Wilde varkens in Australië r TAAL „VRUCHTBAAR ONDERWIJS" 6 Wilde varkens komen bijna overal voor in de uitgestrekte staat Queensland. Men noemt ze wilde var kens, maar in werkelijkheid zijn het echter verwilderde tamme varkens, die van de farms zijn losgebroken. Men treft ze in allerlei kleuren en lichaamsvormen aan. In sommige streken worden ze geteld in kudden van wel 300 tot 400 stuks en richten zo n enorme schade aan, dat de Regering in de meeste dis tricten een minimum premie (bonus) betaalt van /2/6 per snuit. Vele landeigenaren verdubbelen dit bedrag en dit brengt dus de waarde van een skalp op 5/- sh. met een maximum van 7/6 sh. Een gemiddelde van circa 2 gulden per snuit. Een goed schutter verdient dus op deze manier een goed loon met dat schadelijk wild uit de weg te ruimen. De meeste varkens worden geschoten in de win termaanden, als vele jagers er op uit trekken om kangeroes voor de huid te schieten. Niettegen staande het enorme aantal, hetgeen op deze maniei wordt verdelgd, neemt het leger varkens zo schrik barend toe, dat men er toe is overgegaan om ver gif te gebruiken. Het vlees wordt alhier zeer weinig gegeten en het is werkelijk een ergernis en schandelijk om te zien hoe men hier elk jaar duizenden tonnen goed eet baar vlees teniet doet gaan. En dit, terwijl men in andere landen zo'n groot tekort heeft aan vlees. Het betreft hier niet alleen wilde varkens, maar ook wilde geiten, karbouwen, hazen, herten, kan- garoe's, enz. enz. Wij jagers van Indonesië zijn nu de eersten die dankbaar en nuttig gebruik ma ken van deze overvloed van hoogwaardig vlees. Wij zijn er van overtuigd, dat de andere natio naliteiten alhier, in de nabije toekomst dit voor beeld zullen volgen. Ook zal men in Australië het op de Indische manier bereiden (dendeng) en ge conserveerde vlees leren eten en waarderen en zo danig een macht geschapen worden en zelfs een mogelijkheid bestaan voor export naar bv. de Azia tische landen. In ieder geval vonden onze pogin gen luide bijval bij de landeigenaren, die ook graag zien dat er beter gebruik wordt gemaakt van het wild, instede van zinneloze vernietiging. Op velerlei wijze doen de wilde varkens schade aan de farmers. Alhier enkele voorbeelden: 1. Vernieling van de omheiningen romdom de farms (die circa £250.per mijl kosten). 2. Het verorberen van duizenden lammeren per jaar. 3. Vernieling van het staande gewas. 4. Vernieling van de toevoerkanalen, die alhier van vitaal belang zijn in dit droge land. 5. Erosie van de grond. Om de premie uitbetaald te krijgen is het nodig, neus en staart af te snijden en die in te leveren op het Districtskantoor. Alhier laat de jager zijn naam en adres achter en krijgt na verloop van twee tot vier weken een cheque opgestuurd. Het is na tuurlijk een min of meer stinkende geschiedenis, vooral als men een grote hoeveelheid snuiten en andere scalpen tegelijk inlevert cn de meeste kler ken op de Districts-kantoren zien er tegen op om zo'n sterk riekende zak met varkenssnuiten, enz. te controleren en een telling te houden. Van dit feit hebben enkele sluwe jagers misbruik gemaakt en dit uitgebuit. Er is nl. een grote gelijkenis tussen gedroogde abrikozen en de gedroogde verschrom pelde varkensneuzen. Zo besloten ze dus een hoe veelheid gedroogde abrikozen met de sterk rie kende massa neuzen in de zak te mengen en ver kregen zodoende minstens twee maal zoveel aan premies. Na verloop van tijd moest deze praktijk natuurlijk aan het licht komen, zodat de heren klerken nu gedoemd zijn om de bewuste controle en telling uit te voeren. Andere diersoorten waarvoor premies betaald wor den zijn o.a. de vos 7/6 per scalp; de wigstaart arend 5/-; de kraai 1/-; de dingo 20/-; wilde ezels en paarden 10/- enz. enz. Dit is het bedrag hetgeen is vastgesteld door het Gouvernement. De landeigenaren in bepaalde re gionen besloten deze bedragen te verhogen om het meer aanlokkelijk te maken voor de jagers en trappers. Het gevolg hiervan is dat men pre mies ziet uitgeloofd van bv. 7/6 voor wilde var kens; 15/- voor wilde paarden en ezels; £25. voor dingo's; 2/- tot 5/- voor kangeroes. 5 voor arenden. In het Westen alwaar water schaars is, maakt men o.a. gebruik van vallen om de varkens te vangen. Men heeft hier nl. grote waterreservoirs gebouwd alwaar men in de regentijd het water vergaart. Minstens eens per dag begeeft het wild zich naar deze reservoirs voor hun dagelijkse quantum drinkwater. Alhier bouwt men nu ste vige vallen en gebruikt karkassen van kangeroes als lokaas. Zo worden wel 15 tot 20 varkens per dag gevangen. Soms is er een afzetgebied voor de kleinere varkens die men dan in de varkensfokke rijen verder opfokt (vetmest). De groteren worden ter plaatse afgemaakt en al het vlees wordt ver spild. Laten we hopen, dat dit in de toekomst zal veranderen en dat het dan aangewend zal worden om onze zo