My most unforgettable School
10
Kid 1948 werd ik goeroe kepala van de Openbare Europese Lagere School van Tanah Tinggi in
Djakarta. Waar staat die school. Gang Warong Beras, zeiden ze. Wie weet direct te vertellen, waar
dat ligt. Grand bioscoop, Rex Bioscoop en dan door maar tot over de spoorbaan en dan de tweede
gang rechts.
De avond, voordat ik met de school zou kennis
maken, regende het bakken en bakken uit de he
mel en de volgende morgen was het echt een
ouderwetse bandjir in de stad.
In Gang Warong Beras stond al water, het werd
gaandeweg dieper, zodat ik moest afstappen. Ik
vroeg de weg aan een jongen, die kennelijk nog
op school was en even later zag ik de beide school
gebouwen zich spiegelen in het bruine nat. Tot
aan de knieën erin waadde ik over het erf, tot
ik op de droge galerij stond. Een mager manneke,
kleumend in een sarong, kwam tevoorschijn en
ik maakte me bekend.
Sekolah Amin klaagde, noch jammerde; hij leed in
stilte. Of meneer het erg vond, dat hij met z'n
vrouw en kind zolang in een van de lokalen was
getrokken. Samen maakten we een rondje en de
waterschade viel mee. Toen naar de andere school,
waar Bang Ali troonde. Midden onder de confe
rentie kwam de jongen van daarnet aan met een
stel kameraden. Het scheen, dat hij me dadelijk
door had gehad, want hij vroeg stralend: Als zo
deze vrij, ja meneer? Natuurlijk, net zo lang tot
het weer droog is.
En eten, hoe deze, meneer? Bij navraag bleek,
dat we schoolvoeding kregen. En wanneer komt
de truck? Dadelijk, nir, maar omdat ister band
jir alleen tot de gang. Dan ga je nu dadelijk
een paar kontjo s halen om alle kinderen te waar
schuwen, dat ze hier moeten komen, kan je dat?
Natierlijk, nir. Weg was hij. Ik ging de juffen op
zoeken, die in de overstroomde wijk woonden.
Hoe verder ik kwam, hoe hoger het water, waar
in extra veel viezigheid, dat nu nergens naar toe
kon afdrijven. Ontwaakte er iets in me uit mijn
jongensjaren? Ik begon het leuk en avontuurlijk
te vinden, zelfs toen ik even later deftig op be
zoek was, gezeten in een rotanstoel met het water
vijf centimeter onder de zitting. Alle huisraad
zoveel mogelijk de hoogte in. Ofschoon de hele
Wafangbuurt onder water stond, namen de be
woners het niet al te zwaar op.
Een week later was alles weer normaal en draai
de de school op volle toeren. Haast alle mensen
uit de Wajangbuurt waren afkomstig uit de kam
pen van Ambarawa en andere plaatsen uit mid-
den-Java en dit bracht weer een nieuwe noot
in het conglomeraat van de Betawische bevol
king. De jeugdjaren van de schoolkinderen waren
evenals de mijne niet bepaald over rozen gegaan
en dat was de reden, waarom ik me juist voor
deze anaks inspande. Kwamen ze erg netjes ge
kleed op school, dan wist ik, hoeveel moeite het
thuis had gekost. Kwam een van de ouders z'n
hart luchten, dan wist ik, hoe de brandal aan te
pakken.
In die tijd kreeg ik een hondje, dat ik door om
standigheden moeilijk thuis kon laten en zo kwam
het dat Jimmy de hond de hoogste klasse heeft
gevolgd, tot groot vermaak van de klas. Omdat
Jimmy nog erg bongol was, stapte hij vaak in de
zwarte petjomberan voor de W.C. en dan moest ik
hem onder de kraan afwassen. Meestal lag hij
onder de tafel te slapen. Zag ik hem niet, dan was
hij vaak stiekem door een van de meisjes op de
bank gesmokkeld, waar hij lekker alle kostbare
boterhammen mocht opsmikkelen.
Een van de juffen was bepaald sientieng. Kwam
er een kakelende kip haar klas binnen, dan werd
het beest prompt gevangen en onder de omgekeer
de papiermand gezet, net zo lang, tot ze haar ei
kwijt was. In andere opzichten deed ze ook zwaar
getikt; ze „ontzag zich niet" om na twaalven dood
kalm te bolos, de klas liet ze over aan een van
haar buren. Dat kon ze doen, omdat haar klas
aan de overkant was. Toen ze een van de meis
jes afroste, was de maat vol en deze juf ver
dween, tot grote opluchting van de hele buurt.
