TONG TONG VOOR EEN INDISCH HOFJE
HET RIMBOE CADEAUTJE
PEDJONGKORAN
„INGET MATI" 6 „AD PATRES"
10
Zeer geachte Heer Robinson,
Ik moge U met de ondervolgende actualiteit komen
lastig vallen. In Nederland bestaan sinds jaar en
dag voor ouden van dagen naast de zg. Gemeente
en Kerkelijke bejaardentehuizen ook door particu
lieren in de oudheid uit rijke beurs gestichte Hofjes,
waar oude dames weduwen of alleenstaanden
tegen minimale huurkosten een klein 2 kamerhuisje
konden huren met vrij licht/gas/ watergebruik. Aan
deze Hofjes zijn Besturen verbonden waaraan men
zich kan richten met verzoek om event, opname.
Deze Hofjes staan op eigendomsgrond binnen
muren en hebben meestal een toegangspoort of
deur.
Het is voor alleenstaande dames uit INDONESIË
naar mij is gebleken ONMOGELIJK hierin
huisvesting te krijgen na pensioenering bijvoor
beeld. als zou dit een apart soort „concurrentie" in
persoonlijke belangen betekenen t.o.v. de vrouwe
lijke bevolking in Nederland. De sociale werkster,
die deze aangelegenheid voor mij met enkele Be
sturen zou opnemen, berichtte mij over de bezwa
ren tot opname van INDISCHE dames
Is het niet moeglijk, dat uw Vereniging TONG
TONG een of meer ruime belendende percelen
voor dit doel aanvraagt, maar dan als 't U blieft
alleen voor oudere alleenstaande dames uit Indië,
die in de Hollandse Hofjes blijkbaar niet welkom
zijn!
Dc meesten van ons hebben wel enkele meubeltjes
om mede te brengen zodat het voor uw Vereniging
in hoofdzaak neer zou komen op gestoffeerde ruim
ten met gas op de kamers die tegen billijke huur,
aangepast aan de kleine Holl. pensioentjes even
tueel bij U te betrekken zijn.
Ik zou het ten zeerste op prijs stellen enig ant
woord op dit idee van U te mogen tegemoetzien.
Het is natuurlijk doodeenvoudig te zeggen: ik ga
naar de steun, maar niet een ieder Iaat zich door
de omstandigheden, zoals wij die in Indonesië mee
maakten, omverlopen en breken. Wij hebben alle
maal het woord vernedering leren spellen, schrijven
om niet te zeggen leren verteren hier.
Hotel- en pensionkamers ook bij particulieren)
zijn overal schreeuwend duur, verhuizen brengt
geen verbetering en leek mij de enige oplossing
voor de kleine Indische beurs althans voor
alleenstaande oudere dames in een ..Indisch"
Hofje te kunnen wonen in het Haagje waar we nu
eenmaal zijn en nog werken. Al ben ik van plan
na pensioenering in maart 1963 te blijven door
werken. dan zal dit toch geheel afhangen van de
bereidheid van de werkgever om gepensioeneerden
Vervolg van pag. 9 Nw. GUINEA
In zijn politieke houding is Sukarno zeker scher
per in zijn kritiek op de Westelijke mogendheden
dan tegenover het Oostelijke blok, ondanks het
feit dat Indonesië van de Ver. Staten meer eco
nomische steun heeft ontvangen dan van het Oos
ten. Sukarno ziet echter ook niet het feit over het
hoofd dat hij bijv. van Polen (176 miljoen mark)
meer economische hulp heeft gekregen dan bijv.
van West-Duitsland (170 miljoen mark). Hij weet
dat hij er wel bij vaart als hij van beide kanten hulp
aanneemt. Een dergelijke politieke binding wil Su
karno kennelijk alleen bij de club van drie, Nas
ser, Tito en hij zelf.
Kredieten
Economisch blijkt de zelfbewuste onafhankelijke po
sitie van Sukarno uit het feit dat hij van alle kanten
kredieten aanneemt, dat hij bommenwerpers van het
type TU 16 in Moskou koopt, andere wapens in
Zuid-Slavië en in het Westen betrekt en dat hij
de aankoop van een vliegkampschip ,,in de Sow-
jetunie of in enig ander land" heeft aangekondigd.
Slechts op één punt is Sukarno onverbiddelijk,
hij aanvaardt kredieten van elk land, maar hij laat
geen cent buitenlandse investering in zijn land
toe. Indonesië wil na de politieke onafhankelijk
heid ook de economische zelfstandigheid bereiken.
Het wil echter geen politiek van autarkie voeren.
