Zuiver PERSOONLIJKE „Indrukken"' nopens de veelzijdige N E G E R - vraagstukken in de U.S.A. Wil de Lezer/es wèl beseffen, dat het hier waar titels weldereis „litteraire vondstjes" willen zijn om werkelijk zelf-opgedane impressies gaat? M.a.w. steller dezes niet „werkt" met gegevens uit de dubbele (name lijk pro en contra-) litteratuur, naar gelang zo'n documentatie geschreven is door een White dan wel door een Colored hand! Zou schrijver dezes dat doen, dan zou hij dit reis verhaal niet in TT persen maar een Uitgever van volkenkundige Standaardwerken opbellen. Mijn tournée van 2 maanden heeft mij, een totok wat zowel Ind(ones)ië als the States betreft, gevoerd door 14 van hun 50 staten en in een deel van (het globaal negervrije) Canada. Uiteraard een totaal ander reistype dan Tj. Robinsons meesterlijk beschreven Odyssee. Laten we eerst voor eens en altijd vaststellen, dat Discriminatie altijd bestaan heeft. Voor oordeel met zelfingenomenheid is zo oud als de wereld! Al de cultuurstichters van die wereld, de Oude Grieken, wier taal wij nog bezigen in: televisie, drama, techniek, anthro pologic, polikliniek, polygaam en-wat-niet, beschouwden zich als alle rassen en impe ria en mogendheden en stammen als dé nette mensen! Alle anderen waren „barbaroi", welk (scheld)woord U nog gebruikt in: bar baars). Simson van het uitverkoren-volk trouwde met maar een dochter uit het volk der verachte Philistijnen. De Eskimo's noem(d)en zichzelf dé Innuit, vertaald: Men sen. Omgekeerd maakten hun buren, de pool- Indianen, hen uit voor Es-ki-mek oftewel Rauw Vlees (Vr-)Eters. En omdat wij, das Herrenvolk der Blanken, de Eskimos-Innuits vanuit het zuiden, dus dóór het gebied der arctische Roodhuiden, leerden kennen, nam ons Europees taaleigen dier: „Eskimo, Esqui mau" enz. over. En nu willen bepaalde Pa poea- en infiltratiegroepen niet in de piep jonge Volksraad van Nw. Guinea omdat zij als Uebermenschen niet met een zeker lager genre lieden aan één tafel willen zitten. Dat dus de Amerikaanse kleinkinderen der slaven houders van vóór ong. 1860 neerzien op de tjoetjoeks van die vrij en losgelaten lijf eigenen, was en is kleinmenselijk bezien on vermijdelijk. Moge de „democratische" Hol lander dit niet dadelijk aanvoelen, U, menspn uit een tweerassig land (encomplex), moet dit 100% duidelijk zijn. Nu onderget.'s ervaringen. Hij heeft nergens een colored onheus zien behandelen en is omgekeerd ook geen één z.g. onderdanige ge kleurde tegengekomen. Op de stations van de lijndiensten der Greyhound-buses die, volgens opschrift naast het No Smoking bordje „without regard to Color, Creed or Nationality" iedereen meevervoeren zag hij white en brown uiterlijk-broederlijk samen kaartjeskopen en samen reizen. Als dat zo uitkwam de twee kleuren dij-aan-zij op een bankje voor twee. Het gemengde personeel de negroes veelal als redcap-witkielen al thans geen chauffeurs of lokettisten sprong zo te zien gemoedelijk als 't ware collegiaal met elkaar om. Nu blijken, als je er eenmaal bent, de ency- clopaedies en de (mekaar vermoedelijk over schrijvende) naslagwerken, verouderd met hun „eeuwige" bewering, dat HET Zuiden over wegend zwart onderscheidelijk HET Noorden vrijwel wit is. Wat is n.l. het geval? De laatste jaren en vooral maanden, komt de donkere bevolkingslaag in massa's van the South naar de northern States opzetten. Zo is door G. de Jong op het ogenblik ('k heb er gelogeerd en er het stadsbeeld dus gezien) hun hoofd- stad Washington DC. voor 58% „gone black". M.a.w. de Residentie van deze theoretisch blanke natie is voor de grootste helft niet- blanda! Hetzelfde met Philadelphia, Pa. Zo dra je de douanestad Buffalo NY, waar het eveneens zwart ziet van de zwarten, doorbent, rijd je het zogoed als negerloze Canada in dat echter weer veel (Canton-) Chinezen alias Orientals herbergt resp. toeliet. De sociaal-economische figuur, dus het „cen tjesaspect", is n.l. déze, dat de gekleurde be volkingslaag naar het vlotter-integrerende Noorden en daar aan de vlotter-uitkerende Steun gaatDeze bedraagt per persoon 39 per week, telkens geldig voor 6 maan den. In vele gevallen is deze bescheiden tegemoetkoming toch nog hoger dan het karige weekloon (voor losse arbeiders ten plattelande) in de zuidelijke Staten. So why not? Dit zet natuurlijk kwaad witbloed. De belastingbetaler voelt en ziet dat hij er om Een maand of wat nadat ik uit de States terug was, belde G. de jong me op en vroeg wanneer het beloofde artikel over negerproblemen in Tong- Tong" zou verschijnen. Ik antwoordde: „Ik schrijf het liever niet. Ik heb op gemerkt, dat we zó gemakkelijk ver bolgen lezers krijgen, die het bestaan en de groei van ons blad schaden, dal ik liever sommige onderwerpen ver mijd. Nog te veel is „Tong-Tong" Tjalie. Nog