Dichterlijke Kapoeas herinneringen Voorbij de dood Bij de kapper Dari mana poena/ melajang? Dari nana ka 'ah sajang? Malei se pan/oen (Ver!.: Van waar komt de dnij aange zweefd? Van waar komt de liejde? Het was in 1934 in Sintang, aan de Kapoeas, dat ik mijn huisjongen met een klein boeketje orchideën uit eigen tuin, vergezeld van het bekende dubbele boodschappenleitje, uitzond. Hij bezorgde het bij de njonja pandita, de vrouw van een Amerikaanse zendeling, die onder de Dajaks van de Westerafdeling van Borneo, het evangelie bracht. Toen de djongos terugkeerde, bracht hij van de Amerikaanse een briefje voor mij mee, waarin zij me bedankte voor de bloemengroet en tevens vermeldde, wat volgens een Engelse dichter ,,Pope" (niet de bekende William), de tien mooiste woorden in het Engels zijn. Enige dagen later vertrok ik voor een week- tournee naar de Boven-Kapoeas, in onze gouvernementshuisboot Nellie", gesleept door een met brandhout gestookt stomertje, maar ik vergat die Engelse woorden niet. Het was een prettige reis langs de rivier, overdag zagen wij de krokodillen, zich zon nend op de oever, en eens de zeldzame zwarte ooievaar, langzaam langs de modderige oever stappend. Dikwijls zagen wij ook neusapen van boom tot boom springend, (zonder daarbij hun neus vast te houden, zoals een grappen maker had beweerd). En 's avonds werd door ons gevist met een drietandige visspeer in kalm water, voorzien van een „everready" voor de verlichting van het donkere water; of door grote drijfnetten op de rivier uit te zetten tussen twee drijvende prauwen, stroom- afgaand, waarbij grote vissen, van beneden strooms komend, in onze netten verward ge raakten. Maar we moesten verder langs de rivier, met haar groene oevers, langs de drijvende iloeng, de waterplanten met lichtpaarse bloemen en de z.g. drijvende concessies, van kaap tot kaap, van bocht tot bocht. Op één der volgende morgens deed ik mijn ontbijt met lekkere kwee mangkok en zwarte koffie, genietend, ook van oude herinneringen uit mijn jeugdjaren. Op de „Nellie" ontstond toen, indachtig aan de tien mooiste Engelse woorden het volgen de gedichtje (waarbij voor het gemak van de lezers deze worden onderstreept). Na het keurig te hebben getikt, zond ik het per briefje, onder dankzegging aan de njonja pandita te Sintang. THE VOICE OF NATURE Hush! You all who love a nature song of mirth. listen to the lullaby of murmuring beaches... she sings me to sleep, my mother earth, breaks out again in the luminous dawn of ages, after the dark grey mist of times, in the tranquil morning like coming from above, in strong clear sounds of merry chimes, her golden melody of faith hope and love. C. HEYTING 777. ZN. Vanmorgen was ik bij m'n „lijfkapper", die dit keer niet begon met de gespreksopening over het weer, maar met de vraag: „U gaat gauw weg, hè, mijnheer Robinson?" „Hoezo?" vroeg ik verbaasd. „O, dat vertellen ze hier", zei de kapper, „het huis is toch al verkocht voor zestig mille?' „Zo zo", zei ik, „en wie zijn die "ze" die dat vertellen „Och meneer", zei de brave man bedremmeld, „dat zeg ik liever niet. „Ah zo", ze! ik nadenkend, „het is dus een geheime zaak. Tjalie verkoopt stilletjes het huis Pr. Mauritslaan 36 en smeert 'm stiekum. Niet zo best. En ook beroerd dat ze m'n plan doorzien hebben Maar weet je, het huis naast het onze, van de overleden prof. Boerema. is verkocht. Voor hoeveel en aan wie weet ik niet. En gaat me ook niet aan. En bovendien is het huis Pr. Mauritslaan 36 nóch van mij nóch van Tong-Tong". Knip-knip-knip, praatje uit de wereld. Voorlopig tenminste. Morgen is er weer een ander. Gisteren hoorde ik nog: „Tjalie, ben je ondertussen weer een paar maandjes weg geweest naar Amerika? Daar wist ik niets van!" Ik zou misschien niet meer slapen als ik wist wat er allemaal van me verteld werd en wordt. Misschien. Want een mens, die zó openhartig schrijft in de „Piekerans" over zijn leven op straat, in de kampong en de Chinese kamp, schaamt zich niet gauw en is niet gauw boos. Er zijn twee soorten Indischgasten blijkbaar: de Tong-Tong-makers en de praatjesmakers. De laatste categorie is verreweg het grootst en hoeft niet aan de Tong-Tong-tafel te zitten werken. Die zit druk aan bridge-, thee- en borreltafels. Zullen wij het winnen of zij Woerda! T. R. P.S. Als ik weg ga, zeg ik tijdig, en zeg ik voor hoe lang, waarheen en om welke rede nen. Voorlopige informaties: rechtstreeks bij Tjalie en niet anoniem, please. Dezer dagen las ik een boek dat verschenen ivas, geschreven door een Frans lucht machtofficier. Toen de Duitsers in de laatste wereldoorlog Frankrijk binnenvielen wist hij uit te wijken om met de Franse vrije legers van De Gaulle verder te strijden. 