120 VAN ARCKEN 120 jaar Trouw - Branie - Ondernemend CURIEUS Jos van Arcken 7 L. v. Meerdervoort 520, Den Haag DJL. SEGARA 11 - DJAKARTA Op deze foto, die in 1941 ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan gemaakt werd. ziet u vier generaties Van Arcken: in het midden de stichter Grootvader, C. G. F. van Arcken, geflankerd door zoon (Ed. C. van AckenJ, kleinzoon fosen achterkleinzoon. Emigranten worden vaak met een scheef oog be keken. Zeker als ze hier een goede baan hebben en ogenschijnlijk alles wat hun hartje begeert en dat alles zomaar opgeven voor het ongewisse in een vreemd land. En dat terwijl wij nu toch in een mo derne tijd leven, „ruimdenkend" zijn en zo. Iedere vacantie kunnen wij naar het buitenland, reizen kan tegenwoordig zo gemakkelijk dat het bijna pro zaïsch is geworden. Maar niettegenstaande dit alles vindt „men" zelfs nu nog degene, die het avontuur zoekt en alle zekerheden van hier opgeeft voor een ander onbekend land gewoon „gek". „Hoe zal men een eeuw geleden zo'n rare sinjeur gevonden heb ben", was de eerste gedachte, die bij me opkwam, toen Jos van Arcken mij de geschiedenis van zijn zaak vertelde, die nu al 120 jaar bestaat en dus wel verdient eens in het zonnetje gezet te worden. Van Arcken, ik hoef het geloof ik al niet eens meer te vertellen, is een van de oudste Juweliers en Horlo gemakers geweest in Indië. En het ontstaan van deze zaak in Indië hebben wij ook te danken aan „zo'n raar geval". Grootvader Van Arcken had hier in Nederland n.l. een bloeiende zaak, eerst in Deventer (opgericht in 1841) en later in de Kalverstraat in Amsterdam. Het was beslist een zaak van naam, want er waren goede relaties met het hof: daarvan getuigen ver scheidene oorkondes, o.a. één heel bijzondere gete kend door Napoleon III en op 18 april 1854 wordt „vergunning verleend tot het voeren van het Koninklijke Wapen". Wat kon hij zich meer wensen. Nog een paar jaar werken en dan rentenieren. Maar neen, op een goede dag geeft deze Van Arcken dit allemaal op en gaat in 1861 met zijn hele gezin naar Indië. Hij moet toen ongeveer 45 jaar geweest zijn. Voor die tijd toch al behoorlijk op leeftijd. De reis alleen al was een waagstuk, want de tocht werd gemaakt per zeilschip en men voer natuurlijk om de Kaap, het Suezkanaal dateert immers pas van 1869. Maar het bleek, dat hij „goed gegokt" had. Het duurde niet lang of ook in Indië had Van Arcken een bloeiende zaak (in Batavia), die weldra grote bekendheid zou krijgen. In 1862 al vervaardigt Van Arcken juwelen, kroonsieraden, gouden en zilveren sabelscheden, sirihdozen, plaques en orde tekens voor de hoven van Solo en Jogja. Een merk waardig feit, als U bedenkt dat de inheemse smeed kunst op een hoog peil stond. En niet alleen van Java ook van elders komen de opdrachten. Een document in authentiek Siamees schrift verklaart Van Arcken tot Hofleverancier van het Siamese hof. Als in 1885 de stichter komt te overlijden zet zijn oudste zoon de zaak voort. Het is ook deze zoon, die een filiaal in Soerabaia begint, wanneer de jongste zoon Eduard C. van Arcken, de vader van Jos van Arcken, de leiding van de zaak in Batavia krijgt. In deze tijd telt het bedrijf al 120 man per soneel. Wel een verschil met nu; in de winkel wordt Jos geassisteerd door zijn vrouw, maar al het reparatiewerk doet Jos alleen. Hij kan het nog net af, maar in de toekomst zal er beslist een kracht bij moeten komen. Ons gesprek gaat daarom gezellig tussen de bedrijven door. We zitten achter de win kel echt Hollands om de huiskamertafel met om ons heen het tikken van, voor mijn gevoel ontelbare, klokken. Op een gegeven moment blijken we aan hetzelfde te denken, want nog voor ik de vraag heb uitgesproken zegt de heer Van Arcken: „Tja, ik weet eigenlijk ook niet waarom mijn Grootvader toendertijd naar Indië is gegaan. Het is onbegrijpe lijk. Hij had waarschijnlijk wat ze in die tijd een pioniersgeest noemden." We kijken naar het -na tuurlijk door Woodbury and Page gemaakte por tret van deze merkwaardige man en ik constateer dat Jos sprekend op hem lijkt. „Ja, vroeger speelde ik nog al veel toneel en toen ik mij eens voor een bepaalde rol een baard moest aanmeten, schrok ik van mijn eigen spiegelbeeld, zo sterk was de ge lijkenis". Ik geloof dat Jos behalve het uiterlijk ook de pioniersgeest van zijn grootvader heeft geërfd. In 1936 werd hij de leider van de zaak, maar niet voor lang, want bij de inval van de Jappen in 1942 werd hij geïnterneerd en overgebracht naar Pakam- baroe op Sumatra. Zijn vrouw dreef de zaak zo goed en zo kwaad als het ging, maar kon toch niet voorkomen dat er een paar maal geplunderd werd. Het kwam er in ieder geval op neer, dat na de oor log alles weer van de grond af moest worden op gebouwd. Invoer van horloges en onderdelen uit het buitenland was maar beperkt en dat werd er met de jaren