DROMEN EN NOG WAT
ONTMOETING IN BARCELONA
GROEN GOUD en RODE AARDE
Er zijn dingen die bovennatuurlijk aandoen en wetenschappelijk niet helemaal te
verklaren zijn. Streng katholiek als we zijn opgevoed, heb ik nooit aan dromen
en dergelijke willen en mogen geloven. Toch kwamen er wel eens dromen uit.
Van de sterkste wil ik U vertellen.
't Was tijdens de straatgevechten in de bersiap-
tijd te Magelang dat ik me in een droom in
een gevangenis bevond, leeg. Het liet een nare
indruk achter. Wie beschreef mijn grootste
verbazing, toen we de daarop volgende morgen
de gevangenis in werden gebracht en ik me
met de mijnen en vele andere vrouwen en
kinderen in een vrij grote cel bevond, die er
precies zo uitzag als in mijn droom! Links van
de ingang een afgebakend plaatsje met een
ton water. Op borsthoogte een breed plankier
tegen de muur bevestigd als slaapbanken.
Vóór de overloop een hoog ommuurde lucht
plaats. Het was er zó vol, dat er zelfs op de
overloop velen vlak naast elkaar zaten. Drie
ellendige dagen hebben we daar doorgebracht
en werden bevrijd door Engelsen en Ghurka's,
om daarna nog tot tweemaal toe geïnterneerd
te worden.Drie maanden kaderschool en negen
maanden in het Gesticht van Pa van der Steur,
toen genaamd Metesèh.
Als jong meisje was een zuster van me eens
zwaar ziek. De dokter kon niets constateren
en schreef het toe aan overspannen zijn en
zenuwen. Ten einde raad riepen mijn ouders
de hulp in van een Indische dame, die bekend
stond als „doekoen".
Na de gebruikelijke ceremoniën, verklaarde ze
plechtig, dat mijn zuster binnen een paar
dagen genezen zou en vroeg of ze even het
hoofdkussen van mijn zuster mocht lostornen.
Verbaasd werd toegestemd. Nog groter was
onze verbazing, toen ze er een djimat (talis
man) uit haalde, waarop een naakte vrouw
was voorgesteld met een slang om het lichaam
gekronkeld en de kop vlak boven op het
vrouwenhoofd. Verder veel arabische letter
tekens met rode inkt.
Nadat de dame vertrokken was, plaatste moe
der, kennelijk uit verachting, de talisman onder
het nachtstilletjeHoe kan zo'n papiertje nu
kwaad
Ik was net van school thuis gekomen, toen we
een harde knal in huis hoorden. Zoekende
naar wat dat zijn kon kwam Ma tot de ont
dekking, dat het marmer van het stilletje in
tweeën was gebarsten
Pa plaatste toen plechtig, onder gebed en
kaarsen aan, de djimat aan de voeten van het
H.Hart-beeld op ons altaartje in de eetkamer.
„O jéé", dacht ik, „straks springt dat óók."
Maar er gebeurde niets.
De doekoendame kwam nog een paar keer,
ontfermde zich over de djimat om het deskun
dig te vernietigen en mijn zuster kon vier
dagen na de vondst hiervan weer gezond naar
haar werk.
KADAL
ÉÉN ENKEL WOORDJE
De brigadier Jansen was weer eens „op stap"
geweest en kwam 's avonds „behoorlijk onder
de olie" en te laat het Kampement binnen,
dus „gig prompt op de bon".
De volgende morgen 8 uur „Kompiesrapport".
De kapitein, vanwege de overdadig grote
uitbouw van zijn reukorgaan, bij „de troep"
als „de Neus" bekend, zetelde achter zijn
schrijftafel.
Jansen moest binnen komen, salueerde model
en bleef vóór de schrijftafel in de houding
staan.
e Kapitein: „Jansen, het is weer mis met je
geweest gisteravond. Hoe dikwijls heb ik je
al niet moeten douwen vanwege dat verd...
gezuip van je?"
Jansen: „Jawel, kapitein".
Kapitein: „Je zult niet veel tot je verontschul
diging kunnen aanvoeren".
Jansen: „Het bier bij de Sinees was zo lekker
koud, Kapitein".
Kapitein: „Je begrijpt wel, dat dat geen ex
cuus is. Je komt er deze keer nog eens met
zes dagen politiekamer vanaf, maar een volgen
de keer.Heb je verder nog iets in te bren
gen?"
Jansen (met een ongeukkig gezicht)„Kapi
tein, zou ik assieblief nog één enkel woord
mogen zeggen?"
Kaitein: „Ga je gang maar".