Dan was er in een van de eerste klassen een
„onbevoegde leerkracht", het was Mevr. Amons-
Janitz, die zowat haar hele leven lang aan een
kleuterschool in Djokdja had doorgebracht. Vaak
vroeg ze me, of ik dat heel erg vond en telkens
moest ik haar naar waarheid vertellen, dat som
mige bevoegde collega's wel eens een lesje bij
haar konden nemen, zo lief als ze met de kinde
ren omging. In deze verwarrende tijd van BBL,
HBBL, inpassing, herinpassing wist haast geen
van ons, hoeveel je eigenlijk verdiende. Kwam een
van de juffen bij me, om te vragen, dan wist
ik het nooit en ik zei altijd: Gaat u maar eens
vragen bij het Departement. Steevast was dan een
ander, die ook perloe iets moest vragen, en dan
toog er een tweetal in de betja naar de Tjila-
tjapweg.
Vlak voor mijn lokaal liet ik reuzentales en can-
na's planten, omdat ik anders van het uitzicht op
de W.C. kon genieten en dikwijls vond ik vertroos
ting in de glinsterende reuzenbladeren, als ze bij
me in de klas weer eens niet al te slimme ant
woorden gaven. Het huisje van Amin stond naast
de kleine goedang. In de avond dorst hij niet z'n
deur uit, omdat het schoolerf wel eens werd ge
bruikt voor avonturen op amoureus gebied. Z'n
dochtertje zag ik gaandeweg opgroeien van zuige
ling tot kleuter, die me altijd met ernstige oogjes
placht aan te staren. Op een dag kwam de ooie
vaar bij Amin op bezoek, in de morgenuren no-
tabene, en we hadden geen kik gehoord. Ik hoor
de het om elf uur van de opgetogen meisjes,
die opeens allemaal erg vertederd en moederlijk
deden. Volgens de notulen van een schoolvergade
ring, onder een van mijn latinistisch aangelegde
collega „berstte de scola niet bepaald van ijver",
maar Amin deed alles voor me. Eens duurde het
tot twaalf uur, eer hij van een boodschap terug
kwam, erg ontdaan, want hij was met m'n nieuwe
Herculesfiets onder een deleman gekropen. Me
neer moest maar niet boos zijn, hij was naar een
toekang speda geweest, maar die kon het niet
voor mekaar krijgen. Een van mijn leerlingen
met erg koloniale neigingen zei: Tjoba bij mij,
nir, hij leeft niet meer. Ik heb Amin rustig la
ten doorleven en collega Geertsema zorgde dat
het weer in orde kwam.
Toen maakte Nederlandsch-Indië plaats voor de
R.I.S. en dus werd mijn school ook Sekolah Rak
jat. Natuurlijk hadden we het al lang zien aanko
men. Ik liet op een middag alle ouders bij elkaar
komen en vertelde ze met een bezwaard hart,
waar hun kinderen aan toe waren: naar een con-
cordante school or else Zo liep de school,
die oorspronkelijk bij de zeshonderd kinderen tel
de, spoedig bijna leeg. Merkwaardig genoeg kwa
men juist in deze tijd erg veel nette Chinese en
Indonesische ouders bij me om plaats voor hun
kinderen te vragen ze wisten wel, dat deze
school goed was en ze wilden hun kinderen liever
niet encanailleren met het gespuis van een Seko
lah Rakjat betoel. Maar ik moest ze vertellen,
dat daar niet aan te ontkomen was. Zelfs de
schattige kleine Nirwani van de derde, die Laven
der Blue voor me had gezongen, zou straks in de
klas zitten met de katjongs, die niet ophielden
met de schoolmuren te voorzien van allerlei min
der vleiende opschriften. Om twee uur in de mid
dag was er al een sekolah sore. Aan de over
kant raakte ik twee, vier, alle zes lokalen kwijt.
Bij mij had ik tenslotte drie lokalen over met een
stuk of vijftig hardnekkig trouw blijvende Chine
se en Indonesische leerlingen. Ik voelde me als
een kapitein op een zinkend schip. Langzamer
hand verdiende ik astronomisch veel in verhou
ding tot het beetje werk en onvermijdelijk kwam
het einde, waarbij ik het laatste restje overdroeg
aan mijn opvolger Pa Ali.
VA? AL.
It. kol. IIgen met echtgenote. Links: de regent fan Magelanq met naast hem de Raten Aine D T J u V?°r$r°£? recflts de PMC van Magelang
mevr. L. Pille-Diepenheim met naast haar (met struiZt!rmeur D?nofr nJhlrhtiïA'ïü Pn kn:e,cnd: The° de Jong Swemer. Achter hem
hadden deze Soos-feesten vaak! En hoeveel aparte distinctie van N -d-rlanrl - 7 1 Tj- '?ser' er meer °P dit plaatje? Ai, wat een allure
pioniersfamilies. Ja. wij zijn trots op die tijd. Zij had dan ha re gebreken, maaslij hTonZge^ggZli^ZZ