Wie helpt?
nespanda tours
Mijn eerste ontmoeting met de overwinnaar
COSTA DEL SOL
A COSTA D'ORO
CAN ARISCH E EILANDEN
INTRA
Het verhaal wil dat onze burgemeester mèt
zijn loco (-burgemeester bedoel ik, niet -mo
tief) alle mogelijke pogingen had gedaan om
de vijand te ontmoeten. Wild rondrijdende
in een auto met een grote witte vlag, op de
weg naar Buitenzorg. Dat was de afspraak
met de vijand. Maar aangezien er vele wegen
naar Bogor leidden miste men hem telkens.
Maar dat is een ander verhaal.
In elk geval gaf Batavia zich over. Op 5
maart nu twintig jaren geleden. En de stoot-
troepers, Koreanen en Formosanen meest,
stinkend naar zweet en leer. Een apart lucht
je was het, dat van marcherende Japanse
soldaten, anders dan van andere soldaten.
Misschien door vis en kwee motji?
Goed dan: iedereen bleef in huis. Zitten
waar je zit, was het parool. Alle alcohol vol
gens voorschrift in de goot geledigd(?), de
atlassen verbrand. Onbegrijpelijke opdracht
overigens. Want het zou blijken dat er ge
noeg alcohol te bemachtigen viel. En atlassen
Ach, hun stafkaarten waren beter dan welke
van onze atlassen ook.
Ik was pas uit de C.B.Z. ontslagen: gevolgen
van malaria die ik maar niet te boven wilde
komen. Slapen was er dus toch al niet erg
bij. En die nacht wilde het praktisch hele
maal niet lukken.
Ons huis lag heel diep-in, ver van de weg
af, omringd door een heel grote tuin. t Huis
naast ons, dichter bij de weg gelegen, had
eveneens een grote tuin. De afstand die mijn
kamer van het buurhuis scheidde was zeker
wel 100 meter. Toch niet groot genoeg om
niet het verwoed geblaf te horen van de grote
Dobbermans van de paviljoenbewoners van de
buurman. Dat in de loop van de nacht over
ging in een met steeds groter tussenpozen
geuit basmineur, angstig verklinkend in de
nacht.
Wat betekende dat? Waren de buren ver
moord?
Een luid gezang en getier van de stoottroe-
pers verried dat er daar behoorlijk werd
feestgevierd. Ik gluurde door de jalouzieën
en kon in de verte de schelle lichten zien
branden. Maar ik kon niet op de uitkijk blij
ven staan. Stond nog wat bibberend en
zwaaiend op de benen en vermoeienis over
mande me. Dus ging ik maar weer in bed.
Wat kon 't verder nog schelen. Ik zou 't wel
merken als er wat gebeurde. Ik doezelde weg.
Om telkens opgeschrikt te worden als het
geschreeuw weer oplaaide. En dan bleef ik
luisteren, tot ik de diepe bastonen van de
honden gehoord had. Goddank, dan waren ze
tenminste nog niet om zeep gebracht.
Na de zo doorleden nacht stond ik 's-morgens
op. Geen geluid van daarnaast. Ik moest
weten wat er gebeurd was. Sloop in mijn
(Japanse) kimono rood met witte bloe
men door de zijtuin heel voorzichtig naar
het zijhek, ver achter in de tuin. De grond
was nog vochtig van de avonddauw en op het
glibberige bruine paadje gleed ik nu en dan
weg op mijn sandalen, terwijl ik me een weg
«JiDV&HS
Een collega van onze drukkerij ver
zamelt al tien jaar lang slag-, steek
en stootwapens. Hij wil zijn verzame
ling graag uitbreiden met krissen,
badèks, rentjongs, toembaks, klewangs,
etc.
Wie van de lezers beeft nog iets op
iit gebied af te staan? Zoekt U dan
kontakt met de heer R.W. KLOOSTER,
Wortelmarkt 3, Enkhuizen. Hij zal het
erg op prijs stellen!