De betrekkingen met het buitenland zullen wor
den uitgebreid. Indonesië is voornemens een bank
voor de ontwikkeling op te richten, met filialen
in het buitenland. Het eerste filiaal zal volgens
dr. Yamin, de voorzitter van de Indonesische plan-
ningsraad. waarschijnlijk te Frankfort aan de Main
komen, filialen te New York, Londen en Tokio
zullen volgen.
in dienst te willen nemen; wij kwamen vrijwel allen
op de meest ongunstige tijd in ons bestaan hier om
in een nieuwe werkkring OPNIEUW te beginnen.
De volle 40 dienstjaren, voor een vol pensioen,
zullen er maar voor een enkele nog mogelijk zijn
te halen. De doorsnee gepensioeneerde kan de ka
merhuren praktisch niet opbrengen naast de verdere
kosten van onderhoud, kleding/schoeisel/transport,
U neemt het mij s.v.p. niet kwalijk uw aandacht
voor de onvermijdelijke bij deze categorie uit Indië
voor de deur staande „stille armoe" te vragen.
Als uw Vereniging dit op haar werkprogramma zou
willen plaatsen ligt bij ondergetekende de 2e vraag
klaar: mag ik bij voorbaat preferentie bij U vra
gen voor een (zonnige) kamer, dan zeg ik de hui
dige woonruimte in het pension nu al op.
Ik bied U mijn vriendelijke groet aan en teken,
gaarne,
Mej. G. A. SPOEL.
1Het is dus een feit dat blijkbaar de Staatszorg
in Nederland onvoldoende is en de mense
lijke hulpvermogens te klein zijn om alleen
staanden in hun laatste levensjaren enig ge
luk te geven. Daarom slaan particulieren de
handen ineen en stichten voor een bepaalde
groep hofjes. Het is evenzeer begrijpelijk dat
men dan ook moeilijk kan toestaan dat vreem
de snoeshanen" in dat hofje komen. Logisch:
eigen initiatief schept eigen voorkeur.
2. De Indischman ziet dat nog steeds slecht in.
Hij denkt dat zijn „ouwedag" bèrès is en doet
nu niets om in de toekomst wat te doen. Als
hij het nu goed heeft, denkt hij aan geen andere
onprettige mogelijkheden elders of later (de
spijtoptanten hebben maar kleine belangstelling
aan dalende conjuncturen of overbevolking
wil niemand denken). Daarom is ook zijn of
fervaardigheid zo klein. Zo'n Nederlandse ac
tie als „Van Hart tot Hart" brengt elke keer
weer tienduizenden guldens op, bedden, rolstoe
len, alles. Hulpacties bij Tong-Tong hebben
een triest verloop. Een Kunstkring loopt
flauw (Ah, ik heb er niks aan, ah!) Niemand
denkt aan zijn „ouwe dag", laat staan aan
andermans ouwedag. Nochtans komt eens die
dag. Wie of wat kan dan helpen?
3. Nochtans is de Indischman daarom niet slecht.
Wij komen uit Indië, waar niemand bezorgd
hoefde te zijn om zijn ouwe dag. Altijd was er
wel een familielid of kennis met een pavil
joenkamertje. Op zijn minst wel een trouwe
baboe of kendoh om te helpen. En hoe klein
een pensioen ook was, leven kon je er altijd
van in het land „waar men leeft van 2Yi cent
per dag". Alleen moet de Indischman toch
wel bedenken dat Holland „harder" is. En dat
het indekken tegen nood later (in de zomer
hard werken voor de winter) een bestaansnood
zaak is. De fabel van De Krekel en de Mier
bestaat niet voor niets! Wie nu zorgeloos
voorthuppelt, zit straks in nood.
4. Tjalie heeft al zoveel plannetjes gemaakt die
mis liepen (wat is die Tjalie toch een idioot!),
gaat nu eens iemand anders plannen maken en
uitwerken? B. v. om een Stichting te maken:
„Het Indische Hofje"? Waar U, mevrouw,
als LI straks „Omaatje alleen" geworden bent,
een vertrouwde en begrijpende sfeer vindt?
Wat garandeert Uw man, Uw zonen, het eeuwi
ge leven en de eeuwige rijkdom? En U, mannen,
kunt U NU nog tijd en wat losse dubbeltjes
vrij maken om zo'n mooi paviljoen te maken
voor de vrouwen en moeders van vandaag?
Heeft U wel aan alles gedacht? Bent U wel
„safe en binnen"? Maar wilt U dan mee den
ken, voelen en werken voor ouden-van-dagen
die nu (helaas) niet zo ver kunnen zien als U?