te veel mensen zijn ertoe bereid om een persoonlijk menings verschil met Tjalie Tong-Tongte torpederen. Ik moet verstandig zijn. Tong-Tonggaat vóór alles, dus ook vóór mij." Korte tijd daarna ging d.J. zelf naar de States en bood me aan om over het probleem te schrijven. Daaraan gaf ik direct mijn all-right. IVat mij enorm veel plezier doet is, dat ook d.J. meteen gezien heeft, dat er geen generaliserende uitspraak over het Amerikaanse rassenprobleem mogelijk is. Al die mensen hier, die dat probleem zo netjes in hun zak hebben, zien ver keerd. Amerika is té groot (zo groot als Europa), de dragers van raskenmer ken té uiteenlopend in historische, cul turele en sociale status, en daardoor het aantal conflicten en contacten té geva rieerd en gelocaliseerd om één generale uitspraak te doen. Even belachelijk zou het zijn een maatschappelijke toestand in een Iers of Zuid-Tirools dorpje maatgevend te achten voor heel Europa. d.J. is, zoals hij zelf ook zegt, „een pure Tó", maar hij heeft een warme genegenheid voor alle mensen en ras sen; bestudeert het probleem als een ernstige hobby, maar onderzoekt ook altijd zoveel mogelijk de feiten. Van daar deze PERSOONLIJKE INDRUK KEN. Voor andere persoonlijke indruk ken, mits even rustig observerend, heb ben wij ook graag ruimte over. Geen oraties van idealisten. Want alle idea len kunnen alleen bereikt worden door onderzoek van de werkelijkheid. T. R. zo te zeggen een gekleurde 2de rangs land genoot bij onderhoudt! En zó vond ik in het noorden inzonderheid te Chicago de stem ming eigenlijk meer gespannen dan in de theoretisch onverdraagzame zuidstaten. Zo'n volksverhuizing brengt vanzelfsprekend een ommekeer in dehuisvestingskwestie met zich mee. Kort, misschien te kort gezegd, stapt dus in letterlijke zin omdat toch iedereen er een car heeft en vele gezinnen er twee op nahouden terwijl 3-wagen-families geen zeldzaamheid zijn de witte stedeling in z'n auto en vestigt zich buiten de be bouwde kom, de binnenstad aan de nieuw- aangekomenen „schenkend", aan de colored. En zo is of wordt de situatie, dat om haast elke gemeente een z.g. belt of ring of ceintuur loopt, bewoond door uitsluitend negro fami lies de binnenstad als zakenwijk blijft dunbevolkt. Maar want het probleem is ingewikkeld omdat er toch al een neiging bestaat om buiten te gaan wonen en de, kadastraal binnen de gemeente vallende, herenhuizen als bij ons overigens, vrijwel niet te verkopen of te verhuren zijn, zijn de woningbureaux blij met die plostelinge vraag- om-woonruimte zij het van gekleurde zijde. M.a.w. het zijn juist de, in vóórautomobi- listische dagen betere tijden gekend hebbende wijken, welke aan het ver'zwart'en zijn. Zo was net toen wij er waren in Philadelphia, Pa., de vroeger deftige Chestnut Hill- of Kastanjeheuvelbuurt going black. Inderdaad en dat heeft niets met al dan niet gods dienstige tolerantie 'te maken een minder prachtige gedachte voor hen, wier ouders er op-stand gewoond hebben en vanwaar zijzelf op school gingen, dat hun ouderlijk huis door „Alabama coons" betrokken moest wor den. 'k Heb hier veel over gehoord, dat nu niet zo direct in de (Europese) pers komt. De felste „hekel" trof me bij dié kleine amb tenaren en kantoorkrachtjes die net op de grens van zo'n pas-zwarte-beltbuurt „zitten", welke klasse zich niet zomaar veroorloven kan om op 'n 40, 50 mijl van hun baas en baan als autoforens te gaan wonen. Hoe ver deze adreskwestie doorwerkt, blijke uit de volgende een, steller dezes óok weer zijdelings bekende, oude-dame uit de gegoede stand overkomen catastropheIncidenteel toont dit drama aan hoe - ongeweten door de negro press mitsgaders door de Adcancement-bewe- ging binnenkamers en in de boezem van firma's, instellingen en bonden vóór- en geoordeeld wordt. En, in casu door whites, geleden. Welnu, van haar club kreeg deze be jaarde eerst de vriendenwenk om voor haar eigen bestwil te verhuizen uit haar „achteruit gaande" villawijk. Later een aanschrijving dat het bestuur bij niét-verhuizing kassian zou moeten overwegen haar als lid te schrappen. Ten leste aanzegging, dat zij van de ledenlijst geroyeerd isDeze eindsommatie heeft postaal haar lijkstoet gekruisd, haar (gelukkig) niet meer levend bereikt. Omringd door krie- ting pickanninies van verdriet omgekomen. Kon haar subiet in waarde gedaalde eigen pand niet meer kwijt voor de koopsom voor een gelijkwaardig dak-boven-haar-grijze-hoofd in eennette, rasbewuste neighbourhood. Immers de dag, waarop een zwarte verhuis wagen wordt uit-, wordt meteen een witte wagen fo/geladen. Zó is trouwens.... Harlem, 's werelds grootste „Afrikaanse" stad zoals New York de grootste „Italiaanse" gemeente (Lees verder pag. 17) 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 6