Verwachting
„STICHTING TONG-TONG"
KRANTENBERICHT...
Minister Beerman
en zijn beleid
17 JUNI 1961
5
Zij die geregeld de Redactie binnen komen lopen
en ook de leden van de Kulturele Kring weten zo
langzamerhand wel van het bestaan van de Stich
ting Tong-Tong, maar wij komen tot de ontdekking
dat het stuk waarin de oprichting van deze Stich
ting door ons aan onze lezers bekend werd ge
maakt, door de overvloed van kopij in de laatste
maanden, èn door de drukte ook, is blijven liggen
en dat men in brede kringen nog niet van deze
Stichting weet, en wat haar doelstellingen zijn.
Ook nil hebben we nog zoveel kopij liggen, maar
wij menen nu toch niet langer te kunnen wachten.
Anders is het heus basi!
Op 7 October 1960 dan werd de Stichting Tong-
Tong in Den Haag in het leven geroepen. Haar
doel is het wekken en instandhouden van be
langstelling voor de geschiedenis van de Neder
lander in het voormalige Nederlands-Indië en het
tegenwoordige Indonesië, teneinde uit de hernieuw
de belangstelling voor dit deel van de Nederland
se historie nieuwe ideeën te scheppen voor onder
nemingen op economisch", cultureel en sociaal ge
bied in de tropen.
Zij tracht dit doel te bereiken door:
I. het stichten en in stand houden van een ar
chief, bibliotheek en museum om daarin onder
te brengen:
a. alle thans verspreid liggende particuliere ar
chieven;
b. documenten, manuscripten, dagboeken, weten
schappelijke studies, kunstvoorwerpen, kaar
ten, prenten, tekeningen, foto's, enzovoort;
II. het uitgeven van boeken, brochures en andere
drukwerken en/of het medewerking verlenen
aan deze uitgaven;
III. het gebruik maken van en zonodig het ver
lenen van steun aan het tijdschrift „Tong-
Tong" als belangrijk contactmiddel voor het
verzamelen van gegevens van historische waar
den uit de tropen voor de Nederlandse samen
leving;
IV. de repatriant op te wekken tot een nieuw en
werkdadig leven van geestdriftige medewer
king aan dit streven;
V. het verstrekken van premies, beurzen en sub
sidies aan studenten, die promoveren op on
derwerpen betrekking hebbende op het in ar
tikel 2 (de doelstelling) bedoeld gebied;
VI. het verlenen van steun aan instellingen en per
sonen, die hetzelfde doel als de stichting na
streven.
De stichting tracht haar streven ruime ingang te
doen vinden door publicaties via pers, radio, tele
visie, voordrachten, lezingen, toneel en film, en het
houden van exposities.
U ziet dus: een veelomvattend programma, dat
zeker niet één twee drie te bereiken is, en dat véél
tijd èn ook véél geld zal kosten, maar in de eerste
plaats véél daadkracht en offers van velen!
Voorzitter is de heer J. J. Jiskoot, Secretaris Mej.
Mr. H. C. L. van Maarseveen, Penningmeester Mr.
W. Jacometti, terwijl voorts in het Bestuur zitting
hebben de heren E.A.C.den Hamer, F.H.Nieuwen-
huyzen, Mr. G. Ch. Twijsel, J. Thomassen a Thues-
sink van der Hoop, R. Nieuwenhuys en J. de Vogel.
Administrateur van de Stichting is Tjalie Robinson.
Haar adres is: Prins Mauritslaan 36, Den Haag,
Tel. 54 25 42. Voorlopig gironummer 66">5.
Wij zullen nog wel nader op de Stichting en haar
plannen terugkomen, en willen deze korte medede
ling besluiten met de wekroep aan U allen om haar
te steunen zoveel U kunt. "Wij slaan op de Tong-
Tong.
In de nabije toekomst zal het lot van Nw. Guinea
(en daarmee ons lot) worden beslist.
De vraag is: van welke kant zal het constructieve
element in de beslissing komen?