5. Stuur geen adhaesie-betuigingen aanTong-Tong.
Stuur werk en geld. Stuur mensen die het werk
ervoor willen opzetten. Stuur geen arrogante
brieven met „bewijzen" dat het niet hoeft. Er
kan nooit hulp genoeg worden opgebracht voor
alle droevenissen die nog komen kunnen. Ah.
het „verhaaltje" van de zeven vette en de ze
ven magere koeien. Van de zeven „dwaze
maagden". Wij kennen ze zo goed als ver
haaltje. Bestaat de Bijbel voor ons, Christenen,
als verhalenboek of als levende richtlijn?
T.R.
Zwerver was al een tiental jaren rimboeman, toen
ook hem overkwam, hetgeen velen overkwam,
overkomt en nog overkomen zal. Verliefd, ver
loofd, verloren, zoals z'n dochtertje pleegt te zeg
gen. Zijn aanstaand vrouwtje had diep medelij
den met hem, vanwege alle „ontbering" en „el
lende", welke hem telkens weer in de rimboe
wachtten en zon er op, hoe ze hem nu eens iets
kon geven, waar hij wat aan had. Want in de
aanvang gebeuren zulke dingen! En ze vónd het!
Met haar spaarpotje toog ze naar een van de
mooiste èn duurste toko's van Batavia en kocht
daar een keurig geelleren reisnécessaire. Iedereen
kent zo'n luxe artikel wel, het schittert en
straalt, te mooi haast om aan te raken. En
misschien ietwat egoïstisch voegde zij daarbij
een prachtig, ook al geelleren handtasje, inhouden
de vloeimap, vouwbeen en verder schrijfgerei. Blij,
dat ze zo goed geslaagd was, reikte ze me een
en ander met een afwachtende blik over. Ik speel
de de komedie, die in het leven zo dikwijls ge
speeld moet worden en was er zo blij mee,
„wat lief en wat een pracht-idee!"
Ik moest er erg zuinig op zijn, want het was èrg
duur. Het laatste behoefde ze me niet te zeg
gen, het eerste beloofde ik plechtig. En, ik heb
mijn woord gehouden, want ik heb die bul
len nooit meegenomen naar de rimboe, maar ze
stikum en zorgvuldig opgeborgen.
Later, toen mijn vrouwtje zag, wat voor toilet
uitrusting en kam en borstel in een handwasje
en een schrijfblok, ergens in een hoekje van een
tot koffertje omgetoverd petroleumblik verstopt -
lachte ze zelf om haar Rimboe-uitrusting van uit
de verlovingstijd.
Toen haalde ik uit de kast die zo goed bedoelde
geschenken uit die droomperiode en schonk ze
haar met een groots gebaar!
PAWIRO.
De LEGENDE misschien wel de GESCHIE
DENIS van de graven te PEDJONGKORAN in
de omgeving van het KRACHTSTATION te AN-
TJOL (bedoelde graven liggen tussen dit sta
tion en het S.S.-station Tandjong-Priok) ver
haalt het volgende:
Tijdens het bewind van de VERENIGDE OOST-
INDISCHE-COMPAGNIE (V.O.C.) werd de dap
pere soldaat JONKER tot kapitein bevorderd.
Hem werd bovendien heel veel beloofd met be
trekking tot de opheffing van zijn land- en lotge
noten. Toen hem bleek dat de V.O.C. zich niet
aan hare belofte hield, heeft hij geprotesteerd.
De onenigheid van deze Bandanees liep zó hoog,
dat hij zich met zijn dienstrevolver van het le
ven beroofde, echter niet dan na zijn vloek te
hebben geuit ten aanzien van de Regering en de
verzekering, dat hij ter plaatse van de zelfmoord
„zou spoken
Of de zo vaak voorgekomen verschijning op de
Priokse weg bij genoemd krachtstation verband
houdt met de vloek van wijlen Kapitein JONKER
-(Pedjongkoran is van zijn naam afgeleid) is moei
lijk te bewijzen; wel veroorzaakte de zwarte ge
daante, door velen opgemerkt, dodelijke ongeluk
ken op dat punt van de weg van Djakarta naar
Tandjong-Priok. Auto's reden het Antjol-kanaal
in met de gevolgen van dien.
Het tweede graf is dat van wijlen Mevrouw Jon
ker.
P.B.
Advertentie)
Fa. Johs. Ouwejan 6 Zn.
Begrafenis Onderneming
Opgericht 1924
Fred. Hendrik la an 7 - Den Haag
TEL.: 55.64.27 (2 lijnen)