent eigenlijk nog steeds
een „kantjes-afloper": wat studie en wat pret. Ik
kan het weten, want ik deed hetzelfde. Als er wat
veranderen moet over vijf of tien jaar (als je al vol
wassen bent), dan moet je nu beginnen. Dan moet
er een begin van training zijn in georganiseerd
gemeenschapsleven. Dan mogen er best wat jonge
lui komen op de causerieën van de Kunstkring. Of
jeugdkringen gemaakt worden, waarop men oude
ren uitnodigt om te debatteren. En dan wat posi
tief werk op te zetten. You're growing up to love.
It is something else than Elvis Presley thinks. O
yeah! Het is de start van het vaderschap. Je bent
al veel langer van het zoon-schap af dan je denkt.
En misschien kijkt je toekomstige zoon nu al min
achtend op je neer
T. R.
P.S. Ik hoop niet dat sommige vaders zich door
dit artikel persoonlijk geattaqueerd voelen. Ik
schets slechts een tijdbeeld. Onze vaak veel te
goede tijd in Indië en Holland heeft ons tegen wil
en dank veel initiatief ontnomen. Je kón destijds
moeilijk anders denken dan in termen van: „na
volbrachte diensttijd lekker gojang kaki in Nice,
Wassenaar, Costa Brava, etc." De oorlog heeft
ons een gevoelige les geleerd. Maar wie nu nog
steeds denkt in bovengenoemde termen, doet toch
werkelijk gevaarlijk. Donkere wolken pakken zich
samen aan alle wereldhorizonten. Alleen wie waak
zaam en strijdbaar wil zijn tot zijn laatste dag (en
dat is tóch wel mooier dan lekker gojang kaki!)
is goed vader en goed burger.
Wij staan dus sinds zaterdag j.I. ingeschreven bij
de Algemene Emigratie Centrale en vanavond be
ginnen reeds de Engelse lessen. Volgens b.g. kan
toor maken wij kans reeds over 8 maanden te ver
trekken, omdat wij niet om Californië gevraagd
hebben. Enfin, afwachten maar of wij een sponsor
krijgen. Wij zijn vol goede moed!
Kennissen vinden ons gek, omdat wij hier in Hol
land eigenlijk alles hebben: eigen huis met tuin,
auto, televisie, koelkast en noem maar op, maar
het bevalt ons niet! Dus wij gaan Tjalie! Poekoel
teroes alles of niets!
I. D. R.
Dit is de ideale spirit: niet eindeloos afwegen wat
uitgerekend beter is, maar de weg volgen van het
hart. Alles of niets is dat gek? Of dom? Nog
maals: het is een „spirit". Men heeft 'm of men
heeft 'm niet. Geen discussie mogelijk!
„Ook al hebben alle emigranten nóg zo'n gelijk;
ook al is het overat elders nóg zo goed, juist daar
om is het verlaten van het vaderland in nood een
minne streek
D.v.d.R.
De Regering heeft een positief emigratiebeleid en
wist sinds de oorlog 350.000 emigranten te „ber
gen". M.a.w.: de Regering bezondigt zich aan
„minne onvaderlandslievende daden"? Wat vreem
de en on-HoIlandse ideeën gaan er vaak schuil
onder dat vals zwaaiende patriottische vlaggetje!
Mijnheer R. gaat een kamer uit, waarvan allen
zeggen: „Het is zó vol! Het is om te stikken!" En
ziet daarvoor vrijwillig af van alle vreugden in die
kamer. Als dank wordt hem nageroepen: „Spel
breker! Ellendeling!" No good no, no - no
good!
Voor mijn kamer stond één levensgroot houten
beeld zo zwaar, dat één man hem onmogelijk
kan verplaatsen. Het was een prachtig, staand
beeld van 'n jonge dajakker met in één hand een
dolkmes het stond in een aanvalshouding zo
natuurlijk was het, dat, als je er enige tijd naar
keek, je bang werd en het idee kreeg, dat het je
direct zou aanvallen.
Dit beeld was betoverd!!!
Er zat een ziel in van een kind een ceremoni
eel, dat alleen de Dajakkers kennen.
Bijgeloof???-
Nu het verhaal: Henny Rudolf Pereira was Ass.
Resident in Oost Borneohij had daar blijkbaar
vijanden.
Toen hij uit Bandjarmasin vertrok hij was over
geplaatst naar Java verscheen er een delegatie
Dajakkers met bovengenoemd houten beeld.
Niemand begreep er iets vannooit was het
voorgekomen, dat een scheidende Ass. Resident
een zó kostbaar geschenk kreeg en wel in de
vorm van een zo kostbaar beeld werd aangeboden.
Want deze beelden zijn zeer moeilijk te vervaar
digen en zijn bovendien in de ogen van de Dajak
kers heilig en worden voor zo ver bekend nooit
verkocht.
De boot was nog maar net vertrokken, of de Ass.
Resident werd ziek, en vóór Soerabaja was hij
overleden.
Dit beeld nu stond voor mijn kamer omstreeks
1930. Waarom Tante Dop het in huis had gehaald,
ik weet het niet, maar dat jaar werden 12 kains
(die twee maal per jaar aan de Sultan moesten
worden geleverd) afgekeurd. Ze vielen niet in de
smaak van de Sultan, het patroon beviel hem
niet.
Eerst reageerde niemand, toen kwamen er meer te
genslagen en eindelijk kwam er één op de gedachte
dat beeld!! dat was het!!
Er werd een koempoelan en seance gehouden,
resultaat: het beeld móest weg. Maar nu het moei
lijke niemand wilde het in huis hebben.
Toen kwam het na enige maanden bij Venduhuis
„Schmidthet venduhuis ging het nadien zéér
slecht.
Uiteindelijk kocht een Amerikaans tourist het voor
1000,en schonk het aan een Amerikaans mu
seum. Daar voelde het beeld zich niet thuis, de
vleugel van het museum, inclusief het beeld brandde af.
Oh, good old Indië!!!
Zo mystiek, zo vol aantrekkingskracht!!!
L. W.
I0MR01AK©j
Wat is ..sfeer" eigenlijk? Het is een vorm- en naamloos ding, dat uit duizend-en-één variëteiten spreekt,
ook de kleinste. Deze foto van Pasar Baroe, waarop je eigenlijk niets goed ziet, heeft toch ineens raak de
sfeer van Pasar Baroe. En duizend ongeziene dingen op deze foto springen spontaan en kristalhelder in
ons geheugen terug. Indische sfeer vind je soms ook plotseling in Holland terug. Op de Pasar Malam
in Den Haag bijvoorbeeld. Alles is anders en niets haalt bij tempo doeloe, maar toch loop je er rond met
alle vrolijke Pasar Malams van vroeger in je hoofd. En leuk dat dat is!