PASAR. MAI5M
PENTOL
Wie zijn ++wij"?
DAT KAN!
X
HAAüSE DIERENTUIN!
30 JUNI,1+2 JULI
jagerslatijn
Heeft
U nu ook zin om te PENTOLLEN
Een stel
PENTOLKAARTEN voor slechts f 1 -
^verkrijgbaar in de Tong Tong stand op de Pasar Malam
of door storting op giro 6685
want Tong Tong is toch geschreven voor ons,
Amerika en anti-Nederlands zijn
Wij Indische Nederlanders, die vroeger mopper
den over het gebrek aan belangstelling in Neder
land voor Indië, die nu nog steeds wrevelig zijn
als we merken hoe slecht men het oude Indië, het
nieuwe Indonesië en de mensen uit dat land, kent,
gaan geloof ik al aardig de weg op van even eng
van geest, even kleinburgerlijk, even zelfingenomen
te worden als het kwalijke deel van het Neder
landse volk.
Want Tong Tong is voor „ONS", gerepatrieerden
in Holland, geschreven. Onze broertjes en zusjes,
die in Australië, Amerika, de West, Nw. Guinea,
enz. enz. zitten, die tellen niet meer mee. En zeker
niet onze broertjes (ook „loten van Neerlands
stam") in Indonesië, want voor de spijtoptanten
spannen we ons maar matig in.
Nederland is „de-beste-van-de-allemaalste-land" en
al die landen die wel eens verkeerde dingen doen
tegen Nederland (althans zo willen we het zien),
dat zijn allemaal valse landen, waar je niet genoeg
op kan mopperen. Emigranten (dus ook Neder
landers die destijds naar Indië gingen), dat zijn
„avonturiers". Hoe gauwer je ze vergeet hoe beter.
Hey, brothers what's wrong! Zijn we onze eigen
historie vergeten? Zijn we vergeten dat wij des
tijds ook vergeten waren, die altijd ongelijk hadden
in disputen met Holland? Dat hier zelfs zulke
spreekwijzen konden ontstaan als „Oost Indisch
doof" omdat wij in Indië niet meer baten opstuur
den naar Holland? En gaan we nu datzelfde spel
letje spelen? Ons ook op de borst rammen als
supervolkje en wie anders denkt, is slecht? Zijn
we dus eindelijk „geassimileerd?"
Dan zijn we naar beneden toe geassimileerd, mijn
waarden. Want de werkelijke grote Nederlanders
zorgen voor onophoudelijk contact met de wijde
wereld, die bouwen elders hun maatschappijen op
zijn regelmatig op reis in de hele wereld voor het
vinden van breder, ruimer contacten. Zij, herhaal,
zij zorgen dat Nederland groot blijft onder de
volken. Niet de angstige moppergrage vitterige
mensjes hier.
Bedenk goed: Tong Tong is persé niet geschre
ven voor dit gezapige clubje hier. Tong Tong is ge
schreven voor de Nederlander van wijder allure,
van groter incasseringsvermogen, van moediger zelf-
critiek, van ongelimiteerde ondernemingslust.
Luister goed: Tong Tong is óók geschreven voor
mijn broer in Pasadena, mijn zoon in Indiana,
mijn jachtgenoot in Nw, Zealand, mijn sportmak-
ker in Australië, mijn vliegersobat in Brazilië, mijn
plantersgezel in Ethiopië. Hun stem zal gehoord
worden. Hun volken zijn mijn vriendvolken.
Howgh!
Ik weet wat u bedoelt: u wilt thuis meespelen in
het thuisspel: politiek, religieus, sociaal. LI wilt
ook ijveren voor groter veiligheid op de weg, min-
Kerkhoven en zijn vriend Bessem, zaten in een
ranggon in een bamboestoel, te loeren bij de res
tanten van een hert, door een enorme tijger ver
scheurd. Als extra lokaas was een geitje vastge
bonden, maar dit wou in het geheel niet blaten,
misschien wel door de afschuwlijke stank van de
resten van het hert. Het begon zwaar te regenen,
de tijger liet zich vlakbij horen toen plots een der
touwen, door het vocht, zich begaf en beide ja
gers, met alles wat in de zitplaats lag, naar bene
den tuimelden.
Goede raad was duur, de lamp was kapot. Zonder
lamp door de rimboe, dat ging onmogelijk, dan
maar wachten tot daglicht. Maar toen begon de
geit zeker door het „gezelschap" dat zij zo plotse
ling kreeg, te blaten en de tijger was duidelijk vlak
bij! Het enigste wat er toen te doen viel, was, bij
de m. van iedere „MEEEEH", de bek van de geit
dicht te houden!
LI kunt zich het tableau voorstellen, twee bekende
grootwildjagers, met een geit op schoot, waarvan
telkens de bek dicht geknepen moest worden om
dat zij anders blaatte! En dat alles in de stromen
de regen en de diepste duisternis en geplaagd door
zwermen insecten!
Na afloop, het liep goed af, zeiden zij tegenelkaar:
„Dat noemen de grote jagers nu plezier"!
E. C. K.
gerepatrieerden, en daarom moeten wij niet pro-
Samenvatting van verscheidene brieven)
der belastingen, hoger salarissen, lager melkprijzen,
meer sociale zekerheden, enz. enz. Maar te deksel,
daarvoor bestaan al niet minder dan zeven duizend
bladen en periodieken! Word daêr actief abonnee
van en steek daar flink de handen uit de mouwen!
Maar vraag in hemelsnaam niet aan Tong Tong
om datzelfde spelletje ook nog eens dunnetjes over
te doen. Terwijl daarnaast een veel en veel belang
rijker terrein, dat der „international relations",
waarin wij, verspreid over de hele aarde, een mooie
partij kunnen meespelen, braak blijft liggen.