En Jansen strekte zijn ledematen zo model
mogelijk, richtte zijn blik op het reukorgaan
van de kaitein en snauwde, model-saluerend:
„Neus"
De Kapitein zei niets en Jansen marcheerde
na een keurige rechts omkeert af.
En 's avonds hadden e mannen reuze lol in
de cantine en de officieren op de Soos amu
seerden zich over de nieuwste „Jannenmop".
LODEWIJK
Ik wil U een aardige ontmoeting vertellen.
We waren vorig jaar begin juni in Barcelona
en hadden als stamcafé, het café aan de Plaza
de Universidad, vanwaar ook de bussen voor
de verschillende tours in en om de stad ver
trekken.
Zo zaten we daar op een morgen heerlijk op
het terrasje te zonnen, met een lekkere kop
café negro vóór ons. Er was in die dagen een
grote agrarische jaarbeurs en de stad zat vol
bezoekers en leiders van de diverse inzen
dingen. Zo zat er ook een gezelschap Engelse
ingenieurs op datzelfde terrasje lustig hun
Spaans biertje te genieten en ik kwam op het
idee, hen te vragen of ze dit bier lekkerder
vonden dan het Hollandse Heinekens of
Amstel. Waarop ze allen de lof van ons bier
zongen.
Een jonge Engelsman uit de kring stond toen
op, kwam naast me zitten en zei: „U komt
uit Holland maar daar bent U toch niet ge
boren, wel?" Enfin U weet hoe het gaat en
waar het hart vol van is... Toen kwam bij
hem het hoge woord eruit. „Weet U", zei hij,
„ik ben n.l. in Rangoon geboren en heb er
jarenlang met mijn ouders gewoond, alle mi
sère van de oorlog meegemaakt en ik ben na
de oorlog naar Engeland gegaan. Maar wat
zou ik niet willen geven als ik weer eens,
zoals toen ik nog een kwajongen was, 's-mor-
gens vroeg zó uit bed in een guava (djamboe)
boom of manggaboom zou mogen klimmen.
En de vruchten er zo uitgeplukt te eten met
een beetje zout. Maar ja, that's a lost paradise
geworden, net zoals het voor U is en mis
schien is dit alleen nog te vinden als we naar
Tahiti of daar in de buurt kunnen gaan".
Daar hebben East and West elkaar weer ont
moet en gevonden, omdat beiden met dezelfde
hunkering in hun binnenste verder moesten
leven. J. POTHOFF
(Vervolg van pag. 11)
Voor de geschikte bamboesoorten kan Ted
gegevens krijgen van het Proefstation voor
Bamboe in Portorico, dat eventueel ook de
gewenste wortelstokken kan leveren. Hij heeft
grote plannen, maar hij kan het niet zonder
een assistent. Een allround planter, liefst ie
mand die ook op de hoogte is van de ver
vaardiging van bilik en gedèk. Ted wil „the
right man" onder zeer redelijke voorwaarden
in dienst nemen en hij is nu druk in onder
handeling, voordat hij op 17 mei a.s. naar
Argentinië vertrekt.
In Misiones zijn nog niet veel Nederlanders.
„Ik ken een meneer Grimmel", zegt Ted, die
een florerende ananas- en djeroekplantage
heeft. Dan zit er ook een gepensionneerd
KNIL-sergeant met zijn gezin. Door corres
pondentie via een Hervormd tijdschrift kreeg
hij contact met mensen in Misiones. Hij trok
naar Aristóbulo del Valle, kocht een lapje
grond, zette met behulp van plaatselijke ar
beidskrachten een huisje op en verbouwde
het nodige voor eigen gebruik. Onder deze
omstandigheden kan je met een gezin rond
komen van ongeveer 3000 pesos per maand,
rond 150 gulden. Later zag de sergeant kans
een stuk grond van 15 ha. te kopen, dat nu
al aardig begint te renderen.
De wegen zijn er behoorlijk en in het stadje
Aristóbulo del Valle vindt je alles wat je
nodig hebt; daar zijn o.m. zeven scholen en
een ziekenhuis. Ik geloof vast, dat oud-In-
dischgasten met wat kapitaal, durf en initia
tief en bereid flink aan te pakken, in Misiones
best aan hun trekken zullen komen".
Dat heeft Tred Thijssen, radio-telegrafist, peon
en planter in spé, wel het beste bewezen
MAUS RUGEBREGT
De Rio Aho Parana bij Eldorado
Foto uit: „La Argentina
OOSTERSE WIJSHEID
De verheven mens denkt altijd aan hetgeen
goed is; de kleine mens denkt altijd alleen
aan comfort.
20