Laatste Mohikaan99 in Trinidad
Dr. E. M. G. AHN: 70 JAAR ARTS.
UW ORDER
Nu onze „Tong-Tong" een nauwe samenwerking heeft met een moderne
drukkerij, zouden wij al onze lezers, die eigen briefpapier, bijzondere naam
kaartjes of ander drukwerk hëïfben, en aan een nieuwe voorraad toe zijn,
willen vragen voortaan hun orders bij ons te plaatsen.
U helpt „Tong-Tong"' opbouwen; U betaalt niets meer dan waar ook; U
krijgt aparte aandacht voor Uw werk.
Bestellingen en informaties nog steeds te richten aan
DE REDACTIE
SADO PAARDJES
GEVRAAGD:
Een persoon, die wajangfiguren
kan copiëren. Moet eventueel in
staat zijn in een museum te wer
ken. De voorkeur moet uitgaan
naar een Indischman, die op dit
gebied (zij het amateuristisch)
enige ervaring heeft gehad. De
ervaring heeft geleerd dat Euro
pese tekenaars niet voldoende
gevoel voor of besef hebben van
details in lijn en kleur, terwijl
voor dit werk de grootste accura
tesse gewenst is. Er worden geen
eisen gesteld aan het tempo,
waarin gewerkt wordt. De beta
ling wordt bepaald op het niveau
van bijverdienste.
Brieven aan de redactie van dit
blad onder nummer: TTW-1.
Redactie
99
De heer V Tennissen stuurt ons het volgen
de bericht toe uit het Nederlands Tijdschrift
voor Geneeskunde (Jaarg. 105 - No. 46), dat
wij zeer gaarne in Tong-Tong overnemen:
Een zeldzaam jubileum zal het zijn, als Emile
M. G. Ahn, 95 jaar oud, op 20 november a.s.
te Trinidad het feit herdenkt dat hij 70 jaar
geleden aan de Rijksuniversiteit te Leiden
het artsdiploma behaalde. Dit spreekt nog te
meer, wanneer men bedenkt, dat hij in feite
een dubbele medische loopbaan heeft gehad,
en zulks nog wel in tropische gebieden. Wan
neer men de jaren dubbel telt komt men
bij Ahn, die tot zijn 90e bleef doorwerken, tot
een actieve dienst van ver over de 100 jaren!
Wel een bewijs hoe vruchtbaar een mensen
leven kan zijn en hoe betrekkelijk het begrip
ouderdom
Emile Ahn, werd in
1866 te Riouw
ten zuiden van Sin
gapore geboren.
In 1855nog slechts
drie jaren nadat Koch
de tuberkelbakterie
had ontdekt kon
hij na vier klassen
gymnasium in ver
band met de behoefte
aan artsen in Indië,
met regeringssubsidie
de studie te Leiden
deed hij arts-examen,
aanvangen,
waarna hij
In 1891
Toen ik deze foto aan een dame liet zien, was
haar eeste reactie: „Maar die koetsiers zijn
wreedaards
fa, we hebben het allemaal vaak gezien: dat
slaan met zweep en leidsels. Maar heb je de
koetsier persoonlijk gekendZe in hun kam
pong opgezochtHun paarden gebaad in de
kali? Dus gemerkt hoe berouwvol ze altijd
waren en hoe veel zorgEn hoe deze paarden
van hun meester hielden? Ach wij wij
slaan niet. Wij geselen en striemen en kwet
sen met onze tong. En veroorzaken vaak litte
kens, die nooit meer verdwijnen. Ook deze
koetsiers hebben hun wanhopigheden vaak.
Wie heeft ze ooit gepeild?
Zo maar een plaatje van drinkende paarden.
Daar achter levens en hele filosofiën.
te Freiburg promoveerde op een
proefschrift getiteld Ectopia vesicae. Het vol
gend jaar vertrok hij als officier van gezond
heid naar Indië, waar hij te Magelang op Java
een nieuw militair hospitaal in werking stelde.
Achtereenvolgens diende hij in een groot aan
tal garnizoensplaatsen op Borneo, Sumatra en
Java. In Atjeh maakte hij vele veldtochten
mee. Bij één daarvan werd hij door een houw
met een klewang aan de linker bovenarm ge
wond.
Na pensionering gerepatrieerd had Ahn nog te
veel werklust om te gaan niets doen. Hij nam
dienst als scheepsarts bij de Koninklijke Ne
derlandse Stoomboot Maatschappij, die op
Amerika voer. Elf jaar bleef hij varen. Toen
vestigde hij zich in de Engelse kroonkolonie
Trinidad. Hier werd hem door een Ameri
kaanse kolonel-arts samenwerking aangeboden
in een door deze laatste te Port of Spain op
gericht „poliklinisch hospitaal" ten behoeve
van onderzoek en behandeling van venerische
ziekten, framboesia en tuberculose.
Na het vertrek van de Amerikanen aan het
einde van de oorlog namen de Engelsen dit
inmiddels tot het Carribean Medical Center
gedoopte instituut over en Ahn bleef daar tot
zijn 90e jaar klinisch werkzaam.
Van krasse hoogbejaarden en dan nog wel col
legae aanvaardt men gaarne een devies. Welnu,
hier is het: Ne quid nimis, van niets te veel.
Maar Ahn geeft gaarne toe, dat bij het berei
ken van zijn hoge leeftijd het geslacht dat
verscheidene negentigjarigen heeft voortge
bracht - ook een grote betekenis heeft.
Het leek mij als nazaat van dit geslacht
van belang, dit jubileum van een nog levende
figuur uit de dagen van van Heutsz aan de
vergetelheid te ontrukken in een tijd, waarin
men het vele werk dat blanken voor niet-blan-
ken hebben gedaan, nogal eens pleegt te on
derschatten.
Nog tal van goede jaren zijn de jubilaris, mèt
de zijnen, van harte gegund!
Speciaal voor Tong-Tong tekent de heer Teu-
nissen hier nog het volgende bij aan:
Het is wellicht aardig even wat nader in te
gaan op (de afkomst van) de familie Ahn.
In de eerste helft van de vorige eeuw woonde
er in Malaka een gezin Rappa; van vaders
zijde, naar het heet, afstammend van een
Nederlander (Ridder van?) Rappard, die al
daar een land had gekocht, waarschijnlijk in
de tijd dat Malaka nog Nederlands gebied
was (tot 1795). De moeder was van gedeel
telijk Hindoe-afkomst. Er waren 2 zoons en 3
dochters.
De meisjes hadden in Singapore geregeld ren-
dez-vous met Nederlandse officieren, die in
hun verloftijd vanuit Sumatra overstaken. Zij
trouwden dan ook met 3 officieren: Ahn,
Kruisboom en Meines geheten. Emile Ahn nu,
bovengenoemd was een zoon der eerste. Een
andere zoon was Victor Ahn, welbekend uit
Indische Cultures: Landheer der Pondok-Ge-
deh-landen, directeur van Lodaja, adviseur, lid
en oprichter van tal van instellingen en onder
nemingen, lid van de Volksraad enz.
Een nicht van hen, Florry Rappa geheten, een
lieve vrouw, dochter dus van een der 2 oor
spronkelijke zoons Rappa, huwde eveneens met
een officier, Berenschot geheten. Zij waren de
ouders van de latere Legercommandant, gene
raal Berenschot.
J. V. TEUNISSEN
Als deze Indischman-globetrotter nog eens wat
zou willen schrijven voor Tong-Tong, ons ver
wachtingsvol applaus gaat alvast vooruit!
REDACTIE
'Wtl/tiliiiMtt'
i mn/tii///,///
8