Ik zweer u, daar zal een eind aan komen: aan
die belachelijke en kleinzielige en domme mening,
dat Nederlanders elders in de wereld niet meer
meetellen. Zij zullen in de Tong Tong-kring mee
tellen. En als ze voor ons onprettige dingen te zeg
gen hebben, dan luisteren wij ook maar eens. Zij
horen al genoeg beroerds door ons zeggen. Rot-
Amerikaan? Het is mijn broer, mijn zoon, uw
broer, uw neef. Zeg daar geen kwaads van! Ik
houd niet van dat koloniale gedoe van „anders
denkenden eruit schoppen". Very bad, zeer on
christelijk, zeer on-Nederlands!
TJAL1E ROBINSON
In één van de bladen van T.T. van 1960 is ver
zocht geworden om iets over het onderwerp:
„PENTOLLEN" te vertellen.
Pentol is in het Indonesisch knop maar het kan ook
zijn knul doch in een beter daglicht bekeken
hoofdman. Djago pentol is „mannetjesputter" Pentol
ketjap is in iets smalender uitdrukking een „nietsnut",
nozem. Nog een andere uitdrukking in „het van
der Steurs": „Hots die vent pentol, hij nda ken be
grijpen ik, hij moet krijg meer „djedjak en patak"
(schoppen en tikken op het moede hoofd voor
zijn stommiteiten.)
Een heel andere leuke bezigheid nl. het zg. „domi
nospelen" je kent dat spelletje wel (dit in kaartvorm
van 2}/2 x 6 cm groot en in 't midden 'n middellijn
dat met dubbel 0 (blanco) begint en zo verder op
klimt van 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6 en de kaart
met het grootste aantal ogen de „beruchte dubbel
zes" vooral bij kaarten om strafpunten a 1 cent
per oog direct een 12 cent of meer punten kan
kosten, dit naar gelang je „overtollige kaarten"
in de hand hebt die niet ingepast kunnen worden.
Bijlappen natuurlijk, want je kunt moeilijk voor
de gezelligheid om de knopen van je broek spelen.
Het spel opzich zelf is zeer gemoedelijk, maar dit
„verkapte gezelligheidsspel" kan zich ontaarden
in een ware „goklust" die gespeeld moet worden
door een „team" bonafide „Pentolers die bij
zonder luidruchtig kunnen worden, dan moet je
horen welke goktaal er gebezigd wordt. Nadat de
nieuwe kaarten voor de dag worden gehaald,
wordt er geloot onder de vier spelers wie het
hoogste aantal ogen trekt hierna geklutst en daar
na verdeeld, naar gelang van de afspraak het aan
tal kaarten per persoon gegeven kan worden
en begonnen wordt vaak met dubbel „0" en
volgens de wijzers van de klok gewerkt moet wor
den.
Hier volgt dan een samenspel of samenspraak van
gokkers „Ajo. Jan je moet nog „potten" vijf cent"
maar. Piet zegt, bole jij ik al betalen, Allah, zegt
Piet belom Njo, akoe toch taoe, mosoh toch,
maafkan ik sudah lupa, moet je horen zegt Klaas,
litjiek betoel, stil maar zei Wimpie, mulai dan en
met veel passen en meten gaat de eerste ronde af,
met een restant 20 cent pot met het voordeel van
Piet, die uitgespeeld is. Klaas moet vaak passen
omdat hij geen passende kaarten heeft, je moet
niet loeren Njo, adoe ik al roegi, mijn kaarten
sial deze dag.
Naarmate de pot groeide hoe meer fanatisme er
ontstaat in de gelederen van de „pentollers". Itu
dia, mijn pentol sudah kluar (mijn dubbele zes is
er uit) ajo Jan jij niet maffen, djangan suffen toch,
jij ook Piet ken niet rustig „main-main kaki (spel
met de voeten) wah ik krijg dors zeg, Iboe koppie
nja, éh apa ini, (he wat is dit) wie jang nog niet
bijlappen „kurang adjar" die klaas, hij stil-stil,
kira2 Jan zegt Klaas, ik al roegi en intussen pa
relde het zweet hem, Klaas langs het gezicht, ik
zal maar bijlappen, djangan bikin ribut, wiens
beurt nu, Piet kwam in aktie en sluit met 5/6,
ik hoor slechts „pérrek die Piet" een kleine pijn
lijke stilte volgt en dan volgt een hysterische kreet
van Klaas, „betul Piet" ik dapet pot mijn „pentol"
dubbel zes bukan sial, hij is geëindigd met dubbel
zes, een vette pot van bijna een tientje kan Klaas
wel hebben, untung jij Klaas, tapi eerlijkheid
duurt het langst. Iboe, kassi kipasnja (waaier) bu
kan main ik al „sneeuwen" (zenuwachtig) Jan,
Piet en Wimpie konden het best indenken dat
Klaas het bijzonder warm heeft, Iboe bracht de
koppie en pisang goreng en Klaas trots, Ibu voor
buang sial (om voorspoed) één „pop" presén en
voor Ina voor de redjéki (geluk) een ringgit van
Njo Klaas en voor de „pentollers" een gratis „kop-
pi toebroek" (zwarte koppie met rode suiker,
(gula klappa)
Hier eindigt dan het pentolverhaal van Jan-Piet
Klaas en Wimpie, met veel herrie, maar ook met
veel „redjekie" voor Klaas. Gokken is geen goede
eigenschap, maar een onschuldig „pentollen zoals
deze in huiselijke kring is mogelijk wel toegestaan,
geef het volk brood en spelen, al is het pisang
goreng en koffie en onschuldig „domino' alias
Pentol.
SAM