hongerige wereld te voeden. Deze verwilderde varkens kunnen niet ongevaar lijk genoemd worden, aangezien de gevallen, dat onervaren jagers aangevallen werden, legio zijn. Met de nodige ervaring, koelbloedigheid en ge duld bij het besluipen van het wild, kan men ech ter met een 22 long rifle buks binnen een afstand van 30 m de grootste ever neerleggen met een goed geplaatst schot. Men heeft dan ook nog het voor deel, dat de zachte knal van deze lichte buks het overige wild niet alarmeert, zoals altijd het ge val is met zware kalibers. Op deze wijze kan men dan 5 tot 6 varkens uit een groep wegschieten. Hoofdzaak is een goede dekking, zodat men ze ongezien kan benaderen en dan verscholen blijven totdat het laatste schot gevallen is. De wind speelt hier natuurlijk zoals altijd een grote rol. Van de verschillende rassen die in Queensland verwilderd voorkomen noem ik hier de meest voorkomende op; 1. Groot-Yorkshire; 2. Berkshire; 3. Tamrooth; 4. Duits landvarken. De grote ever op de bijgaande foto is een wilde Tamrooth, had een totale lengte van 2 m 10 en was prachtig roodbruin van kleur. Ik schoot het op een grote schapenfarm (oppervlakte 160.000 acres) alwaar ik toen werkzaam was als beroeps jager. Ik velde de reus, de derde dag na aankomst en dit nadat de eigenaar mij plechtig had verze kerd dat er geheel geen varkens meer op zijn landgoed voorkwamen. De laatste was 15 jaar ge leden onschadelijk gemaakt, zo beweerde hij. Groot was dus de consternatie toen ik hem dit nieuws bracht. Hij pakte zelfs zijn vrouw in de wagen en snelde naar de bewuste plek toe om het ge vaarte te bewonderen. Op het moment dat ik hem schoot, was het grote varken bezig grote stuk ken klei uit de wal voor een goot te hakken, op zoek naar voedsel. Deze goot voerde water aan van een artetische put en had een totale lengte van 40 mijl. Op deze wijze nu kunnen varkens het water in die mate divergeren, dat het vee verderop geen of althans niet voldoende water toegevoerd krijgt. In ieder ge val is dit een oude solitair geweest, en eentje die slim genoeg was om zich te onttrekken aan de spiedende ogen van de landeigenaar en zijn 6 cow boys. Op dit landgoed was ik speciaal aange steld om het grote aantal kangeroes te decimeren, zodat er genoeg gras over zou blijven voor de schapen. De roo s kwamen hier in zulke getalen voor, dat ik in staat was zonder noemenswaar dige inspanning er gemiddeld 225 per week te schie ten. Maar hierover echter later in een ander artikel over de jacht in Australië. Groeten aan alle Tong-Tongers van J. H. LUURS „Het gebruik van opvallend veel vreemde woor den in Uw blad wijst toch op slechte taalbeheer sing. De Europese levende en dode talen en dan nog Indonesische erbij. Het kan niet bonter! Móét dat nou:'" X ..Als Nederlander die nooit het voorrecht heeft ge had in Indonesië te zijn geweest, verbaas ik mij over het grote gemak waarmee U en Uw mede werkers zich in verscheidene talen uitdrukken kun nen, waardoor Uw blad een grote beweeglijkheid van geest krijgt en mij het gevoel gegeven wordt van „wereldburger" te zijn. In het begin miste ik de vertalingen wel, maar ik begin er langzamer hand in te komen. Het is mij overigens wel opgeval len dat er haast geen Duitse woorden in Tong- Tong voorkomen. Antipathie! En daarom mis schien ook geen Japanse woorden? C.C.J.M. Nanni? Itsji- ni- san- si- go- rokoe- sitji- hatsji- kioe- djioe. Bakero! Oranda djoto-nai! Sssss - C. C. M. djoto-kah. Ssss-Saudara Tjariekah. Arimas! De zonsverduistering De meeste kinderen hebben naar de T.V. geke ken en de moeilijke les over de zonsverduistering proberen te volgen. In aansluiting daarop wilde ik even polsen, wat de kinderen van de 3e klas lagere school hiervan hadden opgestoken. Het was verbazingwekkend, hoe sommigen het natuurver schijnsel tot in details wisten uit te werken. Pracht- tekeningen met uitleg werden heel gedecideerd op het bord gekrabbeld. Alle oogjes schitterden van enthousiasme en ge leerdheid. Met voldoening deelde ik de opstel schriften uit en mei: ,,Nu kun je heerlijk alles vertellen, wat je ervan weet". Ik was vol ver wachting. Maar ach, mijn gespannen verwachting zakte als een doorgeprikte ballon in elkaar, toen ik na een vermoeiende dagtaak mijn eerste schrift in mijn kostbare na-schoolse-tijd nakeek. Er stonden slechts drie regels: De zonsverduistering. In school heb (dit is „zui ver" Amsterdams) de juf over de zonneduister gepraat. Gelukkig heb ik t heel goed begrepen, want ik zag vemorge een groene en een zwarte boom". Bagaimana dong??? Mevr. BASTIAANS Links: Deze enorme ever (lengte 2 m 10. kleur roodbruin) schoot ik met een Brno 22 long rifle. Rechts: Hier ben ik bezig het vlees uit te snijden van de geschoten kangeroo's en wilde varkens. Een reeds met vlees gevulde drum staat naast mij.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 6