SOJA - TAOYOE Wij zeggen „Ketjap" en weten dat het verkregen wordt uit de sojaboon de „Kedelee". Niets moeten wij hebben van flauwe kost. Minstens moeten wij de spijzen smakelijker maken met santen, sambal en soorten van kruiden. Bovenal mag niet vergeten worden het: zout. De Franse soldaten eisten bij hun maal „sal". Een deel van hun soldij werd uitbetaald in zout. Dit vinden we terug in het woord salaris. Wij maken ons eten behalve met zout, met een scheutje ketjap smakelijker. De aziatische volkeren kunnen de ketjap niet meer missen. Ondenkbaar is de chinezenkost zonder toevoeging van die bonenextract. De bereiding wordt door de fabrikant geheim gehouden. Ieder recept levert zijn eigen smaak. Er valt daarover dan ook niet te twisten. Ieder koopt zijn merk. Men heeft zoute of zoete Ketjap. Over het algemeen zijn wij lekkerbekken. Nu verkeren wij wat dat betreft in goed gezelschap. Beroemde per sonen wisten hun tong terdege te strelen. Noemen wij enkele van deze smullers: Goethe, Kant, Danton, Mirabeau, Rossini, Tayerand, Dumas, Koningin van Saba, Cleopatra, Cathe- rina de Medici, die niet alleen aanstichster was van de Bartholomeus-nacht, maar ook de uitvindster van het marsepein. Maar wij dwalen af. Wij zullen het hebben over de sojabonen. De plant komt voor in geheel Oost-Azië, wordt 80 cm hoog, is een één jarige plant, heeft stengels en blaadjes, die bezet zijn met schuinlopende haartjes. De bloemen zijn klein, wit of lila van kleur. De groeiduur is 70 tot 90 dagen. De bonen zijn rond of ovaal. Die van Indonesië zijn kleiner dan die uit Mandsjoerije. Zij zijn rijk aan eiwit 35%, aan vet 18% en aan koolhydraten 20%. De boon bevat geen zetmeel, een weinig vitaminen A en wat meer vitamine B. Ook bestaan er verscheidene vari ëteiten. In Indonesië was in 1930 de verbouw geschat op 150.000 ha. De opbrengst bedroeg 90.000 ton. Per ha was de oogst in 1937 750 kg. De kedelee is zeer voedzaam. Van dc donkere zaden wordt de ketjap gemaakt. Voor de „taotjo" profiteert men van de schimmel werking. Taohoe of Taokwa wordt uitsluitend gemalen uit de witte bonen. Hier in Nederland wordt in de laatste jaren ook „tahoe en tempé" ge- fabriceert. Voornamelijk uit sojabonen, af komstig uit China en Amerika. Deze bonen bevatten slechts 0,5% vuil, tegen die uit Indonesië met een percentage van 2,4%. De bonen uit Indonesië leveren echter 38% eiwitgehalten, dit is hoger dan die uit Mand sjoerije. De tahoe in Nederland is dan ook helder wit. Men kan dit product gerust bonen kaas noemen. De zaden worden geweekt, ge kookt en gemalen, daarna vermengd met een vloeistof die gistende bestanddelen bevat. Nadat de brij door de invloed van die stof tot kaasachtige koek gestremd is, wordt zij in langwerpige blokken gesneden. In Nederland zijn zij verkrijgbaar in stukken van 450 gram. De winkelprijs is te stellen op 0,45 tot 0,60 per blok. Lang kan die bonenkaas niet bewaard worden. Taogé of ketjamba zijn de kiemplantjes van de kedelee. Liefst wordt het in het donker ge kweekt. Taotjong wordt het genoemd als de bonenbrij vermengd is met geroosterd rijstemcel of ketan. Taotjo wordt gefabriceerd volgens een geheim recept van de bereider. Het bestaat voor namelijk uit zacht gekookte kedelee, zout en schimmel. Tao-dji maakt men van lagen taotjong afge wisseld met gekookte sojabonen; gekruid met zout en arènsuiker. Toakwan is geperste tahoe vermengd met koenir (curcuma). V et sin wordt uitsluitend door chinezen bereid en in kleine flessen verpakt in de handel ge bracht. Het bestaat voornamelijk uit hydro- lyserend eiwit van de boon. Andere stoffen zijn in de vestin: natrium, glutma en glycinaat. Het ruikt naar vlees bouillon en geeft smaak aan de spijzen. Ook de Tempé wordt in de laatste jaren in Nederland gemaakt van uit China en Amerika ingevoerde kedelee. De gekookte bonen wor den vermengd met „bijang" een extract uit gist verkregen, waardoor de celwanden ver suikeren en de eiwitten in beter verteerbare conditie worden gebracht. De geur herinnert een weinig aan vleesnat. De boontjes blijven door de schimmeldraden in een koek bijeen gekleefd. Men snijdt er driehoekige of langwerpige stukken van en eet die gekookt of gebakken in olie. Een pak tempé van 500 gram wordt hier verkocht voor 1,75 a 2,—. Oorspronkelijk dienden sojabonen in Europa alleen voor technische doeleinden, o.a. voor de zeepfabricatie. Thans vinden zij ruime toe passing in de voedingsmiddelenindustrie. Ook bij de aanmaak van margarine en de meel- bereiding komen de bonen van pas. Daar de olie goed te harden is, vindt zij een ruim afzetgebied, hetwelk de vraag naar sojabonen weer stimuleerde. De consumptie van tahoe en tempé zijn in de laatste jaren eveneens enorm toegenomen. Hier in Holland kunnen onze mensen zonder tekortkoming, naar hartelust hun sambal- goreng, oblok-oblok, baso, enz. bereiden. Schrikken wij even, dat in Nederland voor ruim 74 millioen gulden aan sojabonen wordt ingevoerd! De invoer uit Amerika steeg van 134.675.000 ton in 1955 tot 182.187.000 ton van 1000 kg in 1957. De sojabonen-invoer van China daarentegen daalde van 30.661.000 ton in 1956 tot 6.196.000 ton in 1957. De invoer uit Indonesië naar Nederland be droeg in 1936: 1780 ton, in 1937: 8150 ton. Na 1940 was de import nihil. Hieronder volgt de getallen-gegevens ge ordend om er conclusies uit te trekken. Deze zijn welwillend afgestaan door het kantoor van E.Z. 1955 totaal 152.111 x 1000 ton; waarde 61,507 millioen gulden uit: Amerika 134.675 x 1000 ton; waarde 54,687 millioen gulden uit: China 15.996 x 1000 ton; waarde 6,221 millioen gulden 1956 totaal 176.873 x 1000 ton; waarde 72,001 millioen gulden uit: Amerika 139-037 x 1000 ton; waarde 56,566 millioen gulden uit: China 30.661 x 1000 ton; waarde 12,708 millioen gulden 1957 totaal 188.356 x 1000 ton; waarde 74,246 millioen gulden uit: Amerika 182.187 x 1000 ton; waarde 71,915 millioen gulden uit: China 6.169 x 1000 ton; waarde 2,328 millioen gulden Kleine hoeveelheden worden eveneens ge- importeerd uit Canada en Brazilië. De ge middelde prijs per ton varieert van 375 tot 400 gulden. Zien wij de importcijfers, dan hoeven wij niet bevreemd te zijn voor het te kort aan ons pracht voedsel: Tahoe en tempé. E. vN. Literatuur a.a. A. J. Koens in Landbouw m de Ind. Archipel; het maandblad Volkeren en J^anden en het Bureau Statistiek van de Eco nomische Voorlichtingdienst. TOETER Een van onze jonge lezers, Zeno Carpentier Alting, heeft gehoord dat Soekarno zich voor zijn auto een nieuwe claxon heeft aange schaft, die toetert: „Papóeóea! Papoea!!" ,,]ef Last beweert in zijn boek over Bali, dat pas in Soekamo's tijd aan onderwijs voor meisjes is begonnen. Hier is een bewijs (uit zeker vele honderden!) van het tegendeel!" aldus schrijft ons Mevr. A. Moll-Lips, die dan nog de volgende toelichting geeft bij de foto: geheel links de Anak Agoeng van Boeleleng, zittende v.l.n.r.: mevr. Wienholts Koestal (echtgenote agent K.P.M.), Mevr. de Steur, mevr. Nikijjuluw (echtgenote gouv. arts), echtgenote Kapitein der Chinezen, mevr. Moll (residentsvrouw)de echtgenote van de Anak Agoeng, mevr. Loze (contro leursvrouw). Achter mevr. Moll mej. Noortje Aué, directrice. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 10