„THE THIRD MAN"
Eddie Polo
ABONNEMENTEN OMHOOG!
31 AUGUSTUS 1961
31 Augustus, niet alleen
de verjaardag van H.K.H.
Prinses Wilhelmina
(onze eerbiedige geluk
wensen gaan hierbij)
maar ook „sinds mensen
heugenis" een specifieke
Indische feestdag van vol
geluk.
en aan ginds tafeltje vloeide het
In mij leven, zoals ik al vaker gezegd heb, een Nederlandse een Engehse een
afkomst. Ze zitten natuurlijk niet in kast,es naast mekaar met een naambordje erop
geestesindeling als in de Nederlandse verzuiling zit er (misschien wel, helaas.) met bi).
En daarom kan ik me vaak zo slecht verstaanbaar en met wie ik vlot en volkomen natuurlijk Neder-
maken. En eerlijk gezegd: mezelf vaak zo slecht
begrijpen. Want mijn Nederlandse en Engelse eigen
schappen en gedragingen herken ik vrij gemakke
lijk in mij. Mijn gevoel voor ordelijkheid en nuch
terheid b.v. is typisch Nederlands (ook zegt
men mijn kleinburgerlijkheid en mijn lust tot
kankeren soms); mijn respect voor status en af
komst is typisch Engels. Ik geloof niet in gelijke
rechten. Ik ben overtuigd van de ongelijkheid on
der de mensen en van de ongelijkheid in de men
selijke rechten en plichten. Ik heb respect voor adel
dom van bloed en adeldom van geest. En wat ook
Engels in mij is is mijn onverschilligheid voor wat
de mensen van mij denken, al zal ik vechten als
een toetoel als men in mij Tong-Tong treft.
Dat ik Nederlander en Engelsman in mij zo goed
ken, komt omdat ik Europees ben opgevoed en
doordrenkt ben van historische en maatschappe
lijke kennis van de Europeaan.
Maar zoals gezegd: ik ben ergens ook Javaan en
Chinees. Ongetwijfeld bepaalt deze oorspiong re
gelmatig een reeks uitlatingen, denkwijzen, handel
wijzen, die ik geheel natuurlijk doe, maar zonder
dat ik (evenals bij mijn Europese kanten) precies
kan vaststellen waarin dit Javaanschap of Chinees
schap precies gelegen is. Dat is ,,The Third man
in mij („Honi soit... de Levende, maar Onbe
kende Ik. En in duizenden contacten met repa
trianten ben ik ervan overtuigd geraakt dat dit
bij allemaal min of meer het geval is. Zelfs bij
Totoks. Is bij mij in mijn bloed nog een Aziatische
instelling traceerbaar, bij hen in geen geval (of
men zou misschien ontdekken dat drie eeuwen
geleden een voorvader Indisch bloed heeft meege
bracht). Maar in elk geval kan er ook een gees
telijke nieuwe gedaante groeien die voor een deel
on-Europees is. Nu nog ken ik ettelijke Totoks, die
mij in Indië opvielen als mensen die op een ver
bijsterend natuurlijke wijze konden omgaan met
„koeno" Javanen, Soendanezen, Madoerezen en
(och arme!) er nu in hun „bloedeigen vaderland
houterig en onwennig bij lopen met hele reeksen
gedragingen, die hen vervreemden van „de Neder
lander'.
Een tijdje terug zat ik in Amsterdam in „Polen",
toen aan het zitje naast mij zich langzamerhand
een kring vormde van heren, die mij bij het bin
nenkomen allemaal op een curieuze wijze aan
keken als van „herkennen zonder te kennen
Ik lette niet erg op ze, omdat ik zelf te diep in
een conferentie zat. Maar opeens kwam ook de
laatste meneer van het kringetje binnen en hij
groette breed en zangerig: „Koemahaaa djoera-
gaaaan!" Ik wist. En weet U wat ook zo vreemd
was: even later kwam een rasechte Soendanees
daar binnen (voor een andere rapat met me), die
groette met „Hallo Tjalie, hoe gaat het ermee!"
lands sprak
Soendanees
Ah die Derde Man, die in ons allemaal aanwe
zig is en geen gestalte en vaste omlijsting heeft!
De onmeetbare factor „pi in het vierkante
Holland, hoe kan je leven? Hoe kan je zelfs maar
geformuleerd worden in begrijpbare termen? Wij
leven als Ovidius in Tomi: „Barbarus hie ego sum,
quia non intelliger ulli! barbaar omdat niemand
ons begrijpt. Al die eigenschappen van de Third
Man in ons, die ons telkens weer „verraden
zij zijn hier barbaarsheden. Ah, die .Indonesische
manieren in het Hollands fatsoen"! Maar wat er
ger is: ons onvermogen om allemaal samen te ko
men en samen te werken aan het geven van ge
stalte aan deze figuur in ons.
Want in ons, mijn besten, is uitzeilend, avontuur
lijk, ondernemend, wereldontdekkend Nederland na
vier eeuwen teruggekeerd in het vaderland. Is al
dit ontzaglijke leven om niet geweest?
Derde man. Wandel rond op de kerkhoven van
Den Haag en sta telkens weer met stokkende adem
s:il bij grafzerken waarin namen gebeiteld staan
van Trouw, Branie en Ondernemingslust over Ze
ven Zeeën, van een glorie die nergens geboek
staafd mag zijn omdat men hier schokschoudert
en zegt: „Huh, alles is tóch voorbij. Vergeet. Assi
mileer!" Ah, het legendarische olifantengraf be
staat. Het ligt in Holland.