niet veel beter op. Toen begon in december 1957 de uittocht van de Hollanders. Ook voor Jos van Arcken kwam in mei 1958 het moment dat hij zijn zaak in Batavia, die nu nog steeds onder zijn naam bestaat, al heeft hij er geen enkel financieel voordeel meer van, moest verlaten. Er is dan werkelijk „pioniersgeest" voor nodig om hier wéér opnieuw te beginnen, want dat is in dit veilige, goed-geregelde Holland lang niet zo eenvoudig als het wel lijkt. „Wilt U een zaak beginnen in Den Haag? Onmogelijk! Gaat U maar naar Limburg of Brabant, daar is plaats genoeg." Het heeft de heer Van Arcken wel kracht gekost de Gemeente er van te overtuigen, dat hij als „oud-Indischgast" alleen in Den Haag de beste kans maakte zijn oude klantenkring weer terug te krijgen. En men is hier tenslotte gezwicht voor het feit, dat Van Arcken oorspronkelijk in Holland was begonnen en ondanks alle stormen zijn goede naam en zelfstandigheiid meer dan een eeuw had weten te bewaren. Jos van Arcken kocht een woonhuis aan de Laan van Meerdervoort en liet een ge deelte ombouwen tot bedrijfspand. 1 november '58 werd de zaak officiëel geopend (voor de derde keer!en op het ogenblik bestaat 80 van zijn klantenkring uit oud-Indischgasten. „En nog steeds ben ik zelfstandig. Liever kleine baas dan grote knecht is altijd mijn devies geweest. Ik heb vaak genoeg aanbiedingen gehad. In Indië wilde een van onze grootste concurrenten ons op kopen, maar ik heb geweigerd. We zijn nog steeds geen N.V. en we bestaan nu al 120 jaar. En bij leven en welzijn moet hij er maar 200 jaar van ma ken!" zegt hij met een knikje naar zijn middelste Op de grote tentoonstelling CURIOSA van de Vereniging van Verzamelaars die straks van 4 tot 13 augustus in de Houtrusthalllen in Den Haag ge houden wordt zal ook Tong Tong ineen stand aan wezig zijn. Bien étonné de se trouver ensemble met suikerzakjes en sinaasappelvloeitjes zult U zeggen? Ja én neen. Iedere tentoonstelling is au fond een verzameling. En de Stichting Tong-Tong zal een kleine verzameling exposeren van allerlei voorwer pen die op ons leven in het oude Indië betrekking hebben. Gedeeltelijk echt oosterse voorwerpen, die wij daar ook om ons heen hadden en gebruikten, zoals de tempolong en de gendi, maar toch ook b.v. de olifantstand, jachttrofee van de Bestuursamb tenaar die prijkte in zijn binnengalerij, en als wij dat kunnen bemachtigen het sleutelmandje van de njonja besar, dat zij altijd met zich meedroeg, op weg naar de goedang om de bras en andere be nodigdheden voor de maaltijd uit te geven, en dat zij naast zich had staan als zij in de koele voor galerij achter de neergelaten krees zich op de hoog te stelde van wat de nieuwste Gracieuse in de trom mel op het gebied van de mode voorschreef, zodat zij straks aan Djeit de nodige instructies kon geven. Er zullen ook foto's van Tempo Doeloe zijn, die een beeld zullen geven van hoe het vroeger was. Ook ons blad zal in deze stand vertegenwoordigd zijn en men zal kunnen zien hoe onze abonnees, verspreid over de gehele wereld, met ons mede leven. De boomerang uit Australië, de hangmat uit Suriname, de Javaanse popjes uit Indonesië, het voorouderbeeldje uit Nieuw Guinea, kortom alle presentjes die wij in de loop dezer laatste jaren mochten ontvangen, zullen daarvan getuigen. Tijdens de tentoonstelling zal er ook een zg. In dische Dag worden gehouden. Hein Buitenweg zal dan een causerie houden met vertoning van dia's uit Indië, René Adeboi zal gamelan spelen op de piano en met eigen gitaarbegeleiding Indische en Indonesische liedjes zingen, andere evenementen zijn nog in voorbereiding. Wij wekken al onze lezers op om de tentoonstel ling zéker tijdens deze dag (waarschijnlijk 8 augus tus) te bezoeken. Let op de advertenties van Curiosa! zoon. „Hij heet trouwens Gerard naar zijn over grootvader." Gerard lacht wat verlegen, maar als ik hem vraag of hij wat voor het werk voelt knikt hij enthousiast van ja. De oudste zoon, die op de foto als kleine baby op de arm van papa zit, is naar Amerika geëmigreerd. Alweer die pioniersgeest?! „Helaas laten de financiën het nog niet toe, dat ik er dit lustrum een groot feest van maak, maar bij ons 125-jarig bestaan hoop ik er veel tam-tam van te kunnen maken." Er kan zo afschuwelijk veel gebeuren in 5 jaar, dat je het bijna niet meer waagt zover vooruit plan nen te maken. Maar op de een of andere manier is het wat anders wanneer een Van Arcken dat doet. En terecht: een zaak, die twee wereldoorlogen, een zeiltocht om de Kaap en drie maal van de grond af opnieuw beginnen kan doorstaan blijft „eeuwig" bestaan. ELLEN JAAR LANG HEEFT ONZE ZAAK' UITSLUITEND HORLO GES VAN 'BETERE KWALI TEIT' GELEVERD' WIJ^HANDHAVEN DIT PRIN CIPE EN' VOORKOMEN HIER DOOR TELEURGESTELDE KLANTEN. Horlogers anno 1841 EEN ZAAK VAN VERTROUWEN

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 7