REDACTIE
baande door de struiken. Het was zo n echte
wilde Indische tuin. De kruidige geuren ste
gen er uit op. Onbewust moeten deze tot me
zijn doorgedrongen, hoewel ik daar toen al
lerminst aandacht voor had. Want mijn volle
concentratie was gericht op het buurhuis, t
Was stil, doodstil. Zouden de Jappen al weg
zijn? Steeds verder sluipende naderde ik tot
de achter-bijgebouwen.
En opeens: daar zag ik in één oogopslag de
hele omgeving. Gek dat het menselijk oog zo
alles kan registreren zonder bewust te zijn
Verrukkelijke
vakantiereizen naar:
i (Torremolinos bij Malaga)
Wm (Castelldelels Playa bij Barcelona)
(Las Palmas, Puerto de la Cruz)
Alle gewenste inlichtingen bij:
NED v/h HESTA, CRANS 8. Co.
Scheepvaart- en Luchtvaart-agent
Plein 22 - s'Gravenhage - Tel. 184250
van die registratie. Ik zag de lange bijgebou
wen, de grijze tegels glommen. De forse,
machtige sawohkitjikbomen stonden er in al
hun majesteitelijkheid en glorie. En daaronder:
ach, mijn hart kromp ineen allemaal witte
krullende veertjes. Arme krielkippetjes, zij
hadden hat leven gelaten in de hand van de
barbaren. Gewoon met de kop tegen de grond
geslagen, en waarschijnlijk rauw opgepeuzeld.
Het hele toom parmantige kippetjes, het trotse
krielhaantje incluis. Dit flitste door me heen,
want tegelijkertijd stond mijn hart stil: een
potige, ruwbehaarde Koreaan stond daar zoals
God hem geschapen had, als de holenman
van het plaatje, maar dan zonder beestenvel
aan. Met innige voldoening stond hij, even
eens in volle glorie, langzaam een handdoek
achter zich tussen zijn naar boven respectie
velijk beneden gestrekte arm schuins op en
neer bewegend. Hij had kennelijk een bad
genomen. Wie kon hem dat kwalijk nemen?
Na zoveel dagen van strijd en opmars en na
zo'n heerlijk overwinningsfeest paste een fris
morgenbad. En wat lette hem om buiten de
mandikamer, in de koele ochtendlucht, zich
lekker te drogen, de prikkende handdoek te
voelen tegen de open poriën van de huid.
Intussen stond ik daar nog steeds als aan
de grond genageld. Wat zou er gebeuren.
Zou hij met een fikse sprong op me af ko
men? Hoe zou ik aan zijn wurgende greep
moeten ontkomen. Wat hadden ze me ook
weer geleerd. Je vingers in z'n ogen steken.
Wat ook nog weer.
De op- en neerbewegende armen bleven staan;
de handdoek verstarde als een stille baan.
,,H'ong" stootte hij uit, z'n hoofd in de nek
gooiend, „h'ong". phonetisch niet eens te
benaderen.
„H'ong, itoe" antwoordde ik op dezelfde
wijze, maar met mijn rechterarm naar voren
wijzende, en daarna met mijn linkerarm ach
ter mij, in de richting vanwaar ik gekomen
was.
Het scheen bevredigend. Een verdere reactie
bleef uit. Hij begon weer met de handdoek
te schuiven. En mij omdraaiende liep ik terug,
zo vanzelfsprekend mogelijk. Uiterlijk dan.
Want binnenin, nou ja daar stond mijn hart
nog altijd een beetje stil. Ik keek niet om.
En tot mijn onuitsprekelijke opluchting hoor
de ik iets achter me. Ik maakte een beetje
een omweg door de diepe achtertuin. Opdat
hij niet zou weten waar ik vandaan kwam.
Maar daar had hij kennelijk niet eens belang
stelling voor. Gelukkig. Hij had slechts be
langstelling voor zijn ochtendbad, en was nu
waarschijnlijk bezig met z'n Taisio. Hoewel
ik van Taisio tóen nog niet wist.
Pas toen ik héél zeker wist dat de stoot-
troepers verder getrokken waren en het huis
écht leeg was, ben ik weer gaan kijken. Ge
lukkig leefden de honden nog wel.
Maar dat is een ander verhaal.
WIMA RISPIN
Taisio gymnastiek.
16