Ik geloof niet van onze kant. Met een Kabinet, dat
„kans ziet" jaar na jaar voort te sukkelen met wa-
tertje-in-wijntje-doen, met af en toe een ministertje
te laten vallen, dat t.a.v. Nw. Guinea telkens weer
andere „voelhorens uitsteekt is niet veel te ver
wachten. Wat het Nederlandse volk betreft: als wij
straks horen dat een snelle opvoeding tot zelfstan
digheid van de Papoea ons vele honderden mil-
lioenen guldens zal gaan kosten; als wij veiligheids
garanties voor de Papoea zullen moeten opbrengen
in zware defensieverruimingen, dan zal de animo
voor een hoogmorele rol wel snel luwen!
Aan de andere kant houd ik staande dat Indonesië
zich in steeds sneller tempo vernieuwt. Wie de
laatste jaren goed opgelet heeft, ziet in de keuze
van ministers, ambassadeurs, kabinetten, voortdu
rende afrekeningen met het oude en bewuster rich
tingkeuze naar solider binnenlandse en buitenlandse
politiek. Ik verwacht dat rondom 17 augustus we
derom opzienbarende vernieuwingen zullen komen
in de leiding van de Indonesische Staat.
Indonesië wordt minder rancuneus, minder klein
zielig, maar ook onbuigzamer in een eensgekozen
standpunt. Constructief werk komt van die kant.
Dit is een toekomstverwachting. Als ik mij straks
vergist blijk te hebben, „batjok mij. Maar ik ge
loof dat we ons af en toe toch moeten durven
wagen aan een prognose, i.pl.v. eeuwig alleen maar
na-babbelen over het verleden, terwijl we t.a.v. de
toekomst alleen maar lamlendig kunnen schok
schouderen: „Tja wat kome, dat kome
Calcutta. 20 juli (UPI). De wereld beweegt zich
snel naar een toestand van wanhoop en vernieling,
die zijn toppunt moet bereiken op ongeveer 4 fe
bruari 1962.
Deze climax zal nochtans geen ondergang der
wereld zijn.
De sterren, deelden de astronomen heden mede,
leiden de wereld naar rampen zoals de wereld nog
nooit gekend heeft: watersnoden, aardbevingen,
epidemieën, hongersnoden, burgeroorlogen, wette
loosheid en iedere andere denkbare vorm van wan
orde. En tussen 3 en 5 februari zullen de ramp
spoeden hun culminatiepunt bereiken, ja sommige
sectoren op de wereld worden door volkomen ver
nietiging bedreigd.
Tussen deze data immers, aldus deelden de astro
nomen mede, zal de nootlottigste combinatie van
standen plaats vinden van zon, maan. Mars Mer-
curius, fupiter, Venus, „the Dragons Tail en Sa-
turnus.
De huiveringwekkende voorspellingen werden ge
daan door 20 leidende astronomen van Calcutta op
een persconferentie,welke was belegd door de In
diase Astrologische Society, omdat zoals de
astronomen het formuleerden zij het een plicht
achten de gemeenschap te waarschuwen.
Tot zover het krantenbericht. Een beetje beteuterd
zouden wij willen zeggen: „Nou-nou, Djojobojo is
er een kind bij!" Maar we hebben wel afgeleerd te
spotten met „fabels uit het Oosten
Dit is een typisch Oosters bericht: van een samen
komst van astronomen en astrologen, iets dat in het
wijze Westen gelijk staat met het samenkomen van
doktoren en kwakzalvers! Ook al blijven wij voet
bij stuk houden en alle „bijgeloof" uitbannen, wij
moeten vaststellen dat Christenen de laatste decen
nia met grote aandacht het boek van de Openba
ringen steeds weer herlezen, en dat het met de oor
logen en oorlogjes in de laatste jaren de spuigaten
uitloopt! Om van andere rampen, misdadigheden,
enz. nog maar niet te spreken!
Een reden te meer om ons te bezinnen, koppig te
blijven bouwen aan onvernietigbare waarden als
Godsvertrouwen, zelfvertrouwen, vriendschap, of
fervaardigheid, trouw, branie en ondernemingslust.
