EEN JAAR „NAVORSER" Wat bereikt werd „INGET MATI" 8 „AD PATRES" 13 Op 15-9-1960 verscheen als eerste proeve een korte inleiding van ons plan geregeld aandacht te wijden aan de geschiedenis van oud-Indische geslachten oorspronkelijk gepland op éénmaal per maand, maar, gezien de veelheid der binnengekomen reac ties, principieel als een vaste rubriek in elk num mer aangehouden. Sindsdien blijft de post binnen stromen en krijgen wij de indruk dat deze rubriek vele trouwe lezers telt. Het bezwaar van een 14-daags blad is, dat men er niet zo snel toekomt een inhoud of register van het in diverse nummers gepubliceerde aan te leg gen, maar, doordat ons dezer dagen een verzoek bereikte om inlichtingen over een familie de Léau, waarover iets in de afgelopen jaargang versche nen zou zijn (helaas hebben we het niet kunnen vinden, en twijfelen we sterk aan de juistheid dezer opgave) namen we de diverse Ordners eens door, en stonden toen zelf toch nog wel verbaasd over het vele, wat in die luttele maanden toch al behan deld en verzameld was, en het leek ons zodoende toch wel wenselijk om onze lezers eens een beknopt overzicht te geven, van het apparaat waarover Wi op dit terrein beschikken. Wellicht geeft dit onze lezers weer eens aanleiding om terug te komen op dossiers en zaken, die wij misschien slechts zijdelings behandelden in verband met andere geslachten. Anderzijds brengt het hen wellicht tot het nazien van hun eigen familiepapieren, die we steeds gaar ne ter inzage ontvangen, om, na er copie van ge nomen, en ze in onze verzamelingen ingevoegd te hebben, prompt weer te retourneren. Er is in de afgelopen jaren reeds al te veel verloren gegaan en wat thans nog vastgelegd kan worden, dient gedaan. Zo kregen we kort geleden een op het oog klein notitieboekje, vol met gegevens over oud- Koepanger geslachten, wie heeft zich ooit met deze vrij geisoleerde groep Nederlanders op Ti- mor geoccupeerd? Hieronder bevonden zich ook leden der familie Theedens, die volgens familie legende afstammelingen van de Gouverneur-Gene raal van die naam waren. Er is nog heel wat werk te verrichten, maar gelukkig ontbreekt het ons niet aan bekwame en vrijwillige medewerkers, waardoor onze kartotheken voort durend aan betekenis winnen. NAVORSER Als eerste grondslag van ons werk dienen 2 grote kaartenbakken met enige duizenden fiches van namen van Indische families, met vermelding waar wat over hen wordt aangetroffen. Hoewel vermoe delijk wel enige hieronder zullen zijn, die ook in het bekende Repertorium van Jhr. van Beresteyn voorkomen, is dat met verreweg het merendeel niet het geval. Deze index is namelijk opgebouwd uit de volgende werken: 1. Alle door wijlen Mr. Bloys van Treslong Prins gepubliceerde korte en langere artikelen in het Bat. Nieuwsblad, de Locomotief Ons Nage slacht (Wijnaendts van Resandt No. 183, de reeks in ons nageslacht is wegens opheffing van dit tijdschrift na no. 193 afgebroken, doch kunnen de artikelen in de bovengenoemde couranten vaak uitkomst brengen.) 2) Voorts F. de Haan's Personalia (Priangan I) W.V.R. 45. 3. en zijn Personalia tijdens het Engels, bestuur (bij dr. Kon. Inst. 92) W.v.R. 46. 4. Wijnaendts van Resandt s Gezaghebbers der O.I.C., op de buitencomptoiren in Azië (W.v.R. 70). 5. Feith. en Bloys van Treslong Prins. Erfge namen en deelhebbers in de Tjampea-landen. (W. v.R. 87). 6. Bloys van Treslong Prins: Apothekers in Ned. Indie. (W.v.R. 1865). 7. Victor Ido's 2 din. met Indische souvenirs en anecdoten. 8. Graaff, H. J. v. de: Brieven 1816-1826. 9. Bosch, R. P. v. d. Alphab, naamlyst van gepen- sionneerde Ned. Ambtenaren, officieren en hunne vrouwen en wezen. 