Een Indisch huwelijk in Holland
I
BINGOENG
SWWM
Het was tijdens de oorlog, begin 1942. Mijn
vader had me, met het oog op de luchtalarms,
verboden om per trein naar mijn werk in de
Benedenstad te gaan. Dus moest de arme Ilie,
onze chauffeur, driemaal daags het traject
PoloniaRoa Malakka vice versa afleggen,
's Morgens om Non te brengen; om half één,
om de rantang met eten voor Non te bezorgen,
en "s middags om Non te halen. Ik geloof,
dat hij balen van die Non had, maar klagen
of mopperen deed hij nooit.
Enfin, op een middag begon de sirene te loei
en, net toen we het eindpunt van de tram op
Bidara Tjina gepasseerd waren en de „Legök"
inreden.
„Brentie sadja ,lie" (Sta maar liever stil) zei
ik.
Met een ruk stond de auto stil en Ilie stapte
uit om het portier aan mijn kant te openen.
„Lo, waarom stop je midden op de weg? Als
de vliegtuigen overkomen, zien ze onze auto
direct en dan laten ze een bom op ons vallen."
Ilie werd zichtbaar nerveus, hij gooide het por
tier weer dicht, liep naar de achterkant van de
wagen enbegon uit alle macht te duwen!
Meer dan voor- en achteruit veren deed de
auto echter niet want Ilie had de remmen
aangezet. Zwetend liep Ilie weer naar voren
om ze los te gooien.
„Waarom duw je de wagen; je kan toch ge
woon naar de kant rijden, 'Lie?"
Ilie stond me een moment verwezen aan te
kijken, mompelde toen „djadi bingoeng" (raak
in de war) en kroop weer achter het stuur.
De auto werd netjes onder de bomen langs de
weg geparkeerd.
Ik heb hem toen maar een Mascot Royal ge
offreerd, die hij gehurkt naast de auto, in
stille berusting oprookte.
PUCK
waloh, babi tjin, pong tjang kee, en natuurlijk
rijst.
Een Hollandse kennis vroeg verbaasd: „Je
geeft ai die mensen toch niet te eten?"
„Maar natuurlijk; dat is een Indische ge
woonte
„Goeie God
Ja, er was schrikbarend veel eten. Want huwe
lijk is een zegen van de „Goeie God'" en moet
altijd rijk zijn. Ja toch?
Het was dus wat je noemt Ramé-raméEn
altijd als je zo'n party hebt van „Indo-roewet"
ontdek je ouwe vriendschappen. Daar was b.v.
een Hongaar (ook een vluchteling dus) met
een vrouwtje, dat Joyce Vodegel heette. Zo,
dat was leuk. Familie van mijn beste jeugd
vriend „Pih'" Vodegel misschien? Zijn doch
ter! Wat een geweldig leuke verrassing. Haar
moeder kende ik ook: Mary Baadilla (De
Paarlen van Banda!). Ach ja, opeens schoot
mijn oude zwerf- en studiekameraad me weer
in gedachten. Frits heette hij natuurlijk. En
even natuurlijk werd dat „Pih", door de zus
ters een beetje bijgeschaafd tot „Piet" en toen
toch weer ver-Indischt tot „Pietak", en dat
werd in hemelsnaam maar weer Pih. Luizig!
Ja, Pih trouwde toen ergens in de Grote Oost.
We waren toen allemaal jong en vol gekke
idealen. Wacht even. Pih noemde z'n eerste
zoon Hudi, immers? Een naam van twee helf
ten: Husein en Dirk, Hu Di werd Hudi.
Als dat niet honderd procent fifty-fifty East
and West is! Waar zit Hudi nou, al heb ik 'm
nooit gezien. Hier een foto kijk, ik zet m
ook in Tong-Tong. Amerikaanse Leatherneck
geworden (links natuurlijk). Leuke smoel.
Pienter. Geestig. Met Hudi's vader studeerde
ik Schopenhauer, Bergson, Bluntschli, Albert
Verwey, de Rig Veda en de Koran bij de
koffieboer. Met ès Sjanghai en pisang saleh.