Ook al zullen al deze daden verstrooid worden als
zaadpluisjes op de wind ergens zullen zij neer
komen en ziet: bloementuinen en akkers zullen ver
rijzen met nieuwe hoop en nieuw geluk. Want elke
nacht brengt een nieuwe dag.
Een nare smaak in de mond, dat is wat achterblijft
na het aanhoren van het verweer van Minister
Beerman op de aanvallen die hij te verduren had
n.a.v. zijn beleid t.a.v. de spijtoptanten.
Zijn beleid, dat het beleid van het gehele Kabinet
heet te zijn. Dat echter schitterde door afwezigheid.
Een feit dat terecht door enkele Kamerle
den werd gehekeld.
Maar de wijze waarop Mr. Beerman dit beleid ver
dedigde, nogmaals: deze gaf een nare smaak in de
mond. Dat daarin het menselijke zoek was, nou ja,
dat kan wel meer gebeuren in een Regeringsbeleid.
Maar de vileine opzet ervan, die was erger. Zijn
verdediging, neerkomende op de hoge kosten van
de repatriëring en de woningnood, was er op ge
richt welbewust? om bij het gehele Neder
landse volk gevoelens van wrevel op te wekken
t.a.v. mede-stamgenoten. Juist nu ons volk in meer
brede lagen dank zij de voortreffelijke T.V.-uit-
zending van de N.C.R.V. geconfronteerd is met de
juiste betekenis van de zaak waar het om gaat,
zegt deze Minister dat door de spijtoptanten toe te
laten zoveel huizen door hen zullen worden bezet,
die nodig zijn voor de Nederlanders zelf!
Het was overigens hetzelfde rookgordijn dat hij
optrok als destijds, om de kern van de zaak te ver
doezelen. Een opsomming over het aantal gerepa-
trieerden dat hier is opgenomen en waarvoor de
Regering f 365 milloen heeft uitgegeven Z.E. zei
er terloops wel bij dat hierin voorschotten zitten
(die zoals wij allen weten tot de laatste cent wor
den ingevorderd!) maar dit valt waarschijnlijk in
alle persverslagen weg, en het volk denkt dan: zie
je wel! en het noemen van een aantal van 24000
woningen dat door deze gerepatrieerden is bezet
was kennelijk bedoeld om het hele Nederlandse
volk te doen weten hoe goed het is geweest t.o.v.
deze landgenoten die uit hun bestaan gestoten,
genoodzaakt naar Nederland te komen zulk een
zwaar offer van Nederland hebben gevraagd.
Maar economisch bekeken zouden wij wel eens
willen weten of er van zulk een offer wel sprake
is. Hebben de gerepatrieerden niet in het gehele
economisch leven van Nederland een dermate groot
aandeel geleverd en doen zij dit niet dagelijks
nog dat instede van een „offer" van f365 mil-
lioen er sprake is van een economische „inbreng"
van minstens f 500 millioen?
En wat die 24000 woningen betreft, hoeveel daar
van zijn éigen huizen, gebouwd met de laatste cen
tjes om een dak boven het hoofd te hebben, die an
ders niet gebouwd zouden zijn? Ook hiermede is
een bijdrage geleverd aan het sociaal en econo
misch leven van Nederland, dachten wij.
Neen, deze Minister, „maar een eenvoudig jurist"
naar hij zelf zei, heeft zijn spel gespeeld op een
manier die van óns geen bewondering kan af
dwingen. Integendeel! En de rassendiscriminatie
waarvan hij bij een vorige behandeling van de
zaak der spijtoptanten beschuldigd werd, wel die
schijnt zo te zien bij deze bewindsman zéker aan
wezig te zijn. Dit komt althans uit zijn betoogtrant
wél naar voren!
W. VAN MAARSEVEEN
Wie van onze economen wil dit eens napluizen?
50-jarig bestaan van de Vereniging
»MADJOE«
Overhandiging van het Gedenkboek van het
K.N.l.L. door de Voorzitter van „MADfOE" aan
de Vertegenwoordiger van Z.K.H. Prins Bern-
hard op 17 juni j.l. tijdens het congres t.g.v. het
50-jarig bestaan van de Vereniging „MADfOE"