7ijn oude moeder was in Frankrijk achtergebleven, maar wist via een relatie toch regelmatig brieven aan haar zoon het land uit te krijgen. Hoewel briefverkeer in omgekeerde richting niet mogelijk was, schreef de moeder trouw haar brieven, elke week één, tot de laatste dag toe en de Fransen hun vrije vaderland weer binnentrokken De officier haastte zich naar het adres van zijn moeder - om daar te merken dat zij ai jaren dood was. Toen zij haar einde voelde naderen, had zij een groot aantal brieven geschreven en die met tussenpozen van een week laten verzend en om zo haar zoon het idee te geven dat zij nog leefde en om hem zodoende liefde en moed te geven om de lange oorlog door te komen. Pen eenzame en verlaten moeder in een ineenstortende wereld, levend voor haar zoon tot voorbij haar dood. Deze zoon begreep de volle rijkheid van deze filosofie. Aan haar nagedachtenis wijdde hij zijn boek. Als wij de stapels en stapels ingezonden copy lezen voos Tong-Tong en beseffen hoe wij nog voor jaren genoeg hebben, ook al zijn de schrijvers en schrijfsters misschien overleden, treft ons deze zelfde hoge opvatting van het verantwoordelijke onderschap, h.n nu niet van een persoon, maar van een hele groep! Ten hele groep, die gewaarmerkt als „die sentimentele oudjes" ook sterven gaat. En waar helaas zovele kinderen en kleinkinderen zich tan afgewend hebben met een korzelig. ,,Ach, voorbij, voorbij! Aar/passen, aanpassenErgens is een soort blind heid. Een onvermogen om door het „ouwerwetse verhaaltje", de vergeelde foto, heen te kijken naar onsterfelijk karakter. Een onvermogen om de essentiële levenswaarden te zien, die slechts toevallig verbonden zijn aan een voorbij kleedje, maar in werkelijk heid eeuwig voortleven, overal op de wereld. Een gebogen grijsaard in Wassenaar, een gerimpeld dametje in Hilversum, een nog wel jonger maar toch eigenlijk „hopeloos verouderd" ouderpaar in. Bloemendaal, een knorrige witharige zeeman en een „koloniale diehard" in Zeist zonder kinderen, maar met zorg voor andermans kinderenvoor generaties die nog komen moeten. Schrijf door, oude garde, schrijf door! Stuur uw herinneringen en gedachten op of bewaar ze voorlopig. Wees niet teleurgesteld als plaatsing "lang uitblijft of „men" niet luisteren wil. U schrijft net als die moeder voorbij deze „oorlog" van on zekerheden, verwerving van oude waarden en speculaties op toekomstwaarden, naar een tijd dat andere zonen U lezen en herkennnen en erkennen zullen. Poekoel teroes! De laatste honderd meters tan uw moeizame (en vaak verschrikke lijkelevenswedloop zullen een triomfale afsluiting zijn tan een goed leien Het bewijs? Nii al komen af en toe stukjes in Tong-Tong van mensen die inmiddels overleden zijn. Spreken de doden van vele jaren geleden tot U. En hoe! Zó actueel, zó levend alsof ze nu naast deze schrijftafel van Tjalie staan. Ah in geen honderd imposante artikelen in de pers van vandaag kan ik vaak zóveel wijsheid, grote karne- iaadschap en begrip vinden als in één kleine knipogend vertelde anecdote van een ouwe planter, een Atjeh-fuselier, een „Mamma-Tjang"een vergeten commies-BB. Met die oude garde om me heen ben ik opeens niet bang meer voor nieuwe onder nemingen, zie ik niet op tegen grote reizen, ja zelfs niet meer tegen de Laatste Grote Reis, die ik eens ook zal ondernemen. Want Tong-Tong spreekt en zal blijven spreken. Wie oren heeft om te horen, die hore! 7". R 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1962 | | pagina 4