Kan het Indischer? Hij is nu warga negara in
Bandoeng.
Na het huwelijk vlogen we alle kanten op.
De bruidegom zelf zou twee dagen later op
huwelijksreis gaan. In zijn eentje. Met een
smaldeel naar Malta. Zijn vader emigreerde
vijf dagen later naar Amerika. Ik zelf pikte
drie Yanks mee in m'n auto. Ze wilden de
Dutch mills graag zien en Amsterdam
Wat worden onze Indische families groot.
En wat een nationaliteiten komen er in:
Nederlands, Indonesisch, Amerikaans, Hon
gaarsWe zijn altijd van internationale
afkomst geweest. Met Spaans en Zweeds en
Portugees en Frans en Engels bloed. Ik was
Links: Hudi Vodegel, „leaterneck" bij de
Amerikaanse Marine
een van de vele tafels.
verbaasd en verrukt onze cosmopolitische aard
zó levendig terug te vinden op zo'n eenvoudige
bruiloft!
Nou kijk eens aan: een alledaagse bruiloft.
Bijzonder of niet? Tong-Tong verwelkomt in
zijn pagina's nog meer zulke verslagjes van
bruiloften of anderszins. Maar zélf doen, ló!
En géén stijve kabinetsfoto's, maar gezellige
onderonsjes, ja!
T. R.
In Tong-Tong behoort toch werkelijk méér te
staan over ons leven hier en nu. Ook al omdat
ons nogal saai lijkend leven van nu,
interessante historie wordt. IS ons leven wer
kelijk zo saai? Elke dag sterven en trouwen
mensen en worden er mensen geboren. Het is
voor een hele maatschappij haast dagelijkse
routine. En daarom praten we er nauwelijks
over. En toch zijn juist deze „gewone" zaken
vaak heel tekenend voor de Mens in de Tijd
en het Land waarin hij leeft.
Neem nou het huwelijk van zaterdag 13 jan.
in 's-Hertogenbos tussen Billy Boon en „Iertje"
Jacobs (Iertje komt „tuurlijk" van Irene, dat
weet je wel). En Billy is mijn neef. Zijn
echte naam is (even „tuurlijk"') William. Die
komt van de Engelse Robinson-familie. Bill is
korporaal vliegtuigmaker bij de Marine. Iertje
is zo maar een lief meisje, dat goed kan
koken en het huishouden doen. Geen eind-
HBS of academie. Allebei heel eenvoudige
mensen dus. Goed. Hulpvaardig. Betrouwbaar.
Levenslustig.
Nou moet je niet denken, dat bij eenvoudige
mensen een huwelijk ook een eenvoudige per
kara is. Nee, juist bij Indische eenvoudige
families is een huwelijk een geweldig belang
rijke zaak, waarvoor familieleden overkomen
van heinde en verre. Dus niet alleen uit
Amsterdam en Den Haag, maar ook uit zulke
doesoens als b.v. Varsseveld en Huibergen.
En zelfs uit het buitenland. Mannheim wel
teverstaan. Waarom vandaar? Omdat daar
Amerikaanse troepen liggen. En je weet toch
wel dat veel geëmigreerde Indische jongens
het Amerikaanse uniform dragen? Goed.
Er kwamen wel 150 gasten. In een klein Hol
lands bovenhuis. En natuurlijk zaten ze er niet
allemaal tegelijk, maar was er een gemoedelijk
geregeld va et vient. Tóch bleven twee kamers,
één gang, één zijkamer, de vestiaire en de
keuken doorlopend stampvol. Zoveel mensen
eten en drinken en snoepen natuurlijk veel.
En wat ze consumeren, wordt niet (ja nóóit!)
van buiten besteld. Waarvoor heb je zoveel
begaafde nichten en tantes en oma's, die koken
geleerd hebben in Padang en Java en overal?
Drie dagen hebben ze gewerkt en er waren
dus tafels vol soto ajam, smoor djawa, boem-
boe roedjak, boemboe clio, rendang, toemies
Hel aansnijden van de bruidstaart.