A
JE-
A
-f
3^.ong cJ~lo!
*f[ 3^Cong ctyo!
Jl
#1
Let op!
4'U
„ftïijn broeders hoeder
Wij maken onze abonnees erop
attent dat onze
tong-tong-
balsem
en onze
pentolkaarten
voorlopig helaas uitverkocht zijn.
Zodra wij nieuwe voorraad heb
ben zal dit in Tong Tong worden
bekend gemaakt.
ft
3
Onze voorplaat is dit keer gecopieerd van een Chinese kalender. Omdat
wij voor één keer rekening willen houden met de Chinese jaarrekening.
Waarom? De uitleg staat hiernaast en vertalen wij hier:
„Kong Ho San Ning" een gelukkig Nieuwjaar, en een
gelukkig Tjap Go Meh, dat is wat directie en staf van
Tong Tong onze Chinese lezers toewensen.
(Tjap Go Meh Het feest van de Vijftiende
Dag -tjap go 15) op 5 februari viel
namenlijk Chinees Nieuwjaar en op 20 febru
ari valt Tjap Go Meh.
Wij zijn de gelukkige dagen in Indië met
drie nieuwjaarsfeesten, het Europese, het Isla
mitische en het Chinese, nog lang niet ver
geten en vooral Tjap Go Meh met zijn don
derende vuurwerk-salvo's zijn drakenoptoch-
ten en smulpartijen zullen ons lang bij blijven!
Dus leven we ook nu mee met die feesten!
Vuurwerk-salvo's en drakenoptochten was
een jaarfeest voor alle rassen en standen
Dus feesten we ook nu met onze Chinese
broeders mee. Kong ho! Kong ho!
De bovenste twee tekens van de linkerrij zeg
gen: Tong-Tong. „Tong" is het Chinese
woord voor Oost", Tong-Tong zegt dus Oost-
Oost. Nadrukkelijker kan het niet! Dat wij
het Morgenland nooit vergeten
In ons vorige nummer wensten wij onze
Chinese lezers een gelukkig nieuwjaar en be
loofden er op terug te komen in dit nummer.
We realiseerden pas op 5 februari dat we
verzuimd hadden in ons nummer van 15 janu
ari onze gelukwensen aan te bieden voor de
Nieuwjaarsdag (banjak veel piekerans door-
maardoor voor de straatslijper!) maar beslo
ten het alsnog goed te maken. En waar is
het beter inspiratie op te doen dan bij de
Chinezen zelf? Dus naar een Chinees restau
rant getogen. Het dichtsbijzijnde maar. Een
andere trouwe „langganan" was op die dag
gesloten. We gingen dus eten bij Tsai Yen,
die het restaurant Kwong Chouw heeft aan
de Fred. Hendriklaan. Tsai Yen heeft een
vriendelijke Menadonese vrouw en een leuk
zoontje, Yoe Fong. Tsai spreekt Chinees, zijn
vrouw Maleis en zijn zoontje (3V2) Hollands.
Ze hebben een paar goede vrienden: de heer
en mevrouw Cortenbach. Oud-gasten uit de
voetbalwereld zullen de naam van Tjoh
Cortenbach uit de gloriedagen van HBS nog
wel herinnerenMevrouw Cortenbach is een
keurig Chinees dametje uit Singapore.
We hebben drie kostelijke uren gevuld met
gesprekken in Hollands, chinees, Maleis en
Engels doormekaar (waarbij ook de kleine
Yoe Fong zich geducht weerde!) en Tsai
Yen zette eindelijk een juweel van een nieuw
jaarswens op papier. Dat viel helemaal niet
mee, want Kanton-Chinezen hebben een andere
uitspraak van het Chinees dan b.v. Hongkong
of Singapore Chinezen. Ook vieren zij Tjap
Go Meh niet zo uitbundig als Chinezen uit
andere streken van het Rijk van het Midden.
Maar met veel gediscussieer kwam er toch
eindelijk een mooi stuk „international under
standing" voor mekaar.
Ja, want we hebben allemaal toch meer op
vattingen van geluk, vriendschap en smaak
gemeen, dan we wel denken. Toen ik b.v.
zei dat mijn lievelingsgerecht was Pauw Hie
Tja Tito (een ingewikkeld gerecht met o.a.
abalone en varkenspens), brulde Tsai Yen
zowat van vreugde en bezwoer dat hij dat ge
recht nog eens speciaal zou maken voor die
meneer die weet wat lekker eten is. Nog wat
anders? Jawel: hay som (tripang), als je er
wat van maken kunt. Weer een voltreffer!