10. Collectanea genealogica Indica. 40. Ingeko men fragmenten van geslachtslijsten. 11. Adversaria Genealogica Indica 80 idem idem kleinere notities. 12. Romer, L. S. A. M. von Historische Schet sen, Batavia 1921. (Bevat vele biogr. gegevens over oud-Indische medici en hun werk). Hoewel deze klapper natuurlijk steeds aangevuld wordt, gebeurt het momenteel nog maar zelden, dat een naam, waarnaar gevraagd wordt niet wordt aangetroffen. Naast de Collectanea Adversia beschikken we nog over een collectie genealogische dossiers, meest gebaseerd op familieaantekeningen, over de geslachten: Bish, Calbo, DiMonti, Dom, de Graga, Hagc man, Hornung, Israel (uit Hildburghausenjogja) Israel (uit Hessen, Nijmegen, waartoe ook de be kende predikantenfamilie behoort), Koek (Malakka) de bekende erfeniskwestie met uitv. dossiers over div. deelgerechtigde families: van Angelbeek, Ehrencron, Niessen, Monereau, Bond, Paulus, der Kinderen, van Zuylen, von Ranzow, Swaab, Meyer van Rozenburg, (Kraag Jogja, allianties v. d. Schalk, Emmen.) Onder deze dossiers zijn er diverse samengesteld uit uitvoerige berichten, ingezonden door naam- dragers, naar aanleiding van de in Tong-Tong ge stelde vragen. Soms ontvingen wij slechts ant woord i.z. de personen waaromtrent een vraag ge steld werd, en kan men deze antwoorden natuur lijk niet tot dossiers rekenen, terwijl er ook nog in behandeling zijn, zo bijv. de vraag naar de oor sprong der naam Buchel van Steenbergen, wat leidde tot de samenstelling van een grote parenteel van 's mans familieleden, ook in de vrouwelijke lijn. Onder de min of meer uitvoerige antwoorden, in gekomen op onze vragen in Tong-Tong, noemen wij Hamar de la Bretonière, v.d. Kuyp van Bywegh, Boeckholtz, de Telles, Bédier de la Prairie, von Franguemont, v. Haase, Saffrie, Chalmers Hoynck van Papendrecht, de Santy, Moll, Stiller, Veugen, Schimmelpenning, Payen, Thepass, von Wien, Rhemrev, Vitalis, Consalves, Ruitenbach-van Blom- mesteyn, Kitzitaff, Kleian, v. d. Vijver, Mehl- baum, von Wolzogen etc. Daarnaast zijn nog talrijke vragen, die we zonder meer uit onze kartotheken konden beantwoorden. Behalve de eerst genoemde klappers, beschikken we, dank zij onze ijverige medewerkers van de fi- cheerdienst, over duizenden notities uit de eertijds gepubliceerde gegevens uit thans onbereikbaar geworden archivalia uit de Compagniestijd, en la ter. Tot dusver zijn gefotocopieerd, en groten deels reeds op fiches gebracht: Huwelijken te Batavia 16221652, 17181729, 1737-1738. 1748—1851, 1752—1754, 1756—1769, 1770—1779, 1780—1785, 1788—1802, 1802—1807, Geficheerd op namen van bruid en bruidegom zo mede op die der getuigen. Dopen te Macassar: 17271809, geficheerd op namen der ouders, namen der dopelingen en ge tuigen. Huwelijken Macassar 1727-1828, Wapenborden xn de kerken te Batavia. Wapenborden Macassar, Grafschriften aldaar. Overlijdensregisters 1819-1828 aldaar, Indische e.a. grafschriften 16731713 door Dan. Havar (28 W.v.R. Lach de Bère, P. F. C. L. Gedenktekenen en ge- naant. te Amboina (A-M) betr. 220 families. (W. v.R. 84). Div. Staten van Boedels en Gelden in het begin der 19e eeuw onder beheer der Wees kamers, te Batavia enz. Bosch, R. P. v. d. Neerland's verleden in steen en beeld hieruit de pagina's betreffende Ceylon, India, Afrika etc. o.a. het bekende Lapidarium Zeylanicum. Registers op de namen voorkomende in de Javase Courant 1814, 1815, 1816 en 1817, ontleend aan de exemplaren dier Courant aanwezig in de boeke rij van de heer W. H. Hoogland. Naarmate deze fiches in één groot alfabet verwerkt zijn zal onze hulp aan