Ai, laatsten van de Gadja Mada s, laat nog
maals Uw stem horen. Verenigt U: geef Uw
„Third Man" gestalte en laat hem een nieuw „pass
word" uitspreken dat jonge mensen opnieuw
doet „tornemos a costa debuxada zoals Ca-
moens het zegt, de steven wenden naar de (door
ons) ontdekte kusten.
Al is Tong-Tong nóg zo klein, nóg zo jong, nóg
zo vol fouten, het is het échte toegangsbewijs tot
de werkelijke Ruimten van Nederland.
T.R.
Foto: M. C. Meyboom, uit: „83 jaar Oranje
Enige tijd terug stond in sommige grote bladen
(verstopt in kolommen achterin) het doodsbericht
van Eddie Polo. Overleden op 86-jarige leeftijd.
Een taaie ouwe baas geworden dus! Helaas over
leden in die tijd moderne filmacteurs met groter
bekendheid en zagen de meesten het doodsbericht
van Eddie Polo over het hoofd.
Maar „wij oudjes zullen door dit doodsbericht
allemaal getroffen geweest zijn. Omdat daarmee
een brokje oeroud en „toelèn" pionierschap en
mannelijkheid voorgoed heenging.
Ach ja, hierover zullen we maar niet twisten. De
ze sympathie zal ons wel weer kwalijk genomen
O
Vanaf 1 Oktober (ingang laatste kwartaal
1961zullen de abonnementsprijzen van
Tong-Tong voor de laatste maal worden
verhoogd.
De tarieven zullen dan zijn:
Per kwartaal 2,50,
Per halfjaar 5,
Per vol jaar 10,
Abonnementsprijzen buitenland zullen zowel
voor zee- als luchtpost met f 3.- per jaar
worden verhoogd.
In feite worden dus de lezers, die het
jaar- of halfjaarsabonnement niet ineens
kunnen opbrengen, en daarom per kwartaal
betalen, nauwelijks „getroffen."
Zij die 4 gulden kunnen opbrengen (oude
Jbjaarsabonnement)kunnen gemakkelijker
een gulden extra opbrengen. En zij, die tot
nog toe 7,voor een jaarabonnement
betaalden, kunnen (hopen wij) dit bedrag
toch nog wel rond maken tot een tientje
(zoals velen reeds doen).
Het komt er dus eigenlijk alleen op neer,
dat de „voordeelsregel die normaal voor
lange abonnementen bestaat, opgeheven is.
Wij hopen dat de „meer-betalers" willen
appreciëren dat wij de „kleine betalers het
meest gespaard hebben.
Deze maatregel is een „maatregel-vooruit^
De afgelopen maanden hebben ondanxs de
voortgezette wervingsacties geen noemens
waardige stijging van het lezersaantal .nee-
gebracht. Meer inkomsten uit meer abon
nementen kunnen dus niet worden verwacht.
Daarentegen zullen in de nabije toekomst
zeker stijgende exploitatiekosten kunnen
worden tegemoet gezien. Want al groeit on
ze lezerskring niet, onze verantwoordelijk
heid en werkdadigheid nemen toe en eisen
degelijke planning. De kleine tariefsverho
ging. die wij gaan toepassen, zet ons ste
viger in onze schoenen.
Zij die reeds (ver) vooruit betaald hebben,
hoeven geen aanvullende betaling te doen.
Wij hopen met deze maatregel de verlan
gens van lezers en redactie van Tong-Tong
op qoede wijze te dienen.
DE DIRECTIE
worden. Zo'n „on-culturele poen"! Wij zagen Ed
die Polo op The Silver Screen in de dagen toen
bioscopen alleen nog maar grote keten waren van
pleisterwerk en bamboe, met uitkaaiers en toe-
kang-keboets, met katjang arab en pala manis.
Toen de films begonnen met „Welkom in mooie
krulletters en het Wilhelmus en de portretten van
de Koninklijke Familie.
En daar op het zilveren doek verschenen dan de
nieuwe helden van de nieuwe wereld: Jack War
ren Kerrigan, William S. Hart, Harry Carey,
Hoot Gibson, Eddie Polo, Elmo Lincoln, Tom
Mix, Edmund Cobb mijn God, wat een man
netjesputters! Ah, wijzelf met onze dagelijkse klop
partijen achter de Gedong Setan, op Kebon Pala,
wij herkenden in deze mannen kerels die écht
vechten konden, paardrijden, brani-mati-autorijden.
De techniek van het ballen van de vuisten, van het
rennen, lopen, springen, rijden, dat was allemaal
écht. Ah, niet die filmsterren van latere tijd. Soe-
rabajanen zouden deze moderne helden „bouw-
makers" noemen, opsnijers, borstkasvolzuigers.
Maar zo n Eddie Polo, dat was een kerel die lééf-
de!
Ach ja, die films waren natuurlijk draken. En
nou (in deze halfzachte overrijpe tijd) worden
al die motieven en thema s van:
bescherm de zwakken;
strijd tegen het onrecht;
al word je duizend maal verslagen, sta duizend
één maal weer op,
drakerig genoemd. Wb zijn nu „toenggoe mati
inplaats van „brani mati".
Daarom zal dit stukje wel niet bijster inslaan.
Maar ik ben toch aan de historie verplicht dit
„adieu" op te nemen aan een stukje romanti
sche bravour, dat zijn weerga niet kent in de hele
moderne filmwereld met al z'n pistolen en al z'n
blootheid en al z'n uitgejammerde Weltschmerz.
Eddie Polo, een saluut van jouw ouwe kontjo's! En
dat het je wel mag gaan op de Eeuwige Jacht
velden!