Eenvoudiger kost apprecieerde ik zeker ook
wel? Natuurlijk! Wat dacht Tsai Yen b.v.
van tja sioe fan! Pleit gewonnen! En met
het zweet parelend op zijn voorhoofd werk
te Tsai Yen met penseel en Chinese Inkt aan
alle teksten die wij hem vroegen.
Ik zie ons nóg allemaal om de tafel zitten:
zeven mensen: uit Kanton, uit Singapore, uit
Menado, uit Soerabaja, uit Batavia, uit Nij
megen en uit Den Haag. Fan hoe fèr kom
je, Njootje? En toch allemaal in prettige en
nuttige samenwerking bijeen. Daar heb je
dat Indonesische spreekwoord weer: Asin
laoet, asem goenoeng; het zout van de zee en
het zuur van de bergen ontmoeten elkaar
tóch.
Heus, men kan mij veel vertellen van kost
baar nationalisme, maar internationalisme
met respectering van nationale waarden is ge
loof ik het mooiste voor God's ogen.
Understanding? Ik heb mijn naam in
Chinese karakters in m'n kantoor aan de muur
hangen. Niemand kan het lezen. Ik bracht die
tekst mee naar Tsai Yen, die
met zijn gebroken Neder
lands tot mij en het vlotte
Chinees tot mevr. Cortenbach
niet te verstaan was. Maar
toen hij de tekst zag, las
hij zonder aarzeling „tja lie
lo bin son". Zó vreemd als
je in een „wildvreemde"
taal opeens je naam hoort
noemen! En toen ik Tsai
uit onze Tong-Tong mijn
naam liet zien, was het zijn
beurt om verbaasd te kijken.
Die tekst in zijn eigen taal
was nota bene die gekke me
neer tegenover hem aan ta
fel Kijk en nou zet ik die
gekke naam hier als onder
tekening onder:
TJALIE ROBINSON
Neem me niet kwalijk als je dezer dagen
een brief krijgt van iemand die in moeilijk
heden zit en die ik naar je verwezen heb.
Een paar jaar geleden vroeg ik hem een abon
nement te nemen op TT en wat zei die
„Onnodig. Tida goena!" En nu: „Minta toe-
loeng Si Tjalie!" Als je geen kabar geeft,
eigen schuld; ik begrijp je. K
We nemen dit brieffragment op als historische
aantekening van een inderdaad veel voorge
komen feit, waar wij nochtans niet op moeten
smalen of „Soekoer!" roepen. Veel mensen
uit Indië hebben nog niet geleerd vér vooruit
te kijken (dat verandert langzamerhand wel)
omdat het in het oude Indië ook nooit nodig
was. Paatje Gouvernement zorgde immers
goed voor ons? Het devies kon gerust zijn:
„Wie dan leeft, dan zorgt!" En als het met
het pensioen of de gezondheid later helemaal
mis liep, ach, dan was er altijd familie genoeg
om voor je te zorgen. Wel de familie en
vrienden zijn er nog steeds. En zijn nog
steeds hulpvaardig. Zowel hier als in Amerika
als overal elders in de wereld. Denk maar
aan Bill Merghart die in zijn eentje 37 fami
lies sponsorde. Aan Louis Ingram, die nog
steeds zoveel doet als hij maar kan. Er zijn
er al genoeg geweest die vorig jaar (na Tjalie's
reisbrieven) nog boos riepen: „Tjalie ontrouw
Wegloper! Schrijf mij af als abonnee!" en
nu vragen om hulp voor emigratie. Nou niet
boos wegsturen of honend „Ziejewel?" roe
pen. Helpen! „Ben ik mijn broeders hoeder?"
JA! Altijd. Daarom gaat Tong-Tong rustig
voort zijn bruggehoofden te bouwen. Overal
waar vrienden zijn. Alle hulp kan niet altijd
en niet direkt gegeven worden. Omdat onze
kring nog klein is. Maar eind 1962 zijn wij
bij de 20.000. Let op deze woorden! En nog
eens, ook al heeft U NU geen hulp nodig,
U kunt die later nodig hebben en wat in
de ware geest van Tong-Tong het belangrijkst
is U kunt anderen helpen! Wint dus voort
durend nieuwe abonnees. Het is a. een soci
aal werk, b. investeren in een veiliger toe
komst