de aanvragers steeds in omvang kunnen toenemen, te meer, daar er als er nog fondsen beschikbaar blijven, nog heel wat gedaan kan wor den. Mochten dan t.z.t. ook de fiches van de geboorte, huwelijks, echtscheiding en overlijdensinschrijvin- gen van 1814 tot 1923 opgenomen in de Almanak van Ned. Indië, welke door het Centraal bureau voor genealogie gemaakt worden, voor onderzoe kers beschikbaar komen, zal het, ondanks het weg vallen resp. verloren raken van de originele regis ters op Java toch nog zeer wel mogelijk zijn, een redelijke familiegeschiedenis van de Indische Ne derlanders vast te stellen. Voor hen onder onze lezers, die in de gelegenheid zijn, persoonlijk een onderzoek in deze richting in te stellen, mogen volgende opgaven dienen: Wijlen de heer W. Wijnaendsts van Resandt publi ceerde kort voor zijn dood in het Jaarboek van het Centraal Bureau voor genealogie, dl. III pag. 49 e.v., waarop later nog enkele errata en addenda veschenen zijn een opgave der ,,In Nederland aan wezige gedrukte en liandschriftelijke bronnen voor genealogisch en historisch onderzoek naar per sonen of families in Indonesië. a. Bij het benutten van dit in zijn soort voortref felijke werk, houde men er rekening mede, dat de opgegeven signaturen voor de diverse stukken in het Alg. Rijksarchief nogal eens gewijzigd zijn, zo dat deze niet steeds kloppen met de opgave. De diverse ambtenaren ter leeszaal blijken echter steeds bereid eventuele aanvragers bij te staan, om hen op het spoor der vernummerde stukken te bren gen. Adres Alg. Rijksarchief: Bleyenburg 7 te 's-Gravenhage. b. In de lees- en werkzalen van het vroegere ministerie van Overzese gebiedsdelen (Binnenhof 7) vindt men een compleet exemplaar der Alma nakken met de B.S. opgaven, zodmede een ex. der Javase Courant ter raadpleging. c. Bij de afdeling: afwikkeling overzeese gebieds delen, Hooftskade 2, vindt men bij de steeds be hulpzame heer Verstraten op kamer 6 prima kartotheken over personen die in burger- of mili taire kampen de Jappentijd hebben doorgebracht, of daar overleden zijn. d. Over de zoveel mogelijk up to date adressen der inmiddels gerepatrieerden en ook wel der nog heden in Indonesië verblijvende bewoners dier kampen, vindt men daar via de kartotheken over de ontvangers van het zgn. Japanse „smartegeld", ook vaak het gewenste. e. Voorts treft men op het Bankaplein 5 het bu reau der Oorlogsgravenstichting, dat weer inlich tingen kan verstrekken i.z. onze mensen die in Azië overleden zijn. f. Zoekt men een oud vriend of familielid, waar van men aanneemt dat hij of zij reeds gerepatrieerd is, vrage men inlichtingen aan de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters, Herengracht 23, die a raison van een gering bedrag, het gevraagde adres verschaft. g. Tenslotte nog een zeer belangrijke bron, die veel zoeken over 19e en 20e eeuwers kan bespa ren, indien deze of hunne respect, echtgenoten in Gouvernementsdienst geweest zijn, nl. de Stich ting Ind. Pensioenen, Neuhuyskade 32, die met gro te welwillendheid inlichtingen verstrekt, of be zoekers in de. gelegenheid stelt gegevens van hun kaarten over te nemen. Vooral voor ambtenaren die vaak verplaatst werden, kan dit van groot be lang zijn, om de geboortedata en plaatsen der kin deren vast te kunnen stellen. Aangezien deze ge gevens om de 5 jaar streng gecontroleerd werden, zijn de inlichtingen buitengewoon betrouwbaar. NAVORSER (Advertentie) Fa. Johs. Ouwejan Zn. Begrafenis Onderneming Opgericht 1924 Fred. Hendrik Ia an 7 - Den Haag TEL.: 55.64.27 (2 lijnen)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1961 | | pagina 13